Opinie

Leveren waar de gebruiker om vraagt

In een blauwdruk voor het accountantsberoep pleit Marcel Pheijffer voor maatwerk, waarin de markt bepaalt aan welke vorm van controle in de toekomst nog behoefte is. En in een bijdrage over de kwaliteit van mkb-kantoren stelt Marco Moling voor om eerst invulling aan kwaliteit te geven via een normenkader, rekening houdend met de behoeften bij de gebruiker.

Net als Marcel Pheijffer ben ik een groot voorstander van het ophogen van de grens voor de wettelijke controle. Dat zal mkb-kantoren bewegen tot het leveren van maatwerk dat aansluit bij de behoeften van de gebruiker. Ter illustratie drie voorbeelden.

Eén. De bank van een mkb-onderneming die niet langer controleplichtig is, heeft mogelijk geen behoefte aan de jaarlijkse controleverklaring van oordeelonthouding, maar wel aan zekerheid over de waardering van de geactiveerde goodwill. Heeft de onderneming betaald voor een goudmijntje of voor oude troep? Of, meer in jargon, zijn er indicaties voor een bijzondere waardevermindering van de goodwill? Aan een accountant zou dan een opdracht kunnen worden gegeven om een controleverklaring te verstrekken met uitsluitend een oordeel over de waardering van de goodwill.

Een bank die financiert op voorwaarde van verstrekking van pandrecht op de voorraden en debiteurenvorderingen (voorbeeld twee), is specifiek geïnteresseerd in een controleverklaring waarbij een oordeel wordt gegeven over het bestaan en de waardering van die voorraden en debiteuren.

Daarentegen heeft een potentiële koper van een mkb-onderneming (voorbeeld drie) specifiek behoefte aan een oordeel over de juistheid van de verantwoorde omzet, omdat hij vermoedens heeft dat de verkopende partij deze wellicht te hoog voorstelt. Aan een accountant kan de opdracht worden verstrekt een oordeel te geven over de juistheid van die omzet.

De aard en omvang van de opdracht, en mogelijk ook de belanghebbenden, zullen in de opdrachtbevestiging duidelijk moeten worden omschreven. Wanneer de belanghebbenden bekend zijn, kunnen er ook afspraken worden gemaakt over de materialiteit die ze aanvaardbaar achten en over de rapportagevorm waar zij behoefte aan hebben.

In zo'n nieuwe situatie wordt voor niet-controleplichtige mkb-ondernemingen dus uitsluitend zekerheid verstrekt bij onderwerpen naar keuze, met een materialiteit naar keuze en in een rapportagevorm naar keuze. Maatwerk. Leveren waar de gebruiker om vraagt.

Voor de accountantskantoren is het aannemelijk dat als gevolg van het ophogen van de controlegrens de hoeveelheid werk drastisch zal afnemen. Het pakket aan controleplichtige ondernemingen daalt fors, wat niet volledig zal worden gecompenseerd door de in de voorbeelden beschreven vervangingsvraag die kan ontstaan. Een onderzoek naar uitsluitend de waardering van goodwill of het bestaan en de waardering van voorraden is immers minder omvangrijk dan een volledig jaarrekeningonderzoek.

Bovendien is de cliëntvraag moeilijker te voorspellen, wat het lastig maakt de bezetting en de planning daarop af te stemmen.

En de meerwaarde van maatwerk wordt voor de gebruiker ook alleen echt zichtbaar indien een duidelijk oordeel wordt geveld, bij voorkeur in bewoordingen die geen enkele vorm van twijfel oproepen. Een duidelijk oordeel in de vorm van 'de voorraad bestaat op balansdatum en is juist gewaardeerd' onder verwijzing naar het materialiteitsbedrag dat reeds in de opdrachtbevestiging was opgenomen.

Voor accountantskantoren zou er veel veranderen. Noodgedwongen wordt er afscheid genomen van (een deel van) het vertrouwde pakket aan jaarrekeningonderzoeken en moet er continu worden nagedacht over vragen als 'wat wil de gebruiker?' en 'voldoet ons eindproduct aan de initiële klantvraag?'.

Misschien dat we daarom liever vasthouden aan de fictie van vertrouwensman van het maatschappelijk verkeer, een gebruiker die we niet bij naam kennen en nooit hebben gesproken. Een gebruiker die daardoor aan het einde van het traject ook niet zal zeggen: "Jouw eindproduct voldoet niet aan onze verwachting." Althans, totdat de uitnodiging van de tuchtrechter op de mat valt.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Johan Nelemans is extern accountant bij ESJ Audit & Assurance BV. Hij was de eerste voorzitter van de adviesgroep young professionals van het toenmalige NIVRA.

