Vraag een kalkoen niet of hij graag naar het kerstfeest gaat. Vraag een dief niet of hij gestolen heeft. Vraag een accountant niet of hij onafhankelijk is. Vraag een hoogleraar met een dubbele pet niet of deze de diverse verantwoordelijkheden kan scheiden.
Waarom niet? Omdat het tot voorspelbare reacties zal leiden. Zo ook het FD-artikel over de accountant-partner tevens hoogleraar. In dat artikel wordt ingezoomd op slechts één van de drie taken van de hoogleraar: deelname aan het maatschappelijk debat. De andere twee taken betreffen het doen van wetenschappelijk onderzoek en het verzorgen van onderwijs.
De reactie van Barbara Majoor op het FD-artikel (zie FD 19 september 2011) gaat echter niet over de kern van dat artikel maar over iets anders: de verbinding tussen theorie en praktijk. Ik ben het met haar eens dat die belangrijk is en dat die de kwaliteit van het onderwijs ten goede komt. Maar ook zonder dubbele pet kan dat worden gerealiseerd.
Overigens verwijst Majoor in haar reactie op een FD-poll die een positieve uitslag geeft voor de partner-hoogleraar. Zij vergeet echter te verwijzen naar een eerdere poll op Accountant.nl die een negatieve uitkomst gaf. Ook ontbrak in haar reactie enige referentie naar eerdere publicaties en discussies hierover. Bijvoorbeeld de kritiek van Jules Muis op de afwezigheid van de wetenschappelijke collega's in het debat, geleverd tijdens de opening van het academisch jaar op Nyenrode (2009), of enkele columns van Tom Nierop.
De reactie van Ruud Vergoossen raakt eveneens niet de kern van waar het FD over schrijft. Dat artikel stelt niet dat hoogleraren accountancy niet publiceren. De analyse is dat ze niet publiceren over hetgeen waar het in het maatschappelijk debat over gaat.
Wat mij betreft een terechte analyse. De meeste collega hoogleraren schrijven prima stukken over vooral technische onderwerpen, veelal de uitleg van regelgeving. Dat is uiterst nuttig en moet ook blijven gebeuren.
Deelname aan het maatschappelijk debat behoeft niet te gaan over - zoals Vergoossen stelt - specifieke casussen die tot op het bot worden uitgebeend om vervolgens smeuïg, populistisch en zonder oog voor nuance de media te worden ingeslingerd.
Maar evenmin dienen dergelijke casussen na een voor accountantskantoren welgevallig of meevallend rechterlijk oordeel door hoogleraren binnen ons vakgebied bagatelliserend te worden afgedaan terwijl er wel degelijk lessen uit zijn te trekken. Zie - zonder uitputtend te zijn - de casussen Enron, Ahold, de bouwfraude, DSB en Lehman.
Deelname aan het maatschappelijk debat door hoogleraren binnen onze sector ligt voor de hand en is gewenst in een periode waarin politiek, media en een enkeling vanuit het beroep wél over ons vak spreken. Al is het alleen maar om duiding en betekenis aan de discussie, analyses, percepties en verbeteringsvoorstellen te geven. Genuanceerde bespiegelingen. Dat is - zeker in de huidige, voor accountants turbulente tijd - geen ‘bijproduct' van het wetenschappelijk werk van een hoogleraar zoals Vergoossen stelt.
Waarover gaat dat maatschappelijk debat? Bijvoorbeeld over de accountantslessen die te trekken zijn uit de periode van de boekhoudschandalen en de thans nog voortdurende financiële crisis. De al dan niet terechte kritiek op accountants. Of gewoon over technischere onderwerpen zoals special purpose vehicles, controlekwaliteit en de professioneel-kritische instelling van accountants.
We lazen daar te weinig over van de partner-hoogleraren. Sommigen van hen publiceren wel stukken die net zo goed als marketing of kantoorpropaganda kunnen worden geduid. Of spreken onder de vlag van het hoogleraarschap over boekhoudschandalen die meevielen of van een crisis waarin accountants geen blaam treft. Weerlegbare onzin en weinig wetenschappelijk, althans wat mij betreft.
In het oog van de storm mag een hoogleraar zich best laten horen. Gelijk de terreurdeskundigen na een aanslag. Maar het was en is oorverdovend stil bij de partner-hoogleraren als het gaat om het maatschappelijk debat. En dat is een gemis. Bovendien: adel verplicht.
