Neoliberaal pleidooi afschaffen controleplicht biedt geen oplossing
Afgelopen weekend publiceerde het FD de reacties op de geruchtmakende 'Blauwdruk' die Marcel Pheijffer heeft geschreven voor een nieuwe organisatie van het accountantsberoep. Het stuk is met de nodige terughoudendheid ontvangen. Mijn eigen bezwaar is dat zijn ‘neo-liberale' pleidooi geen analysekader en geen oplossing biedt.
Ronald Plasterk, toch een criticaster van ons beroep, reageerde ronduit negatief en ook Rients Abma (Eumedion) sprak zich uit tegen het belangrijkste punt van het betoog, te weten afschaffen van de wettelijke controleplicht en de markt zijn werk laten doen, in de verwachting dat kwaliteitsverhoging daarvan het resultaat zal zijn. Jammer, want we krijgen niet dagelijks de gelegenheid om eens helemaal vanaf nul aan te geven hoe wij ons beroep zelf zouden willen regelen.
Vanwaar deze koele ontvangst?
Ik denk dat het antwoord in dezelfde editie van het FD staat, enkele pagina's verderop. Daar wordt nog eens nagekauwd op de kredietcrisis, en wel door Charles Ferguson te citeren, de maker van de film 'Inside job' (2010). In deze film probeert Charles Ferguson aannemelijk te maken dat de hoofdrolspelers in de kredietcrisis, te weten de ceo's van een aantal banken in de VS, vanaf het begin hebben geweten wat ze aan het doen waren en dat dit moest eindigen in een catastrofe.
Daaraan verbindt hij de conclusie dat deze mensen in de gevangenis thuishoren, en hij spreekt zijn verwondering er over uit dat dat in geen enkel geval is gebeurd.
Er staat een prachtige foto bij van één van de 'schuldigen': Angelo Mozilo van Countrywide Financial. Voor het geval de lezer het nog steeds niet mocht begrijpen, staat boven het artikel paginabreed dat het hier gaat om 'de Al Capones van Wall Street'.
Dat is niet gering. Immers de financiële sector bestaat bij de gratie van het vertrouwen van het publiek, en hier gaat een toonaangevende kwaliteitskrant (vind ik) de top van deze sector direct associëren met de georganiseerde misdaad.
En het is ook niet de eerste keer dat ze dit doen: Een commentaar over de rol van Goldman Sachs in de kredietcrisis van FD-journalist Joost van Mierlo (11 juni 2011) schetste al eerder het beeld van een betrekkelijk kleine groep van insiders die ieder normbesef hebben verloren en er blijkbaar mee wegkomen. Het is een beeld dat beklijft en waar de financiële wereld nog lang last van zal hebben.
In mijn column van juli 2010 heb ik proberen aan te tonen dat het neoliberale marktmodel niet geschikt is om de kredietcrisis te begrijpen. Alhoewel ik de associatie met georganiseerde misdaad te ver vind gaan, ben ik het eens dat we de kredietcrisis alleen kunnen begrijpen als het uit de hand lopen van machtsconcentratie in de (financiële) markt in de handen van een kleine groep van individuen die daar zo hun eigen doelen mee nastreven.
Blijkbaar is ook voor het FD het marktmodel exit als analysekader voor de voorliggende crisis, en dat is in ieder geval winst voor het denken.
Des te meer verbaast het mij, dat Marcel Pheijffer in zijn Blauwdruk voor het accountantsberoep teruggrijpt op dit neoliberale marktmodel. Hij laat zijn 'liberale hart' spreken en verwacht alle heil van de tucht van de markt.
En dat is naïef. Want het neoliberale marktmodel is geen relevant model om het functioneren van de financiële sector, noch van de big four accountantskantoren, te begrijpen. Daarvoor is de machtsconcentratie te groot, het aantal spelers te klein en zijn de relaties te hecht.
De verdienste van Ronald Plasterk is dat hij de big four heeft neergezet als 'schakel in toezicht' op de financiële sector; de verdienste van de invoering van het onafhankelijk publiek toezicht is dat het een breekijzer vormt om deze afgesloten ons-kent-ons wereld te veranderen. Herintroductie van het marktdenken is geen stap vooruit, maar een stap terug. Vandaar de kritische ontvangst van deze Blauwdruk.
Dat wil overigens niet zeggen dat ik het betoog van Pheijffer niet kan waarderen. Daar waar het marktmodel wel past, te weten in het mkb, is zijn oplossing een logische (en daar ben ik dan ook van harte met hem eens).
Pheijffer wijst er in zijn weerwoord op dat hij een uitzondering maakte voor de financiële sector en beursgenoteerde ondernemingen. Dat is natuurlijk juist. Maar het is ook een beetje flauw, want de discussie over het functioneren van de accountant is nu juist ontstaan door missers in de kredietcrisis, en eerder in de beursgenoteerde sector.
Ik mag toch aannemen dat Pheijffer zijn Blauwdruk niet heeft geschreven voor de mkb-accountant, maar (althans in de eerste plaats) voor accountants in de financiële / beursgenoteerde sector? En die discussie tendeert naar toezicht op bovennationaal niveau, waarin de big four-accountantskantoren op één of andere wijze moeten worden ingepast.
Pheijffer heeft zijn 'eerste vel papier' ('nationalisatie' van de controle) ten onrechte verscheurd.