Welke kwaliteit bij mkb-kantoren moet beter en hoe?
De kwaliteit bij mkb-kantoren moet beter. Je kon erop wachten. Nadat de AFM al had gerept over de kwaliteit bij de grote kantoren is het nu tijd om de mkb-kantoren onder het vergrootglas te leggen.
Gesteund door CKO- en Raad van Toezicht-onderzoeken blijkt dat ruim een derde van de in 2010 getoetste kantoren een onvoldoende scoren. Door de discussies die volgden raakte ik snel geprikkeld.
De SRA was er als de kippen bij om te benadrukken dat hun toetsingsresultaten een veel positiever beeld lieten zien. Chapeau! Ik ben benieuwd naar wat SRA-kantoren beter doen dan niet-SRA-kantoren? Welke toetsingsprogramma's worden gehanteerd? Is het normenkader vergelijkbaar met dat van de beroepsorganisatie? Zijn de onderzochte kantoren te vergelijken?
Uit nadere analyse blijkt dat SRA-kantoren vaak groter zijn en vaker getoetst worden. De lagere scores bij de beroepsorganisatie worden mede veroorzaakt door een relatief grote groep van onderzochte starters en kantoren die voor de eerste maal getoetst zijn.
Mkb-kantoren met vergunning zijn overigens niet meegenomen in het eindoordeel.
Misschien goed om de koppen eens bij elkaar te steken. Appels met appels vergelijken met als doel een uniforme gedrags- en toetslijn voor alle kantoren.
Een nadere analyse van alle toetsingsresultaten tussen beide groepen is sterk aan te bevelen. Resultaten naar kantoorgrootte, leeftijd kantoor, aard en omvang van cliënten en splitsing vergunning versus niet-vergunninghouders, normenkaders binnen toetsprogramma's, werkwijze van de toetsers en de wijze waarop kantoren geselecteerd worden.
Als er al een behoefte bestaat bij de gebruiker in het mkb naar de broodnodige kwaliteit die geschetst wordt, lijkt nu het juiste moment om daar gezamenlijk gehoor aan te geven.
Wat is die kwaliteit eigenlijk? Misschien is het goed om daar eerst invulling aan te geven via een normenkader. Nee, niet vanuit onze eigen invullingen, maar rekening houdend met de behoeften bij de gebruiker. De externe analyse als basis voor ons intern toetsingsprogramma. In het mkb is dat vooral de fiscus, de bank en de cliënt, allemaal met eigen gedachtes en invullingen.
De cliënt mis ik volledig in alle discussies die gevoerd zijn over de kwaliteitsimpulsen. De gemiddelde mkb-ondernemer interesseert het namelijk geen moer of ons dossier op orde is en of een kwaliteitshandboek beschikbaar is. Hij wil een dienst tegen scherpe tarieven en geen gedonder met de bank en fiscus.
Prachtige kwaliteitsmaatregelen en daarop aangepaste tarieven biedt de mkb-ondernemer namelijk geen honderd-procentgarantie. Hij maakt zijn keuzes op gevoel en vertrouwen. Bovendien wil hij zo min mogelijk betalen.
Eventuele toekomstige extra kwaliteitsmaatregelen voor accountantskantoren werkzaam voor het kleinbedrijf (92 procent van alle bedrijven!) betekent op den duur dat wij ons qua tarieven definitief uit de markt plaatsen ten faveure van bijvoorbeeld administratiekantoren.
Hoe kunnen wij onze kwaliteit écht zichtbaar maken voor de mkb-ondernemer? Hoe zorgen wij dat deze mkb-ondernemer met liefde onze gerechtvaardigde tarieven wilt blijven betalen? That's the question!
Deze bijdrage is ook als column geplaatst in het juli/augustusnummer van Accountant.