Want het hoogleraarschap draait niet om het louter verzorgen van goed onderwijs of het in publicaties uitleggen van nieuwe regels of controletechnieken. Ik voel mij meer thuis bij het volgende citaat van universitair docent straf(proces)recht Kwakman in het Nederlands Juristenblad van afgelopen week: 'Echte wetenschappelijke deskundigheid veronderstelt niet alleen bepaalde basiskwaliteiten, maar vaak ook zeer specifieke kennis en know how, en nog afgezien daarvan, in de allereerste plaats een kritische, min of meer rebelse houding en een zekere gedrevenheid om vanzelfsprekendheden aan de kaak te stellen. Echte wetenschappelijke deskundigheid is gefundeerd op het adagium: Je kunt het ook anders zien.'
Ons hooglerarenwereldje is klein en weinig rebels. Braaf zelfs. Ons kent ons. Vaak wordt er, zoals collega Van der Poel terecht stelt, hetzelfde koortje gezongen. Elkaar de bal toegespeeld en soms ook de hand boven het hoofd gehouden.
Maar laten we niet achterom kijken. Laten we vooruit kijken. De essentie van wetenschap is het debat (immers: aan het botsen der meningen ontspringt de waarheid). Dat laatste is echt nodig, bijvoorbeeld opdat de politici in Brussel een juist oordeel vellen over de Barnier-voorstellen.
Bij uw eerste reactie op deze site vragen wij om een bevestiging.
Er is een bevestigingsmail naar het door u opgegeven e-mailadres gestuurd.
Jan Wietsma
Volgens mij zet de aanbeveling van de VEB het verdienmodel van menig universiteit onder druk.
Rik Blijham
AT: Willem, wat wil je daar mee zeggen? Laat maar gaan? Het is toch zonneklaar dat het feit dat de meeste hoogleraren tevens partner bij een accountantskantoor een onafhankelijkheidsprobleem met zich meebrengt. Zie het citaat van Marcel over sluipend conformisme. Moeten we daarin berusten omdat perfecte onafhankelijkheid niet bestaat? Dit is nu een praktische punt waarover de NBA in september een duidelijk geluid kan laten horen, laat ze die kans dan ook benutten. In hetzelfde artikel in de Groene Amsterdammer waar Marcel vorig jaar naar verwees komt naar voren dat de meeste hoogleraren eerlijk toegeven dat belangenverstrengeling onvermijdelijk is. Alleen .... zelf kunnen ze de functies uitstekend scheiden, want "ik ben een eigenwijze donder!" Degene die zich laat inpalmen is de ander. Treffender kun je het onafhankelijkheidsprobleem in de accountancy niet illustreren.
Willem Gravesande
AT:Marcel Pheijffer - 24-6-2014 8:24:34 Hoogleraren blijven afhankelijk van de politiek, bijvoorbeeld via hun salaris en niet-onafhankelijke wetgeving.
Marcel Pheijffer
De VEB stelt heden in het FD: ''Kritiek binnen de beroepsgroep moet worden gestimuleerd. Nu zijn 9 van de 10 hoogleraren aan een Big 4-kantoor verbonden. Zij uiten opvallend weinig kritiek. Slechts een enkeling durft zich kritisch uit te spreken in de maatschappelijke discussie. Deze incestieuze situatie is onwenselijk. Hoogleraren accountancy dienen dan ook niet of niet meer verbonden te zijn aan accountantskantoren.' Waarvan akte!
Marcel Pheijffer
Het artikel in De Groene is zeer lezenswaardig. Zie bijvoorbeeld: 'Het grootste gevaar van de vele nevenfuncties onder economen, fiscalisten, accountants en finance-mensen kan daarmee wel eens de subtielere, inhoudelijke inkapseling zijn. Met andere woorden: misschien moeten we niet alleen kijken naar wat hoogleraren die er belangrijke nevenfuncties op nahouden precies zeggen en doen. Minstens zo belangrijk zijn de vragen die zij niet stellen. De hete hangijzers waar zij met een grote boog omheen lopen.' De Groene noemt het 'sluipend conformisme'. Ik had het niet mooier gezegd kunnen hebben. Ook ons vak kent (te)veel zwijgers. Maar ook op die stelling zal wel niet door hen worden gereageerd.......
