Opinie

Verleg het object van de accountantscontrole

Wouter Bos stelt dat het voor de financiële sector, inclusief de accountancy, uiterst belangrijk is om niet terug te vallen in business as usual. Er zijn dingen heel erg fout gelopen in de financiële sector en accountants hebben het ook niet (kunnen) voorkomen.

Jan de Rooy en Jacob Kienstra

Dat lees je impliciet uit zijn interview in Accountant. En dat verwachtte de maatschappij nu juist wel van de accountantsfunctie.

Als accountants die kritiek dan denken te pareren met de opmerking dat hun taak als controleur van jaarrekeningen geen waarborgen biedt, dan wordt dat niet geaccepteerd. Je leest dan: ze controleren niet goed volgens de AFM. Of: hun verdienmodel staat haaks op een objectief oordeel. Of: ze heulen met de directie van de door hun gecontroleerde organisatie, hun opdrachtgever.

Veel van deze punten zullen in meer of mindere mate waar zijn. Maar verklaren zij het falen? Of, andersom, is met de aanpak van die punten gewaarborgd dat de accountant in de toekomst wél conform verwachtingen acteert?

Het is onze stellige overtuiging dat dit niet het geval is. Het object van accountantscontrole - de jaarrekening van een organisatie en het controleproces daarvoor - is naar zijn aard niet geschikt om een aantal fundamentele risico's tijdig te signaleren.

Wij pleiten er daarom voor om de beheersorganisatie van de te controleren organisatie als object van accountantscontrole te definiëren, met als afgeleide daarvan de verplichte jaarrekening. Wij begrijpen niet goed waarom de NBA geen zware lobby in deze richting inzet.

Als een wettelijk kader kan worden gecreëerd vanuit een dergelijke insteek, is de accountancy weer helemaal terug bij haar belangwekkende maatschappelijke functie uit het verleden.

Om invulling te geven aan deze aanpak zou bijvoorbeeld een deel van het risicomodel (COSO) in het auditproces kunnen worden geïncorporeerd. Waarschijnlijk kunnen accountantscontrole en de daarbij gehanteerde technieken (nog) niet alle gewenste risico's identificeren, maar we moeten toch een heel eind kunnen komen.

In een grijs verleden hebben wij veelvuldig managementletters geconcipieerd die waren opgezet vanuit het COSO-framework. Het vaak gehoorde commentaar van cliënten: 'Vreemd dat een accountant zich met dergelijke zaken bemoeit, maar het gaat tenminste wel ergens over.'

Een voorbeeld. Als een bank overgaat op het aankopen van mandjes hypotheken met een triple A-rating omdat deze hoog renderen en omdat concurrenten dat ook doen, dan is het ook voor een accountant lastig om te voorspellen dat deze later deels waardeloos zijn. Niet voor niets bleken er bijvoorbeeld maanden van speurwerk nodig, om tot een gedegen waardeoordeel te komen van de ING-derivaten.

Maar het opsporen van de omstandigheid dat men bij zowel Fortis als Rabo intern eigenlijk niet wist wat men kocht, is een risico dat wel gesignaleerd had kunnen worden. Rabo deed daar wat mee door heel weinig van zulke derivaten in te kopen. Fortis kocht toch volop. We kennen de gevolgen inmiddels.

Dergelijke risico's, ontstaan uit onvoldoende samenhang tussen de doelstellingen van de organisatie en de daartoe door het management geïnitieerde acties en de omvang en kwaliteit van de beheersorganisatie, kunnen een hele nuttige toevoeging zijn aan de accountantsfunctie.

Je gaat dan veel meer toe naar een rol van de accountant die kijkt in hoeverre een organisatie ‘in control' is, in een vaak complexe omgeving. Dan wordt het pas weer echt een leuk vak!

Deze uitbreiding van de rol van de accountant kent natuurlijk een aantal belangrijke uitdagingen. Veel collega's zijn bang voor het gebrek aan harde normen. Ook zit het management waarschijnlijk niet te wachten op een externe accountant die hun functioneren min of meer beoordeelt.

