Opinie

Vrolijke zwartkijkers

Er zijn te weinig vrolijke bloggers. Waarom zijn zwartkijkers onder bloggers zo sterk vertegenwoordigd? Kan het te maken hebben met het overwegend gebruik van achteruitkijkspiegels? Met niet iedere dag zelf te hoeven handelen met de paradoxen van het leven?

Ik schrijf dit met één hand, de ander in eigen boezem gestoken. Aan de hand van wat anekdotisch randnieuws van de afgelopen week wil ik het hebben over coïncidenties en samenloop van omstandigheden, en wat beroepsparallellen trekken. Zo vrolijk mogelijk, beloof ik. 

Er was deze week interessant nieuws op ver-van-ons-bed-terrein: Grote aardbevingen aan deze zijde van de wereld veroorzaken aan gene zijde wel kleine aardbevingen, maar geen grote. Oef! 

Dit nieuws komt uit goed geïnformeerde, wetenschappelijk bewapende bron: geologen uit Californië. Die zitten letterlijk bovenop hun eigen ondergrondse vulkaan, dus eigenbelang om het goed te doen verzekerd! 

Ze hebben een over een periode van dertig jaar een mondiale correlatiestudie naar aardbevinggeschiedenis gedaan. En geen correlaties groot-groot gevonden. Goed nieuws!  

Als tot vrolijkheid geneigde eenvoudige accountant met ingebouwd scepticisme zeg je dan: dertig jaar op pakweg vijf miljard jaar aardbol? Mag het ook een paar millennia meer zijn? 

En hoe zit 't dan toch met de ontdekking en reputatie van tipping points? Hebben die dan een eigen brein om kleine impulsen van grote te scheiden en zichzelf dan even op non-actief te zetten? Dus de vakidiote neiging borrelt meteen op om schreeuwend te vragen 'hebben jullie ook het omgekeerde bestudeerd: kleine aardschokken hier, grote aardschokken daar'? 

Maar ik houd me in, want we houden het vrolijk, hebben we beloofd. 

Het gaat hier om dezelfde zeurderige vragen die ik heb (gesteld) over een hypotheekrechtsstelsel als in Nederland. Gebouwd op de veronderstelling dat er noch hier - hebben we toch zelf in de hand? - noch daar zich grote schokken zullen voordoen; en zeker geen schokken die door kunnen klotsen tot de uiteindelijke contractspartijen. 

Neen, ik houdt me in vandaag: Geen verdere vragen, anders beginnen we weer te moeilijk te doen. 

Een ander bericht, dezelfde week. Hier in Washington DC landden twee vliegtuigen, met samen zo'n 160 levens aan boord, rond middernacht zonder contact, steun en toestemming van de verkeerstoren. Let wel, op maximaal een paar kilometer van Amerika's machtscentrum, inclusief Congres, president en Pentagon. 

Achteraf blijkt dat de enige (!) verkeersleider in functie wel aanwezig was, maar in slaap was gevallen. Hij was zelfs met een speciale screambox niet wakker te krijgen. Wel had hij zijn magnetische toegangskaart tot het inner sanctum van de toren in zijn zak. Wat beter was dan pakweg een jaar geleden, toen dezelfde toren ook onbemand leek omdat een andere eenzame verkeersleider zijn toegangskaart was vergeten en na gedane sanitaire zaken zichzelf had buitengesloten. 

Vervolgens besluiten twee aanvliegende piloten los van elkaar toch maar te landen, ondanks de reële mogelijkheid van grond- of onderhoudsverkeer op de landingsbanen. 

Dus: grote (oor)zaken, in het geheel geen gevolgen, althans niet voor de passagiers. Gewoon het statistisch tegendeel van de cumulatieve onwaarschijnlijkheden van de 9/11-gebeurtenissen. 

Zou het niet prachtig zijn voor de learning curve van het beroep als wij een publiek incidentenrapportagesysteem zouden opzetten voor 'operatie mislukt, patiënt overleeft'-situaties in de accountantspraktijk? 

Zie je wel, ik kan het wel. Ik wordt steeds constructiever. 

Deze week heb ik ook mijn jaarlijkse medische keuring gehad. Oordeel: geen bijzonderheden, Maar mijn dokter wijst me wel op het feit, en dat was het goede nieuws, dat een actuarieel staartrisico - annex levensverwachting - van rond de 82 nog altijd betekent dat binnen veertien jaar de helft van mijn jaargang langs natuurlijke weg naar de eeuwige jachtvelden zal zijn verhuisd. Al dan niet in mijn gezelschap. En dat de goede uitslag zeker ook niet betekent dat ik bij het verlaten van zijn kantoor niet blijvend om kan vallen. 

Ons voorspellend vermogen over de levensverwachting van accountantskantoren is minder precies, maar wel te overzien: De kans dat we, ceteris paribus, de big four zien groeien tot een 'big four plus' is aanzienlijk kleiner dan de kans - zo niet natuurlijke onvermijdelijkheid - dat een of meer en uiteindelijk alle van de huidige big four een keer om zullen vallen. 

Dat besef geeft Barniers beleidsprogramma toch een betere basis - afdeling sterfhuisvoorbereiding en stervensbegeleiding - dan te speculeren dat ze het recht hebben op het eeuwige leven. 

Ik vertrouw erop dat dit alles ons het veilige goede gevoel moge geven dat sommige dingen wel degelijk voorspelbaar zijn, er daarmee beter beheersbaar en bespreekbaar, zonder meteen tot zwartkijker te worden bestempeld. 

Ik moet nu ophouden, want stel je voor, straks wordt ik er nog vrolijk van. Dan moet ik wéér naar de dokter! 

Jules Muis

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jules Muis verliet in 1995 het openbare accountantsberoep en was vervolgens vice president en controller van de Wereldbank en directeur-generaal en chief internal auditor van de Europese Commissie. Van 2014 tot eind 2020 was hij lid van de Public Interest Oversight Board (PIOB). Muis was van oktober 2012 tot oktober 2015 ook lid van de Board of Auditors van het European Stability Mechanism (ESM). Jules Muis schrijft op persoonlijke titel.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.