Jan Weezenberg
AT:Marcel Pheijffer - 7-11-2013 8:17:58 Citeren uit de Volkskrant brengt niet voor iedereen overtuiging met zich. Maar als we toch citeren en we doen dat uit de website van NBA, maakt het misschien wel indruk. Hierbij dus mijn "research"-resultaat: Project Kennis delen De NBA wil de collectieve kennis van zijn leden gebruiken om vroegtijdig risico's te signaleren in maatschappelijke sectoren. Hiervoor heeft de beroepsorganisatie een risicosignaleringsproces ingericht met als titel Kennis Delen. De monitoring richt zich op het vroegtijdig onderkennen van signalen die kunnen duiden op structurele problemen in een specifieke sector. Het gaat primair om bestuurlijke risico's die te maken hebben met beheersing van financiële en administratieve zaken. Risico's met een systematisch karakter die duiden op problemen die de specifieke organisatie overstijgen en hierdoor een grote maatschappelijke impact kunnen hebben. Einde citaat, wie schoen past mag het zich aantrekken. Overigens vind ik het jammer dat Jan Bouwens nu in Amerika zit. Hij gaf vaak het goede voorbeeld. Met vriendelijke groet, Jan Weezenberg
Marcel Pheijffer
Ook in het kader van het Rabo-schandaal waarover indringende analyses noodzakelijk zijn, zwijgen de collega-hoogleraren weer.. In De Volkskrant van heden, maar met name in De Groene Amsterdammer - te links voor de meeste accountants - lezen we waarom........
Willem D. Okkerse MBA
Martin, Krijg ik dan misschien ook een vervolgantwoord op de brief van het MAB aan mij getekend door Erna de Boer van 27.12.2000 luidende : quote Hiermee bevestigen wij de ontvangst van uw artikel "Is ratio logos of mythe?" Het arttikel is naar onze redacteuren gezonden. Zodra hun mening over de inhoud en eventueel plaatsing bekend is, k u n t u n a d e r b e r i c h t t e g e m o e t z i e n. unquote Dit artikel was gebaseerd op mijn op dat moment afgeronde wetenschappelijke onderzoek aan de UVA (Econometrie) over de OK-Score en vertelde met grote hoed en rand de manier van denken van de OK-Score die ik toen nog redelijk naief en onbevangen meende te moeten publiceren.. Het heeft tien jaar en een kreditcrisis nodig gehad om wellicht weer een vervolg in de spelonken te doen gewaar worden.
Jo Vestjens
In aanvulling op de (laatste) reactie van Bob ben ik van mening het tijdschript MAB te vragen om in het thenmanummer in ieder geval ook een artikel op te nemen van wetenschappers / niet-accountants belast met de 'ins en outs' van de positie van een bijzonder hoogleraar, mede in het (brede) perspectief van de (on)mogelijkheden tot (materieel) onafhankelijke positiebepaling in (financiieel) maatscahppelike thema's.
Martin Hoogendoorn
Marcel roept in zijn laatste reactie het MAB op om een themanummer aan deze discussie te wijden. De kernredactie van het MAB heeft daar gisteren toe besloten, met de wat ruimere insteek, 'Dilemma's in de wetenschap'. Naast de dilemma's in het accountantsberoep (relatie wetenschap en praktijk), zal ook aandacht worden besteed aan dilemma's bij empirisch/wetenschappelijk onderzoek, dilemma's bij financiering van onderzoek (belangenconflicten) en consultants en wetenschappers op het gebied van management accounting.
Marcel
Lezers, collega's, in het kader van dit debat verwijs ik jullie naar een drietal reacties op de Optiek-pagina van het FD van heden. Zo reageert hoogleraar Martin Hoogendoorn. Hij maakt een aantal terechte punten. Maar ook hij gaat niet op de kern van het in het FD opgeworpen punt en in de discussie centraal staande item in. Hoogendoorn maakt er namelijk een karikatuur van het discussiepunt door te stellen dat ' het maatschappelijk debat waaraan een bijdrage wordt geleverd uiteraard veel ruimer is dan alleen boekhoudschandalen'. Niemand zal het miskennen, evenmin dat er zoals hij stelt 'artikelen zijn gepubliceerd over verbetering van regelgeving en verhoging van de kwaliteit van de verslaggeving, mede ingegeven door de boekhoudschandalen' (wel wil ik bestrijden dat het 'veel' artikelen zijn zoals hij stelt). Kernpunt is en blijft dat er in het wetenschappelijk discours nauwelijks debat is over hetgeen waar anderen dan accountancyhoogleraren wel over spreken. Over de al dan niet terechte kritiek op het accountantsberoep, de (on)juistheid van de analyses over het waarom van het ' fout gaan' en over de oplossingsrichtingen en de (on)juistheid daarvan. Laat ons ophouden met bekvechten en van ontkenningen naar daden gaan. Roger Dassen, Bob Hoogenboom, Martin Hoogendoorn, Henk Langendijk, Barbara Majoor, Ruud Vergoossen, Philip Wallage, ondergetekende en andere geadresseerden mogen allen in staat geacht worden - zie de onderstaande oproep van Coen alsmede de bijdragen van bijvoorbeeld Bob, Wolfgang en Mark - een gedegen inhoudelijk, ook wetenschappelijk onderbouwd artikel te schrijven over het genoemde kernpunt. Of over de discussie over de wetenschappelijkheid van ons discours. Daarom een oproep aan degenen over wie dit debat gaat en die in de (kern)redactie van ons Nederlands wetenschappelijk periodiek, het MAB, plaatshebben: zullen we gezamenlijk een special maken met daarbij een evenwichtige verdeling van de gezichtspunten? Dame, mijn heren: de bal ligt bij jullie! Groet, Marcel
Willem D. Okkerse MBA
Tja, en om dan nog commentaar te hebben dat ze er met de pet naar gooien.....vereist weer andere moed........