Maar als we gericht zoeken naar de juiste controle-instrumenten en de bijbehorende rapportage over de bevindingen, kunnen we heel ver komen.

Van business as usual is dan absoluut geen sprake meer.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jan de Rooy RA (1954) is zelfstandig adviseur en commissaris bij diverse ondernemingen en instellingen.

Jacob Kienstra is directeur en aandeelhouder van The Independence Company BV.

14 reacties

Pieter de Kok

Doen we Jan en Jacob. Mij betreft tijdens de Tuacc Workshop Sessie deel 2. 23 maart is Workshop Sessie deel 1, dan een 5e TweetUp begin mei met debat tussen Commissarissen en Accountants [kunnen we de vraag wel alvast aan hun voorleggen], doen we een verdieping bij volgende workshop eind mei/begin juni! We houden contact. www.tuacc.nl voor laatste tuacc nieuws.

Jan de Rooy en Jacob Kienstra

Als we enkele bijdragen zo lezen zijn we al weer flink aan het soebatten of het nu gaat om juiste informatie of juiste processen. Heerlijk om ons op uit te leven als accountants! Ook een marktonderzoek is al geopperd. An sich een goed idee, maar je moet daarvoor eerst wel weten welke producten je kunt aanbieden. Wat kunnen we in welke omstandigheden verklaren en hoe wordt dat dan geformuleerd ofwel welke assurance waarde kunnen we realiseren. Een ding staat voor ons vast. Wat accountants nu toevoegen is in ieder geval niet datgene waar de markt om vraagt. Het lijkt ons daarnaast te simpel om te veronderstellen dat alle schandalen en alle claims richting accountants in de afgelopen jaren alleen voortkwamen uit fouten in de uitvoering van het controlewerk. Veel te vaak riepen collega´s dat ze niet anders konden geven dan een goedkeurende verklaring in specifieke omstandigheden, terwijl kort daarna bleek dat er een deconfiture volgde of enorme afboekingen op de activa noodzakelijk bleken. Het heeft dus allemaal wat te maken met de behoefte aan een onafhankelijke opinie over het ´in control´ zijn van een organisatie. Iets van: ´mogen we aannemen dat er gingen gekke dingen gaan gebeuren op de termijn tot de volgende controle’. Veel elementen zitten ook nu al in accountantscontrole gepropt. Het uitgangspunt van continuïteit, de beoordeling van de beheersorganisatie e.d. Het gewicht van deze punten en de rapportage voldoen in onze ogen echter niet aan de vraag in de markt. Wij denken dat het verleggen van het object van accountantscontrole een fundamenteel punt is. Als je van mening bent dat het werkveld van de controlerend accountant anders moet komen te liggen, dan bepaald dit ook de aard van de noodzakelijke stappen die genomen moeten worden om accountants in het algemeen beter te laten functioneren. In reactie op de oproep van Pieter de Kok zijn Jacob en ik dan ook graag bereid om dit thema met anderen nader uit te werken als TUACC onderwerp.

Hans Velzing

“Klopt deze informatie?” Natuurlijk wel volgens de accountant (met de nodige mits en maren). Maar heeft de accountant zichzelf de vraag gesteld of deze "kloppende" informatie momenteel weergeeft waar de maatschappij en cliënten echt behoefte aan hebben? In een aantal gevallen kon de informatie schijnbaar geen gewenst beeld schetsen van de risico's welke een onderneming bewust of onbewust liep en of het niveau van de hieraan gerelateerde interne beheersingsmaatregelen. Deze onderdelen lijken mij daarom inderdaad een zeer nuttige toevoeging aan de accountantsfunctie en rapportage. Voorkomen moet worden dat het beeld ontstaat dat de accountant zich drukker maakt om zijn eigen interne beheersingssysteem en risicomanagement dan dat van zijn cliënt en alsnog vergeet een belangrijk risico te managen, namelijk de terugval in business as usual.

