Mooi vak. Een student droomt van zich af
Vakantie geeft altijd de mogelijkheid om terug te kijken op het afgelopen seizoen. Nu wordt er nog wel eens geklaagd dat ons vak niet meer zou zijn wat het was. Mijn laatste college ging daarover. Iemand constateerde dat er vooral op prijs werd geconcurreerd en niet op kwaliteit en toegevoegde waarde. Het deed me denken aan een recent voorbeeld uit mijn praktijk.
Het is vrijdagmiddag 17.00 uur. Zojuist mijn laatste college van dit studiejaar gehad en ik kreeg een sms van mijn baas: "Op kantoor komen. Nu! Er moet dit weekend hard gewerkt worden. Neem een tandenborstel mee, je weet maar nooit." Ik rij van de universiteit naar kantoor. Er heerst een nerveuze stemming. Het gaat om een van onze grootste klanten. Beursgenoteerd. De auditcommissie is geweest en ook de commissarissen hebben de jaarstukken al goedgekeurd. Alle controlebevindingen zijn besproken en waar nodig verwerkt. Op maandagmorgen voor beurs gaat het persbericht naar buiten en de jaarrekening op de website. Het elektronisch dossier bevat inmiddels 1.5 GB aan informatie, 1.600 controlestappen die moeten worden afgewerkt, en tien formele consultaties waarvan er nog drie definitief moeten worden goedgekeurd. De managers, partners en de OKB hebben belangrijke delen al beoordeeld. Wat blijft zijn de laatste puntjes op de ‘i', afdocumenteren en vaststellen dat de correcties goed in de drukproef en het persbericht terecht zijn gekomen. Specifiek probleem is dat de datering van de jaarrekening maandagmorgen voor beurs is, hetgeen betekent dat de controleverklaring tussen zondagavond 24.00 uur en maandagochtend 09.00 uur moet worden afgegeven.
Een collega vraagt nog of dit niet anders had gekund, beter gepland. Deze werkzaamheden waren toch te voorzien? Dit kan toch ook doordeweeks? Overdag en in alle rust? De collega wordt door de eindverantwoordelijke partner uitgekafferd: "Als je hier carrière wilt maken, dan stel je dit soort vragen niet. De klant is koning en moet op tijd worden bediend!"
Zaterdagochtend 09.00 uur. De eerste teamleden druppelen binnen bij de cliënt op kantoor. De drukproef van de jaarstukken ligt klaar. Ik krijg mijn portie van het controlewerk. Met een strakke deadline. Het moet dan echt af zijn. "Zo niet, dan vink je het maar blindelings af", zegt mijn leidinggevende. Ik zeg hem dat ik dat niet zo heb geleerd. Hij mompelt iets over theorie en praktijk. Dat je soms pragmatisch moet zijn.
Met tegenzin hou ik mijn mond en ga aan de slag. Ik lever precies op tijd in, maar ben niet tevreden. Heb niet alles goed kunnen doen wat ik wilde en wat volgens de regels zou moeten. Ik zeg dat ook tegen mijn baas. Maar die luistert niet. Er schijnt een probleem te zijn met de national office partner. Een collega van hem die iets belangrijks in de controle moet doen schijnt nog in het buitenland te zitten. Tsja, zelfs dat wisten de hoge heren niet goed in te plannen...
Zondag 10.00 uur. Vandaag moet het echt gebeuren. Een aantal collega's is te laat. De eindverantwoordelijke partner klimt op een stoel. Hij heeft het over boodschappen doen, snacks en drankjes. Als we allemaal ons best doen krijgen we ook nog een voedzame maaltijd. Alsof ik daarop zit te wachten: op zondag eet ik liever thuis. Een gezond maal. Geeft energie voor een drukke, nieuwe werkweek.
Ten opzichte van gisteren is het trouwens anders: de cliënt is in grote getalen aanwezig. Om vragen te beantwoorden en probleempjes op te lossen. Sommige medewerkers bieden zelfs aan ons te helpen bij de controle. Onbegrijpelijk, wat leerden wij ook alweer in les één: ‘Functiescheiding? Onafhankelijkheid?' En ondertussen worden de collega's in het holdingteam nog nerveuzer. De herziene drukproef laat op zich wachten. Sommigen vinden het persbericht te rooskleurig. De partner moet onderhandelen met investor relations van de cliënt. Ondertussen staat het controleteam stil en drinkt koffie. Samen met collega's van de interne accountantsdienst van onze cliënt. Die zoeken nieuwe collega's en zijn daarom erg populair.