3 reacties

Edwin Mafficioli del Castelletto

Het ophogen van de grens voor de wettelijke controle zal leiden tot het leveren van maatwerk door de accountant bij MKB ondernemingen die op dit moment net boven de grens vallen? Is het maatschappelijk verkeer niet nu al meer gebaat zijn bij maatwerk; ook al is dat een aanvulling op de controleverklaring bij de jaarrekening. De aangehaalde voorbeelden worden in de huidige situatie al op andere manieren ingevuld. Het eerste voorbeeld met betrekking tot de zekerheid over de waardering van de geactiveerde goodwill wordt door de bank zelf uitgevoerd. Elke bank heeft een interne afdeling die waarderingen van goodwill aanvullend uitvoert. Bij MKB ondernemingen (die net de wettelijke controlegrenzen passeren) wordt deze goodwill vaak afgetrokken van het vermogen zodat het überhaupt geen basis is voor de financiering. Mocht de bank de goodwill apart hebben gefinancierd dan zal de bank eerder geneigd zijn een bevestiging te vragen aan haar interne afdeling. Indien een externe bevestiging nodig wordt geacht dan zal de opdracht toch eerder gaan naar een Register Valuator (RV) dan een accountant? Het tweede voorbeeld betreft de reguliere zekerheden bij financieringen van MKB ondernemingen, zoals een pandrecht op voorraden en debiteurenvorderingen. Hiermee ben ik het helemaal eens, indien de onderneming geen controleverklaring bij de jaarrekening heeft dan zal de bank verwachten dat er een oordeel wordt gegeven over het bestaan en de waardering van die voorraden en debiteuren. Een andere visie kan zijn; leidt een (goedkeurend) oordeel van de accountant bij de bank tot een verlaging van het risico bij het zogenaamde Risico Gewogen Activa (RWA)? Oftewel zullen de DNB en het AFM financieringen aan het bedrijfsleven met een controleverklaring een lager risicoprofiel meegeven dan zonder controleverklaring. Blijft het risicoprofiel gelijk dan is het maar de vraag of het leveren van maatwerk in dit voorbeeld echt zo’n vlucht zal nemen. Het derde voorbeeld betreft de juistheid van de verantwoorde omzet bij een overname. Als sprake is van een overname bij een MKB onderneming dan is dit meestal een proces dat al enige tijd loopt en dat het hebben van een controleverklaring de interesse van potentiële kopers zal ondersteunen. Daarnaast betekent het proces van het verkopen van de onderneming dat er een tendentie zit in het cijfermateriaal, waardoor de accountant toch al bij de reguliere controle de juistheid van de omzet zal controleren. En als er geen controleverklaring is, dan zal de accountant van de overnemende partij een due diligence uitvoeren – uiteraard met nadruk op de juistheid van de omzet. Maar Johan Nelemans stelt terecht wanneer de grenzen voor wettelijke controles omhoog gaan dat er meer bijzondere onderzoeken zullen komen bij deze ondernemingen. Alleen wat heeft het maatschappelijk verkeer aan een controleverklaring met een beperkte verspreidingskring. De jaarrekening van een MKB onderneming blijft ongecontroleerd, echter de bank heeft een zekerheid bij het bestaan en de waardering van de voorraden en debiteurenvorderingen door middel van een controleverklaring met beperking in de verspreidingskring. Hoe duidelijk het oordeel van de accountant ook zal zijn bij deze controleverklaring, het maatschappelijk verkeer zal hier niets van weten. Waarom wordt er niet gefocust op de kracht van de controleverklaring bij de jaarrekening? Bijvoorbeeld een kredietverzekeraar zoals Atradius of een bedrijfsinformatie verzamelaar als Graydon waarderen bedrijven op basis van hun cijfers (lees: jaarrekening) en laat nu net de controleverklaring bij de jaarrekening een aanvullende zekerheid zijn. Dit geeft klanten en leveranciers meer vertrouwen en dat is ook het maatschappelijk verkeer! Accountants dienen gewoon eerst beter te gaan controleren. Minder fouten maken ook bij kleinere controleopdrachten, zoals ondernemingen die net de wettelijke grenzen overschrijden. Hierna zouden belanghebbenden (lees: NBA, NVB, DNB, AFM, etc.) de waarde van de controleverklaring (mede) kunnen verbeteren, bijvoorbeeld op onderdelen zoals ik hierboven geschetst heb. Wanneer de grens voor de wettelijke controle omhoog gaat zullen niet-controleplichtige ondernemingen een vrijwillige controle uitvoeren – op de jaarrekening of op onderdelen hiervan. Zal dit leiden tot een eindproduct dat wel voldoet aan de verwachtingen van het maatschappelijk verkeer?