Arnout van Kempen

Zegt de ene kruidenier tegen de andere "onze klanten willen biovlees. Dat willen ze vooral omdat ik het leuker vindt om biovlees te leveren." Zegt de andere kruidenier "tegenwoordig moet ik aantekenen hoe de koeling het doet, en of iedereen wel zijn handen wast voor hij aan het vlees zit. Dat is toch niet meer leuk? Mijn werk moet weer leuk worden" En allerlei kruideniers mengen zich in de discussie. Over biovlees, over hoe leuk het kruideniersvak nog is, over kwaliteitssystemen voor de vorm en voor het echt. Maar als het echte kruideniers zijn, vragen ze al snel "wat vertelt marktonderzoek ons over de klant?" Misschien moeten accountants leren van kruideniers. Speculeren over wat de klant wil is leuk, maar kan een van de vele hoogleraren die dit vak rijk is citeren uit recent onderzoek naar de wensen van de gebruikers van accountantsproducten? Gewoon, om iets meer te hebben dan eigen gevoel en waarneming?

Marc van Hilvoorde

Mijn bewering dat de totstandkoming van informatie geen doel mag zijn was zeer stellig. Maar ik heb niet willen zeggen dat processen en organisatie (ter simplificatie) geen deel (mogen) uitmaken van de werkzaamheden van de accountant. Dat mag, ook van mij ;-) Mijn gebruik van kwaliteit van informatie is zeer wel bewust en zorgvuldig gekozen. Uit reacties maak ik op dat sommige collega’s het begrip ‘informatie’ vertalen naar juistheid van cijfers en op het verleden gericht. Deze impliciete inperking kom je wel meer tegen bij accountants. Informatie gaat ook over de toekomst en ook over niet cijfermatige feiten. De kans dat -bij bepaalde aannames- de onderneming over enkele jaren nog bestaat is nadrukkelijk een vraag die ik als klant zou kunnen vragen. En om misverstanden te voorkomen: klant is voor mij niet de gecontroleerde onderneming maar de gebruiker van de informatie. Ik ben overigens niet consistent in mijn eerdere reactie. Een oordeel over de mate van beheersing valt natuurlijk ook in de categorie informatie. Ik deel met de auteurs het belang van het onderwerp. Maar ik ben wel van mening dat het kijken naar processen en organisatie vooral ondersteunend is. Of omdat een oordeel over een verantwoording tot praktische problemen leidt. Een procesaudit is Plan B. Ik ken voorbeelden waarbij de accountant probeerde Plan B te slijten omdat dit minder risico gaf. Voor de accountant. Het was geen antwoord op de gestelde vraag.

Pieter de Kok

Goede bijdrage van Jan. Ik kan heel ver mee gaan. Ik geloof niet in harde normen, wil ook geen harde normen, maar ik geloof wel in individuele power van een goede professional, die, vanuit zijn kernwaarde als robuuste accountant, op deze terreinen een prima bijdrage kan leveren. Combineer gogme met technieken als process mining [ flow van processen feitelijk in kaart brengen - LOOKING] en data-analyse [SHOOTING - doen risico's zich voor, zijn er aantoonbare gaten wat betreft IC] - en je hebt een waanzinnig speelveld om een hele mooie, waarde toevoegende controle uit te voeren. Vergeet vooral de checklisten, die heb je niet nodig. Prima Tuacc onderwerp!