Zondag 17.00 uur. Er komen nieuwe collega's. Zij buigen zich over het mvo-verslag waarbij een aparte verklaring wordt afgegeven. Ze grappen over de mooie foto's. Maar wat zal er in staan over de milieuvervuiling, corruptie en de belastingfraude waar onze cliënt dit jaar in de pers mee werd geassocieerd? Ik hoor overigens dat de problemen van gisteravond zijn opgelost. Het national office heeft afgetekend nadat de collega die in het buitenland op vakantie was, van zijn vrouw toestemming had gekregen een kwartiertje met het werk te bellen.
Zondag 19.00 uur. De voorzitter van de raad van bestuur komt binnen en kondigt aan dat er voor eten is gezorgd. Wederom zijn er collega's door dit alles geïmponeerd. Zo'n belangrijk man die komt kijken hoe wij ons werk doen. Ik denk er anders over. Zie het als een vorm van intimidatie. Bovendien erger ik mij aan de joviale sfeer tussen onze eindverantwoordelijke partner en de voorzitter. Is de eerste weer bezig met het binnenboord houden van de opdracht voor volgend jaar? En strijkt de tweede wat lastige plooien weg om en passant zijn bonus veilig te stellen?
Zondag 24.00 uur. Het zit tegen. We moeten nog zo'n honderd controlestappen zetten, waaronder de belangrijke IFRS-disclosures, maar wachten nog op stukken. De belangrijkste man op dat gebied aan onze kant moet naar huis: zijn vrouw gaat bevallen. Er worden drie collega's gebeld, maar die zijn onbereikbaar. Hebben dit weekend vast wijselijk hun telefoon uitgezet...
Maandagmorgen 01.00 uur. Enkele collega's mogen een paar uurtjes gaan slapen. Om zes uur dienen zij weer 'fris' te zijn om de laatste stappen te zetten.
Maandagmorgen 04.00 uur. Het hele team is vermoeid. Sommigen zijn al twintig uur in touw. Onverantwoord, vinden wij binnen ons subteam. Er zijn nauwelijks momenten geweest van bezinning, overleg en reflectie. Daar was geen tijd voor. We vragen ons af of dit nu het mooie vak is waarvoor we hebben gekozen. Dan komt de partner binnen. Met koffie. Hij vertelt een flauwe mop, waarom de carrièremakers in het team hard lachen.
Maandagmorgen 07.00 uur. De laatste loodjes. De race tegen de klok is bijna afgelopen, iedereen is moe. De irritatie onder de medewerkers is groot.
Maandagmorgen 08.00 uur. We mogen naar huis. Alles is getekend. We horen dat de partner van de koffie is overgestapt op bubbels; om het 'succes' te vieren. Wellicht is hij daarom zo vrolijk als hij om half negen in de auto naast mij achter het stuur kruipt. Zou hij niet te veel gedronken hebben? Is dit nu het goede voorbeeld en de juiste toon aan de top?
Thuisgekomen kan ik niet slapen. Heb ik wel het juiste vak gekozen? Waarom laten vijftig mensen zich zo opjagen? Heb ik mijn professioneel-kritische houding wel goed kunnen tonen? Is het verschil tussen de theorie en de eisen van de AFM enerzijds en de praktijk anderzijds niet te groot? Wat zei die hoogleraar ook alweer? Iets van een 'goede planning, is het halve werk'. En: 'Zorg altijd dat je voldoende controlebudget hebt voor een deugdelijke controle.' Maar ook: 'Laat de tijd nooit tegen je werken. Laat je door een cliënt nooit onder druk zetten met deadlines. Bouw altijd voldoende reservetijd in.'
De volgende dag word ik wakker met hoofdpijn. Ik lees de krant en kijk voor het eerst sinds jaren naar personeelsadvertenties. En raak erdoor geïnspireerd. Nog diezelfde week heb ik een sollicitatiegesprek. Het is snel definitief: direct na de zomervakantie verlaat ik de accountancy.