anton ewoldt

Ik heb altijd begrepen dat de controledoelstelling bij de omzet in de eerste plaats is: devolledigheid en daaran de juistheid en daarna de presentatie en rubrecering. Van wege het 'mooie vak" kan ook de vakliteratuur mooi zijn! Met de inhoud en gegevn voorbeelden van Johan Neelemans ben ik het gheel eens en zouden we afmoeten van de ficties in ons mooie beroep: "de verstandige leek in het maatschappelijk verkeer" (nooit ontmoet); inventarissen op 31 december en er nooit "een accountant op oudejaarsavond thuis kan zijn" . Nooit vermoed dat de discussie ove het mooie vak bepaalt wordt door planning en logistieke problemen.

Arnout van Kempen

Logisch, dat pleidooi om de controlegrens te verhogen, hoewel ik iedere hoogte arbitrair en dus strikt genomen onzinnig vind. Je zou, denk ik, veel eerder moeten kijken naar de machtspositie van stakeholders. Daar waar stakeholders een gerechtvaardigd belang hebben bij een gecontroleerde verantwoording, maar ze missen de positie om die af te dwingen, is het aan de wetgever om een controleplicht op te leggen. Denk aan beursgenoteerde ondernemingen. Omvang is in feite een non-argument. Maar daar waar stakeholders dat belang hebben, en niet kunnen afdwingen, moet je niet al te makkelijk afscheid nemen van de rol van vertrouwensman. Al was het op historische gronden: waarom zou het fundament van het openbaar accountantsberoep nu ineens een fictie zijn geworden? De wereld kan fors veranderd zijn, wie zich verdiept in accountingschandalen van een eeuw geleden, in de start van het accountantsberoep en de discussies die toen gevoerd werden, ontdekt al heel snel: de verschijningsvormen zijn dan wel veranderd, de fundamenten van het financiële systeem en van het audit-beroep, zijn helemaal niet substantieel veranderd. Wie Limperg en zijn leer van het gewekte vertrouwen, inclusief de vertrouwensman van het maatschappelijk verkeer bij het grof vuil wil zetten, moet van goede huize komen. het maatschappelijk verkeer heeft een stem. Of beter, 150 stemmen. En die 150 stemmen, de Tweede Kamer, hebben bij duidelijke meerderheid er voor gekozen het maatschappelijk verkeer een nog wat duidelijker stem te geven, in de vorm van de AFM die op grond van de WTA wel degelijk kan zeggen: " jouw eindproduct voldoet niet aan onze verwachting". En dat doet de AFM dan ook, luid en duidelijk, namens het maatschappelijk verkeer. Kortom, ik kan me best vinden in de opinie van Johan, maar deze is wat mij betreft te beperkt, doet teveel alsof de accountant alleen werkt voor ondernemers met financiers die in een machtspositie zijn om controle naar behoefte af te dwingen. Die voorstelling van zaken is in het kleinere MKB mogelijk correct, in het grotere MKB, bij beursgenoteerde ondernemingen en bij talloze instellingen die geen onderneming drijven, is deze voorstelling ongenuanceerd en in (grote) delen onjuist. Accountants mogen graag zichzelf slaan, maar doen alsof de kernfunctie, die van vertrouwensman van het maatschappelijk verkeer, fictie is, is in regelrechte tegenspraak met wat de wetgever, de toezichthouder, (organisaties van) beleggers en analisten, etc., etc. zeggen of laten blijken. En dat roept de vraag op: is doen alsof de vertrouwensfunctie een fictie is niet eigenlijk een al te makkelijke uitweg van de kritiek die het beroep soms krijgt? Doen wat de gebruiker vraagt betekent niet beweren dat je kernfunctie een fictie is, maar betekent voor veel instellingen en ondernemingen, met een brede kring van stakeholders zonder sterke individuele macht, nu juist het GOED invullen van de rol van vertrouwensman van het maatschappelijk verkeer.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.