jules muis
BOVEN PROFESSOREN Misschien dat de dames en heren professoren hun academisch gewaad aan kunnen passen aan de school die ze in dit debat aanhangen. En hun fluwelen ‘muts’ bij officiele academische gelegenheden gewoon vervangen door de baseball-petten draag semiotiek: EEN pet, klep naar voren, voor hen die het vooruitkijken aanhangen, oogkleppen gevaar voor lief nemend; EEN pet, klep in de nek, voor hen die de rest met de nek aankijkten door een te veel aan vrijgezicht ; EEN pet, klep links gedragen, voor hen die hun politieke voorkeur niet onder het katheder verborgen willen houden; rechts gedragen, idem dito, deductief haaks op die anderen; en vice versa natuurlijk; Twee petten, voor en achter geklept, voor hen die denken dat ze het onafhankelijk hoofd koel kunt houden onder welke omstandigheden dan ook; Twee petten, kleppen wederzijwaards (waarom is dit geen Nederlands, spell-check?) gedragen, zijn de haarlemmerolie geleerden die geen kleur willen bekennen, wel het zicht vrij willen houden, en tevens geen enkel probleem hebben met de nek te worden aangezien. Meer dan twee petten: alleen voor diegenen die zich dat kunnen veroorloven.En dat kan nooit van een academisch salaris alleeen. Oppassen met die geleerden! Zo'n mutatie in habitus uitdrukking maakt een opening van het academisch jaar toch veel informatiever!
Coen
Ik moet toch ook mijn verbazing uiten over de hoogleraren... Er wordt een behoorlijk probleem aan de kaak gesteld met voorbeelden van acties. Door sommige hoogleraren wordt vervolgens zeer persoonlijk gereageerd zonder de kern te raken. Los van de terechte discussie die de heer Pheijffer oproept, hetgeen ik enkele dagen geleden al las... heb ik mij eigenlijk ieder moment sindsdien verbaast over de "tegenreactie" en ik wil toch mijn zorg hier uiten. En daarmee moet u het niet gaan hebben over mijn zorg, hopelijk neemt u het mee als bagage om u scherp te houden in het debat dat nodig gevoerd moet worden. Die verbazing ligt in het feit dat het hoogleraren zijn. Mensen die vanuit mijn nederig perspectief slimmer zijn, meer ervaring, meer weten en meer kunde hebben. Toch lukt het blijkbaar enkelen niet om hun ego te ontstijgen en op de punten inhoudelijk te reageren. Jammer... maar tegelijk maak ik me ook zorgen. Het is de taak van een leraar, welk niveau dan ook, om vorming te geven aan de toekomst door het opleiden van de volgende generatie. Dit is een eer en zeer zeker geen kleine opgave en brengt veel verantwoordelijkheid met zich mee. Hulde voor allen die dit vak beoefenen en mijn diepste respect. Maar toch... vanuit dit denkkader maak ik mij zorgen over de toekomst. Als het de huidige generatie niet lukt hun ego te ontstijgen, de inhoudelijke discussie te laten winnen over persoonlijke dogma's en paradigma's... hoe kan de volgende generatie dat dan wel? Die moeten dat geleerd hebben, maar van wie dan wel? Nogmaals mijn diepste respect voor de taken van de leraren... hopelijk begrijpt u mijn verbazing en mijn zorg. En laten we daarmee zoals de heer Okkerse stelt op weg gaan naar de toekomst, wil ik overigens nog wel aan toevoegen door terug te kijken naar het verleden en daarvan te leren....
