Maak bedrijfseconomische jaarrekening tot basis belastingheffing
De in 2007 door de wetgever geboden mogelijkheid om belastingaangifte en commerciële jaarrekening van kleine bedrijven te laten 'samenvallen' zou een fikse besparing op de administratieve lasten van minimaal € 300 miljoen opleveren. Mogelijk leidt het echter juist tot een lastenverzwaring.
De lastenverlichting zou worden behaald doordat het kleinbedrijf voor zowel de fiscale aangifte als de deponeringsplicht bij de Kamer van Koophandel, kan volstaan met één (fiscale) jaarrekening. Sinds de invoering van de wet in 2007 groeit het toepassen van fiscale grondslagen exponentieel.
Echter, uit een eerste onderzoek naar jaarrekeningen op fiscale grondslagen blijkt dat de helft van deze ondernemingen gedeeltelijk bedrijfseconomische grondslagen blijft hanteren. Ook wordt de overgang naar fiscale grondslagen niet goed uiteengezet.
Dit betekent voor ondernemers feitelijk nog steeds twee jaarrekeningen. Bovendien is de gebruiker van de jaarrekening extra tijd kwijt met het analyseren van de cijfers. Die kan er namelijk niet zonder meer vanuit gaan dat een jaarrekening op fiscale grondslagen ook écht gebaseerd is op fiscale grondslagen.
Een jaarrekening op bedrijfseconomische grondslagen moet inzicht verschaffen in de financiële positie en behaalde resultaten van de onderneming. Een jaarrekening op fiscale grondslagen heeft tot doel een juiste bepaling van de belastingheffing.
Ondernemers die kiezen voor fiscale grondslagen lijken het inzicht van een jaarrekening op basis van bedrijfseconomische grondslagen echter niet op te willen geven.
Deelnemingen worden bijvoorbeeld nog steeds gewaardeerd op bedrijfseconomische waarde. Dat geeft inzicht in de rendementen die een onderneming met haar deelnemingen behaalt. De onder fiscale grondslagen voorgeschreven kostprijswaardering biedt dit inzicht niet. Ook wordt er aan de hand van bedrijfseconomische grondslagen afgeschreven op gebouwen en materieel zonder rekening te houden met fiscale beperkingen in afschrijvingen. Bedrijfseconomisch afschrijven heeft als doel een juiste economische winstbepaling.
Uit het onderzoek blijkt dat ondernemers ook een economische reden hebben om niet (volledig) over te gaan op fiscale grondslagen. Overgang op fiscale grondslagen heeft namelijk gemiddeld een negatief effect van 22 procent op het eigen vermogen. Dit effect is met twee procent veel lager bij ondernemingen die de hierboven beschreven bedrijfseconomische grondslagen blijven hanteren bij toepassing van fiscale grondslagen. Het negatieve effect op de vermogenspositie kan invloed hebben op het continueren en aantrekken van kapitaal.
De faciliteit voor het kleinbedrijf om fiscale grondslagen toe te mogen passen heeft vooralsnog dus niet de beloofde administratieve lastenverlichting gebracht. Dat neemt niet weg dat lastenverlichting een nobel streven is.
Wellicht is de optie uit Engeland een mogelijkheid: laat de bedrijfseconomische jaarrekening de basis vormen voor de belastingheffing. Zo snijdt het mes aan twee kanten: één jaarrekening zonder dat ondernemers het inzicht dat een bedrijfseconomische jaarrekening biedt hoeven op te geven.
Deze bijdrage is tevens gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 16 juni 2011.
Gerelateerd
RJ-Uiting 2020-9, Handreiking bij de toepassing van fiscale waarderingsgrondslagen
De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) heeft RJ-Uiting 2020-9: "Handreiking D3 'Handreiking bij de toepassing van fiscale waarderingsgrondslagen' (kleine en microrechtspersonen)"...
Slaat RJ de plank mis bij de jaarrekening op fiscale grondslag?
Microrechtspersonen en kleine rechtspersonen mogen bij het opstellen van de jaarrekening al enkele jaren kiezen voor een jaarrekening op fiscale grondslag of een...
Waardering deelneming
Mag een deelneming op nettovermogenswaarde worden gewaardeerd?
Hoe wordt herinvesteringsreserve verwerkt bij een dochter- en een holdingvennootschap?
Een holdingvennootschap heeft een 100 procent belang in een dochtervennootschap. Beide stellen een jaarrekening op fiscale grondslag op. De holding waardeert de...
Verwerking deelneming met afwijkende waarderingsgrondslagen
Een holdingvennootschap heeft 2 deelnemingen waarin een belang van 100 procent wordt aangehouden. (Geconsolideerd zijn deze vennootschappen klein!) Dochtervennootschap...