Geen garantie voor de toekomst
Veel accountants zijn huiverig voor een te vergaande uitbreiding van hun verantwoordelijkheden als het gaat om de poortwachtersfunctie, specifiek bij toekomstgerichte elementen in de controleverklaring. Was het niet Limperg die meer dan tachtig jaar geleden al stelde dat de accountant niet meer verwachtingen moet wekken dan hij kan waarmaken?
De wet onderkent dat er beperkingen zijn aan het inzicht dat de jaarrekening geeft in de toekomstige ontwikkelingen bij een onderneming. Wellicht kort door de bocht geparafraseerd op basis van artikel 362 in BW2, maar daarom niet minder waar. Maar angst is een slechte raadgever, want het maatschappelijk verkeer vraagt wel degelijk iets anders aan de accountant dan in het verleden. Laten we daarom proactief en reëel zijn als het gaat om de discussie met de maatschappij over de rol van de accountant.
Die rol is ontstaan vanuit de wens van investeerders om de verantwoording van het management over het gevoerde beleid - de jaarrekening - te laten controleren door een onafhankelijke derde. De financiële verslaggeving lijkt echter steeds meer een andere rol te krijgen, gebruikers willen namelijk inzicht in de toekomst: 'Wat is het business model, wat zijn de belangrijkste value drivers, hoe worden de plannen gefinancierd, wat zijn de belangrijkste risico's en hoe worden die beheerst.' Begrijpelijke vragen maar wel deels in de categorie: ‘Wat voor weer wordt het morgen?' Je kunt serieus kijken naar de factoren die je kent en die meewegen, maar de onbekende factoren kunnen een dusdanige impact hebben dat de verwachting totaal onjuist is. Dat wil echter niet zeggen dat er niet serieus is gekeken naar de bekende factoren en dat de weerman zijn werk niet goed zou hebben gedaan. Hierbij past overigens de stelling dat het bedrijfsleven eerste een coming out moet doen voordat de accountant er wat van kan vinden.
Betekent dat nu dat de weerman zich alleen moet beperken tot het analyseren van het weer in de afgelopen dagen? Nee, want er is behoefte aan voorspellingen over het weer en goed opgeleide meteorologen zijn het best gekwalificeerd om een dergelijke voorspelling te doen. Alleen moeten we leven met de wetenschap dat de meteoroloog er ook naast kan zitten.
Daar kan ook de toegevoegde waarde van de accountant liggen. De accountant kan desgewenst kijken of de uitgangspunten van het management voor de toekomst voldoende rekening houden met de veronderstelde relevante factoren en daar zijn visie over geven. Daar kan hij niet de zekerheid bij geven die de huidige jaarrekeningcontrole geeft, simpelweg omdat ondernemen risiconemen is waarbij sommige risico's bijvoorbeeld door externe factoren anders kunnen uitpakken.
Of de accountant daarbij gebruik moet maken van een ‘weeralarm' of dat hij soms, zoals de hofnar dat in de middeleeuwen deed naar de heerser, fundamentele kritiek moet leveren op de bredere ontwikkelingen in een branche zal verder moeten worden uitgewerkt.
De disclaimer boven deze column is dan ook juist maar niet volledig. Hij zou een positief slot kunnen krijgen: De jaarrekeningcontrole geeft geen garantie voor de toekomst, maar geeft wel de Integere, Objectieve, Deskundige en Zorgvuldige, Professionele visie hierop van een accountant. Dat is iets waar we mee aan het werk kunnen in discussies met de belanghebbenden uit de maatschappij.
Zouden accountants en het maatschappelijk verkeer elkaar hierin kunnen vinden?.
Peter Eimers
Deze bijdrage is ook verschenen in Accountant van september 2011. Accountant bevat maandelijks een column van het Adviescollege.