Opinie

'Brussel' opent auditstrijd op twee fronten

Terwijl alle ogen gericht zijn op en enkele mondjes zich al heftig roeren over de frontale aanval van Barnier c.s. op het bedrijfsmodel van de openbare accountantsberoep, heeft het Europees Parlement nu ook de discussie geopend over de ‘waar voor je geld'-vraag aangaande de Europese Rekenkamer.

De geplande 'hearing' van haar Budget Controle Commissie (CONT) van 19 september 2011 mag dan - vanwege een evacuatie van alle Brusselse EU-gebouwen die middag - zijn uitgesteld, het is zeker geen afstel. Daarvoor is de latente onvrede binnen parlementaire kringen over de rol en potentie van de Europese Rekenkamer (ERK) te groot. 

De kernvragen zijn: 

Had de ERK geen robuustere rol kunnen spelen in de signalering van de financiële crisis? Wat zijn de mogelijkheden om haar mandaat meer richting 'economy, efficiency en effectiveness' (de bekende EEE's) te buigen? En drie, staat het bedrijfsmodel inclusief de eigen governance van de ERK, een meer inhoudelijke rol in de weg? 

De CONT-hearing mag zijn uitgesteld, de contouren van de strijdvragen en mogelijke antwoorden zijn te vinden in de agenda en 'position papers' van de opgeroepen getuigen, inclusief ondergetekende. 

Ik heb altijd waardering gehad voor de financiële controlerende en signalerende rol van de ERK. Met uitzondering dan van de ongerijmdheid tussen enerzijds haar afkeuring van het EU-uitgavencontrolestelsel in haar geheel, en anderzijds de de facto goedkeurende verklaring op de rekeningen. Maar laten we dat even zien als louter een zaak voor vakidioten. 

Ik vind wel dat de zogenoemde DAS-verklaring (Déclaration d'Assurance) over de formele uitgavendiscipline van de EU, haar tijd heeft gehad. Het is een voorspelbaar ritueel geworden, met dubieuze foutenmarges waarvan de uitkomsten ook voor de komende vijf jaar redelijk voorspelbaar zijn. En bovendien geeft, ongeacht de (negatieve)uitkomsten, het Parlement de Europese Commissie daarna toch altijd gewoon decharge. 

Het lijkt me daarom goed om de DAS te laten vervallen of eens in de vijf jaar te doen, en daarmee energie vrij te maken voor een veel inhoudelijker 'EEE'-rol van de ERK, ook op het punt van tijdige diagnose van fiscaal systemic risk in de EU. 

Dat die bredere, diepere en meer prognostische rol er moet komen, en dat het huidige mandaat daar ruimte toe biedt, daar zijn alle partijen het wel over eens, ook de ERK zelve. 

Ik denk zelf dat, als de ERK zich gaat storten op een signaleringsrol voor systeemrisico's - die via allerlei creatieve financiële instrumentenwegen ook de budgetruimte van de EC bedreigen - dit niet eens een zwaar beslag zal leggen op het ERK-budget. 

Want zodra de ERK zou suggereren dat daar meer dan tien verstandige en competente mensen voor nodig zijn, moeten alle waarschuwingslampen gaan branden. Wij weten immers al wat deze risico's zijn en waar ze zitten. 

Dat wisten we ook toen we de euro invoerden. Wij hebben alleen een onafhankelijke en deskundige stem nodig die dat goed in kaart brengt en er de Europese instellingen en haar burgers tijdig over informeert en mee confronteert. 

De enige resterende 'sta-in-de-weg' is dan nog de governance-constructie die de ERK zelf, misschien begrijpelijk maar niet verstandig, niet ter discussie wil stellen: Het feit dat haar eigen topmanagement ('College') beleid voert op basis van een door het Europees Verdrag bepaald consensusmodel en moet worden gekozen op basis van 'één lid per EU-lidstaat', voorgesteld door de nationale regeringen. 

Dat wekt allereerst de vrees dat de dames en heren er ook zitten om de eigen nationale belangen te behartigen - wat uiteraard wordt ontkend. 

Maar nog belangrijker: het beperkt de talentenpool waaruit kan worden gekozen. En dat voor een organisatie die wordt geacht professionaliteit, onafhankelijkheid en deskundigheid hoog in haar vaandel te voeren. 

Dit probleem zou zich nog verder verscherpen als de ERK zich ook zou gaan uitspreken over de huidige fiscale besluitvormingsprocessen en -risico's, waar nationale belangen extra sterk spelen. 

Het feit dat het Europees Parlement nu ook deze vraag hard op tafel heeft gelegd, geeft hoop op een betere toekomst. 

Maar, net als bij het debat over het bedrijfsmodel van het openbare beroep: op verandering van binnenuit kan beter niet worden gewacht. Die komt er nooit. Dat vraagt dus om externe druk. 

En die is nu echt begonnen, op beide fronten, in Brussel. 

Jules Muis

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jules Muis verliet in 1995 het openbare accountantsberoep en was vervolgens vice president en controller van de Wereldbank en directeur-generaal en chief internal auditor van de Europese Commissie. Van 2014 tot eind 2020 was hij lid van de Public Interest Oversight Board (PIOB). Muis was van oktober 2012 tot oktober 2015 ook lid van de Board of Auditors van het European Stability Mechanism (ESM). Jules Muis schrijft op persoonlijke titel.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.