Jeroen ten Brummelhuis
Beste mensen, Ik vind het een goed debat. Terecht opgemerkt, laten we vooruit kijken. Op weg naar de toekomst. Tuacc is hier mee bezig. Tuacc heeft een werkgroep “Interactie wetenschap en praktijk” ingesteld. Laten wij met z´n allen eens doorpakken! Met vriendelijke groet, Jeroen ten Brummelhuis
Willem D. Okkerse MBA
Bob Wat een eminente bijdrage Ik verwijs naar mijn eerdere opmerking bij Marcel ... .. Nu op weg naar de toekomst...
Marc van Hilvoorde
Aanvullend op Bob Hoogenboom een voorbeeld van hoe de Vrije Universiteit hiermee omgaat: "De VU reikt jaarlijks twee mediaprijzen uit, te weten de Mediakomeet en de Mediamagneet. Met de Mediakomeet wil de VU wetenschappers aanmoedigen die opeens opvallend vaak in de media waren. Met de Mediamagneet wil de VU wetenschappers belonen die de VU door hun veelvuldige media-optredens al langer goed vertegenwoordigen. De winnaars ontvangen een geldbedrag dat vrij te besteden is ter bevordering van de communicatie van wetenschap met het 'brede publiek'. "
Bob Hoogenboom
Collega Ruud Vergoossen stelt dat 'de taak van een hoogleraar uiteraard veel breder is dan alleen maar een bijdrage leveren aan het maatschappelijke debat'. Dat laatste behoort zijns inziens 'een bijproduct' te zijn: 'Uitsluitend reageren op incidenten, omdat dat goed scoort in de media, is een hoogleraar onwaardig'. Deze wetenschapsopvatting wordt niet gedeeld door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). In de NWO-strategie is maatschappelijk rendement van wetenschappelijk onderzoek 'absoluut noodzakelijk'. Speerpunt van de strategie is om 'Op allerlei manieren en in samenwerking met andere partijen in de kennisketen (de) bevordering van de toegang tot onderzoeksresultaten en bewustwording van het potentiële gebruik van al het door haar gefinancierde onderzoek' te bevorderen. In NWO verband wordt waarde gehecht aan de disseminatie van kennis. In NWO-voorstellen dienen applicanten aan te geven hie zij dat gaan doen. NWO wil hiermee de wetenschap in het brandpunt van maatschappelijke ontwikkelingen positioneren. Disseminatie komt niet in de plaats van A-journals en PHd's, maar is aanvullend: in columns, blogs, via radio en televisie, twitter, apps of bijvoorbeedl documentaires. De maatschappelijke opdracht van de wetenschap is ook duiden, uitleggen aan een breder publiek wat zich in de samenleving afspeelt, dilemma's benoemen, standpunten innemen, handelingsalternatieven geven en meningsverschillen op scherp stellen. Dat is de opdracht van de onafhankelijke wetenschapper (al dan niet part time).
Ruud Vergoossen
Dixi
Marcel
Ruud, Dat was niet de kern van mijn reactie ......... Groet, Marcel
Ruud Vergoossen
Marcel, jij hebt duidelijk een ander paradigma dan ik. En daar is op zich niets mis mee. Laat die journalisten maar bellen... Dat doen zij overigens ook met enige regelmaat.