A. Roelofs

Het management van een organisatie zal eerst wel verbaasd opkijken dat we ons weer gaan bemoeien met de zaken die er echt toe doen. Wat ik merk tijdens de discussies met management is dat de details over de jaarrekening er niet toe doen. Wat een directie bijvoorbeeld mooi vindt, is aantonen hoe goed ze zijn en hoe goed zij hun onderneming beheersen. Dan pas kun je goede discussies krijgen. Tijdens dit soort gesprekken krijg je heel veel informatie over de attitude van het management en de waarde die zij hechten aan bepaalde controle instrumenten. Deze zaken zijn van wezenlijk belang voor onze accountantscontrole. Door middel van dit soort discussies met management blijkt in mijn ogen ook dat de eerder aangehaalde verwachtingskloof iets minder wordt. Wij maken als accountant namelijk meer inzichtelijk waar we mee bezig zijn. Hoe vaak gebeurt het niet dat het controleteam in kamertjes achteraf zit en de boel loopt dicht te vinken? Ik hoor opmerkingen van directies dat de accountantscontrole een grote black box is. Oja, en dan roepen we af en toe wat dingen in onze management letter die vaak niet de essentie van de onderneming raakt. Je ziet ook dat onze aanbevelingen lang niet altijd opgevolgd worden. En nu hoor ik critici al denken; dan moet je beter je werk doen… Door het naleven van alle regels en excessieve dossiervorming blijft hiervoor te weinig tijd over. Uiteindelijk moet ook geld verdiend worden en dient het budget dus gehaald te worden. Dit is overigens geen doel op zich… Wat mij bevreemd is dat hieronder geschreven wordt dat de totstandkoming van informatie geen doel op zich mag zijn. Ok, maar laten we in ieder geval concluderen dat het een wezenlijk onderdeel vormt van de jaarrekeningcontrole, op zijn minst dus een essentieel sub doel. Wij verrichten niet voor niets interimcontrole om ons een oordeel te kunnen vormen over de opzet, bestaan en werking van de administratieve organisatie en interne beheersing. Een adequaat functionerende AO/IB kan immers onze gegevensgerichte controlewerkzaamheden sterk reduceren. We moeten dus zeker wel kijken naar organisatie en processen, en dat begint bij de algehele houding van het management ter zake van beheersing. Enige uitdaging die resteert is, zoals De Rooy ook aanhaalt, het formuleren van normen. Immers, controleren is het toetsen aan normen. Wie staat op? Ik ben overigens benieuwd wat Wouter Bos hier van vindt…

Senior staffer

Geachte heer Van Kempen, Ik ben het helemaal met u eens, laat ik dat voorop stellen. En ik herken mij er dus ook zeker in. Er zijn alleen heel veel beperkingen die maken dat de aanpak zoals u die nastreeft niet wordt behaald. Te noemen valt: - enorme tijdsdruk, waardoor training on the job veelal achterwege blijft - frequente wisseling binnen controleteams, kennis blijft onvoldoende gewaarborgd (cliënten zullen dit overigens zeker beamen) - budgetdruk - opmerkingen als "doe maar conform vorig jaar, je weet toch wat in het werkprogramma staat" - electronische dossiers die afdwingen dat bepaalde checklists verplicht worden ingevuld Zaken die het professioneel-kritisch werken enorm beïnvloeden. Dit zou niet mogen, maar ik denk dat ik niet alleen voor mezelf spreek. Van studiegenoten en collega's hoor ik dezelfde verhalen. Als ik nu mijn hoofd boven het maaiveld uitsteek binnen ons, zeg maar heel groot, accountantskantoor, dan gaat deze er wel af... Ik blijf dus graag nog even anoniem... Overigens zie ik hier heel veel voer voor een enquête. Onlangs heb ik zo'n tool via Accountancynieuws ingevuld. Heel confronterend, je wordt weer met je neus op de feiten gedrukt.

Coen Visser

Dit vraagt wel om een mentale andere aanpak: niet "cover your ass" en geld verdienen, maar "back to basic" en nadenken waar je mee bezig bent. Lastig!