Marcel
Beste Ruud, mooi dat je je laat horen en je visie geeft. Mooi ook dat wij als Nyenrode-collega's niet worden belemmerd om een dergelijk debat in het openbaar te voeren. Barbara Majoor en jij aan de ene kant van het spectrum, Henk Langendijk en ondergetekende aan de andere kant. Dat dat kan is de essentie van wetenschap. Ik geloof niet dat ik je woorden uit hun verband ruk, het debat onzuiver voer en evenmin heb ik jou persoonlijk op je publicaties aangesproken. Wel heb ik aangegeven wat volgens mij de kern van het FD-artikel is. Ik heb in algemene zin aangegeven dat hoogleraren zich zo weinig laten horen in het maatschappelijk debat. Met name op die punten waarop de maatschappelijke kritiek zich richt, waardoor nu maatregelen dreigen. Wel specifiek weerleg ik de reactie van Philip Wallage en ga ik in op een oude opmerking van collega Roger Dassen (als je op mij reageert hoor ik overigens ook graag je opvattingen over die twee issues). Overigens stel ik mij kwetsbaar op door wel te spreken. Met de kans door collega's aangesproken en gecorrigeerd te worden. Zoals jij nu doet. Prima overigens. Sterker: ik roep de andere collega's op vooral ook uit hun slof te schieten. Maar laat ik jou en de collega-hoogleraren nog eens een stapje verder uitdagen: 1. Welke concrete bijdrage is geleverd aan het analyseren van de boekhoudschandelen, de specifieke kritiek op accountants en hun rol daarin? 2. De daaruit te trekken lessen? 3. Idem als het gaat om de financiele crisis en de rol van accountants in de aanloop en afwikkeling daarvan? 4. Idem voor wat betreft het analyseren, duiden, bespreken, aanvullen e.d. van de maatschappelijke, politieke, journalistieke kritiek op het accountantsberoep alsmede de onvrede in eigen accountantskringen? 5. Idem als het gaat om het objectief beschouwen van toezichtsrapporten over een onderwerp als audit quality? Het zijn vragen die niets met 'mijn straatje' of stijl te maken hebben. Het zijn vragen die de kern zijn van het maatschappelijk debat. Dan kan het toch niet zo zijn dat de hoogleraren die leerstoelen bezetten die deze thematiek raken daar geen duidelijke en toetsbare opvattingen over hebben? Laten we het niet verder over de kalkoen en het kerstfeest hebben. Maar die alinea waarin dat staat kent een slotzin die zeker relevant is: de wetenschappelijke bijdrage van hoogleraren dient niet (louter) door henzelf te worden gekwalificeerd. Dat is aan anderen. De media spelen daar zeker een rol bij. Te vaak hoor ik journalisten verzuchten dat het ' a shame' is dat de accountants-hoogleraren niet thuis geven als hen om een reactie wordt gevraagd. En dan komen ze weer bij iemand als ondergetekende uit. Hetgeen niet goed is: ik heb niet de pretentie de wijsheid in pacht te hebben. Voor het evenwicht in het debat is het veel beter indien dat debat breder wordt gevoerd. Tot slot verwijs ik graag naar het debat en de literatuur (in een eerdere reactie van mij weergegeven) zoals die plaatsheeft in de medische sector en met name binnen het juridische wetenschapsgebied. Ik denk dat wij daar als accountants en hoogleraren iets van zouden kunnen leren. Groet, Marcel
Robert Flinterman
Zou het mogelijk zijn de discussie wat abstracter te voeren? Wat zijn de algemeen aanvaarde standpunten in de academische wereld over nevenfuncties van hoogleraren? Is het bijvoorbeeld aanvaardbaar dat een prof in de farmacie ook bij een farmaceutische fabriek werkt?
Ruud Vergoossen
Marcel, dat is nogal een boude bewering die je doet. Ik zou het artikel in het FD verkeerd hebben begrepen? Ik heb het artikel heel goed begrepen, maar als mijn woorden uit mijn reactie op het artikel in een andere context worden geplaatst dan kan het inderdaad overkomen alsof ik het artikel niet heb begrepen. Het uit hun verband rukken van mijn woorden vind ik niet gepast. Want als wij een debat voeren dan doen wij dat op een zuivere wijze, toch? Marcel, ik zou zeggen lees bijvoorbeeld mijn bijdragen in de afgelopen tien jaar in de rubrieken Optiek en Recht en belastingen van het FD er maar op na of artikelen van journalisten van het FD en de Financiële Telegraaf naar aanleiding van onderzoek dat ik heb gedaan. Die gaan echt niet (alleen) over technische kwesties. Mijn opiniestukken en het naar buiten brengen van onderzoeksresultaten via de algemene pers zijn juist ook bedoeld om te participeren in het maatschappelijk debat. Dat het niet in jouw straatje past, kan ik helaas niet helpen. Zo heeft iedere hoogleraar zijn eigen paradigma en zijn eigen stijl om aan het debat deel te nemen. Ik betrek dit hele verhaal zo op mij persoonlijk, omdat ik mij door het artikel in het FD in mijn wetenschappelijke integriteit voel aangetast. Ik heb het hier niet over andere hoogleraren. De titel van mijn reactie in het FD is dan ook: "Partner-hoogleraar accounting kan wél". En van die kalkoen die naar het kerstfeest gaat... Ja, wat zal ik zeggen. Leuk gevonden, maar inmiddels wel erg afgezaagd. Net als die slager die zijn eigen vlees keurt. Laten we hopen dat hij dat blijft doen...
Marcel
Ha Wolfgang, dank voor je prima bijdrage, aanvulling en terechtwijzing. Ik ben - en ik denk dat we dat allen moeten zijn - zowel geïnteresseerd in de mening van de praktijkman of -vrouw, de partner, als in die van de wetenschapper. Terecht laat Barbara Majoor blijken dat die combinatie in het onderwijs nuttig en nodig is. Maar het artikel ging over het maatschappelijk debat. Ik noemde enkele vraagstukken die daarin spelen. Bij zowel de vraag of de kritiek op het accountantsberoep terecht is als de analyse van te nemen maatregelen is het wezenlijk dat een deugdelijke analyse met pro's en contra's plaats heeft. En is het van belang dat accountantsorganisaties zich - al dan niet via individuele partners - zich als betrokkenen laten horen. Om hun argumentatie aan te leveren. Maar evenzo is het van belang dat met enige distantie, zonder directe betrokkenheid of verantwoordelijkheid, door onafhankelijken naar de materie wordt gekeken. Die onafhankelijkheid zie je - tot op zekere hoogte - bij media en politici en mag je veronderstellen aanwezig te zijn bij wetenschappers. Punt is dat naar mijn mening - en ik sta daar niet alleen in - diverse collega's die in de combinatie accountant/partner/hoogleraar zelf de diverse petten naar buiten toe niet altijd scheiden. In het betreffende FD-artikel verkocht Philip Wallage bijvoorbeeld (waarvan het overigens heel goed is dat juist hij wel regelmatig durft te reageren, daarbij het risico nemende aangesproken te worden) een aantoonbaar ' broodje aap'-verhaal (aperte onzin) over de rol van accountants bij boekhoudschandalen, met name enkele door hem bij naam genoemde zaken. Een dergelijk verhaal vertellen als partner is wat mij betreft al dubieus; dit mede gezien onze gedrags- en beroepsregels waarin zaken staan als integriteit, professioneel gedrag, deskundigheid en zorgvuldigheid. Maar als hoogleraar sprekend geldt in zo'n geval nog een grotere verantwoordelijkheid. Uiteraard gaat het mij niet om Philip Wallage of om wie dan ook. Er zijn veel meer voorbeelden te noemen. Zo wijs ik - en ik deed dat al meerdere keren - op een wat mij betreft even onzinnige opmerking van Roger Dassen, die zich liet interviewen als bestuursvoorzitter en zich tevens liet afficheren als hoogleraar en stelde dat in het licht van de huidige crisis accountants geen blaam trof. Ook dat zie ik als een onjuiste, misleidende voorstelling van zaken die noch een accountant, noch een partner, noch een bestuursvoorzitter, noch een hoogleraar past. En zo zijn er meerdere voorbeelden te noemen. Zo verschijnen er regelmatig ingezonden brieven in het FD waarin partner-hoogleraren zich onder die dubbele pet presenteren en een eenzijdige duiding van de feiten geven. Het is dan niet de krant, het zijn dan niet de lezers die de verwarring oproepen en de petten niet scheiden, dat zijn dan de auteurs. Overigens is het jammer dat genoemden en andere betrokkenen kritiek zo vaak onbesproken laten. Wellicht hebben zij de zaken anders bedoeld, zijn ze onjuist of onvolledig geciteerd of worden ze verkeerd begrepen. Juist dan is deelname aan het maatschappelijk debat noodzakelijk teneinde de beeldvorming niet een verkeerde kant uit te laten doorslaan. Voorts ben ik het met je eens dat de mening van een individuele partner-hoogleraar niet gelijk gesteld mag worden aan de mening van de accountantsorganisaties. En deel ik je oproep om ook anderen dan hoogleraren tot het debat op te roepen. Echter, ten aanzien van het gewraakte FD-artikel is het wel zo dat de accountantsorganisaties zelf meenden te moeten reageren. Zo stelde de woordvoerder van E&Y in een reactie 'dat hun hoogleraren geen spreekverbod hebben, maar dat ze hen juist stimuleren een maatschappelijke bijdrage te leveren via het onderwijs'. Zoals gezegd nuttig, maar de taak van een hoogleraar reikt verder en bovendien ging het artikel in het geheel niet over onderwijs. Vanuit PwC werd aangegeven dat hun hoogleraren andere prioriteiten stellen. Tsja. Waarom dit nuttige debat? Omdat het zonde is dat de denkcapaciteit van de diverse hoogleraren onvoldoende weerslag krijgt in het debat over de noodzakelijke hervormingen binnen ons beroep. Zo gaat Eurocommissaris Barnier dadelijk met voorstellen komen waarvan het nog maar de vraag is of die de oplossing voor het juiste probleem vormen. Het is mede het ontbreken van een zuiver en volwassen wetenschappelijk debat dat maakt dat het accountantsberoep een groot deel van de regie over het eigen vak is kwijtgeraakt. Zelfregulering is voltooid verleden tijd. Een begrip als materialiteit wordt niet langer door accountants maar door politici via wetgeving gedefinieerd en zo zijn er meer voorbeelden te noemen. Het is dat de accountantslobby nog steeds stevig genoeg is om de politiek enigzins in een door het Accounting Establishment gewenste richting te duwen. De recente Kamerbrief van minister De Jager over het accountantsberoep is daar een treffend voorbeeld van. Groet, Marcel
Wolfgang Paardekooper
Het feit dat de nadruk wordt gelegd op hoogleraren die partner zijn bij een accountantsorganisatie roept de vraag op of je geïnteresseerd bent in de wetenschappelijke mening of de mening vanuit de ervaring van de praktijk die zij hebben. En juist de combinatie kan buitengewoon interessant zijn in de discussie. Wel moeten we niet vergeten dat zeker in het maatschappelijk debat de mening van een partner, al dan niet als hoogleraar (ten onrechte) al snel wordt vertaald als de mening van de accountantsorganisatie. Of je nu wilt of niet daar moet je rekening mee houden. Het is daarmee mogelijk minder de vraag of de hoogleraar de verantwoordelijkheden kan scheiden danwel of de participanten in het debat dat kunnen en ook doen. Feitelijk roep je op tot een transparant debat op inhoud, maar dat vraagt wel om respect en ruimte van alle betrokkenen bij zo een debat en een duidelijke weging van de verschillende rollen die de deelnemers aan het debat in de dagelijkse praktijk vervullen. Ook de input van ervaren in de praktijk actieve accountants zonder directe wetenschappelijke rol is van belang in het maatschappelijke debat. Wellicht ook hen oproepen?
Marcel
Beste Jan, de discussie loopt in andere sectoren zeker. Met name binnen de medische en pharmaceutische sector en binnen de advocatuur rechten. Ik zal de redactie het werk besparen en enige verwijzingen geven. Zie voor de verwevenheid binnen de eerstgenoemde sector met name het voortreffelijke boek 'Hooked' van Howard Brody (2008). Binnen rechten is de discussie over wat is wetenschap en de rol van de advocaat/wetenschapper met name aangezwengeld door Carel Stolker, voormalig decaan van mijn Leidse rechtenfaculteit. Google op zijn naam en je kan wel wat literatuur vinden. Recentlijk (2010) schreef W. de Haan in Delikt en Delinkwent een prima stuk over de materie waarin hij niet alleen juristen, maar ook accountants betrekt. Zoek via Google op de titel van zijn bijdrage, nml.: 'Dubbele petten. Aandacht voor de vraag de onafhankelijkheid van de hoogleraar in het straf(proces)recht' . Verder kan ik verwijzen naar een stuk in de laatste uitgave van het Nederlands Juristenblad dat handelt over het deskundigenregister. Ik citeer er in mijn blog uit (N.J. Kwakman, Het deskundigenregister, NJB 16 september 2011). Veel leesplezier! Groet, Marcel
Jan Wietsma
Beste Marcel, Terecht stel je een aantal zaken aan de orde. Nu ben ik geen wetenschapper en alles wat ik zou opmerken zou ook niet meer zijn dan een opinie, die inwisselbaar zijn voor even zovelen. Ik ben veel benieuwder naar de opinie van wetenschappers uit andere disciplines. Wat vinden die er nu van. Een mooie taak voor de redactie van de Accountant om dat eens uit te zoeken lijkt mij. Meer in zijn algemeenheid kan ik wel zeggen dat delen van het maatschappelijk verkeer teleurgesteld zijn in de wijze waarop de accountant zijn morele verantwoordelijkheid neemt. Ten diepste gaat het daar bij Barnier ook om, wellicht dat hoogleraren in algemene zin hierop wat meer reflectie zouden kunnen tonen. Groet, Jan
Willem D. Okkerse MBA
Echte wetenschappelijke deskundigheid veronderstelt niet alleen bepaalde basiskwaliteiten, maar vaak ook zeer specifieke kennis en know how, en nog afgezien daarvan, in de allereerste plaats een kritische, min of meer rebelse houding en een zekere gedrevenheid om vanzelfsprekendheden aan de kaak te stellen. Echte wetenschappelijke deskundigheid is gefundeerd op het adagium: "Je kunt het ook anders zien.' Nou Marcel : dit is wel de knuppel in het OK-Score hoenderhok.......... Wordt vervolgd
Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.
Aanmelden nieuwsbrief
Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.