Arnout van Kempen

Helaas hoor ik verhalen zoals die van Senior Staffer veel meer. Of het accountantsberoep een ander object van controle moet kiezen of niet, of het daardoor leuker wordt of niet, een insteek waarbij je alleen vinkjes zet, formalistisch bezig bent en in feite aan de inhoud niet toekomt is NIET het gevolg van de regelgeving of het toezicht, maar toont een verkeerde aanpak van een eventueel kwaliteitsprobleem. Als het risico bestaat dat je huis in brand komt te staan, ga je geen vinklijstjes invullen, maar schaf je bijvoorbeeld brandblussers aan. En als het al brand, ga je blussen, niet vinken. Accountantscontrole, kwaliteitsbeleid, compliance, hebben bijzonder weinig te maken met het op de automatische piloot invullen van vinklijstjes, en hebben bijzonder veel te maken met het opdoen van kennis van de klant, zijn omgeving, zijn risico's, zijn systemen, zijn geproduceerde (verantwoordings)informatie. Leuk of niet is een persoonlijke kwestie, maar als je senior stafflid bent van een accountantskantoor en je herkent bovenstaande niet terug in je (controle)werkzaamheden, dan is er iemand binnen de organisatie die het niet begrepen heeft. Regels, procedures hebben daar niets mee te maken. Misschien zou je die "men" beter om uitleg vragen, want "men" zit er dan simpelweg naast. Zie ook de rapportages van de AFM, waaruit niet blijkt dat te weinig checklists worden ingevuld, maar waaruit, in benoemde gevallen, gebrek aan inhoudelijke kwaliteit van werkzaamheden en professioneel-kritisch werken blijkt.

Senior staffer

Mijn werkzaamheden bestaan tegenwoordig veel uit het afvinken van checklists. Iets waarvoor ik niet gestudeerd heb en iets wat vrij eenvoudig door een lichtere functie (lees: assistent) gedaan kan worden. Door alle regels en procedures is een zeer strikte naleving van “alle” checklists noodzakelijk, zegt men. Het accountantsberoep wordt er hierdoor niet leuker op en ik zie om mij heen veel mensen weggaan als gevolg hiervan. Ik ben het dat ook eens met de zienswijze van de heer De Rooy. Gaan we nu eindelijk weer leuke dingen doen?

Jan de Rooy

Beste Marc, Het is zoals Bob stelt. Wij kunnen als accountants wel stellen dat de beheersorganisatie niet ‘ons ding’ is, maar dan zijn we met een controle vak bezig waar blijkbaar geen, of hooguit gedeeltelijk, behoefte aan bestaat. We zijn er dan alleen nog omdat de wetgever dacht dat ze de maatschappelijke behoefte via de regels voor de jaarrekening goed hadden ingevuld. Uit alle commotie van nu valt af te lezen dat het de grote vraag is hoe lang dit nog goed gaat. Zie ook de oproep van Bos. Natuurlijk is het niet onze gedachte om van accountantscontrole een soort formalistisch ISO-tje te maken. De leiding van een organisatie is voortdurend bezig met het kijken naar haar omgeving, haar concurrenten, de wetgever, demografische ontwikkelingen, technologische ontwikkelingen en noem het verder allemaal maar op, om in dit veld haar doelstellingen zo goed mogelijk te realiseren. Daarbij zal er een redelijke balans dienen te bestaan tussen alle plannen en maatregelen in relatie tot de spankracht en ontwikkeling van de aanwezige beheersorganisatie. Anders ontstaan er grote risico’s. Voor accountants, toch gekende experts op het gebied van bestuurlijk informatie voorziening, moet daar toch een heel belangrijk werkveld liggen. Misschien komen we uiteindelijk niet uit bij een ‘in control’ verklaring, net zo breed als de huidige controleverklaring. Maar we moeten toch in ieder geval een heel eind kunnen komen met een verklaring over wat we wel hebben geconstateerd, in aanvulling op onze huidige verklaring. Het zou jammer zijn om deze weg niet te verkennen. Dan weten we tenminste dat we niet anders konden, toen we niet reageerden op alle oproepen.

Bob Mohr

Beste Marc, Als het zo zou zijn dat 'de mensen' willen weten of 'deze informatie klopt', zou er geen sprake zijn van een verwachtingskloof. Dat is namelijk een van de weinige dingen waar de accountant min of meer wel iets over kan zeggen. Maar helaas is dat nauwelijks de behoefte van 'de mensen'. De behoefte van de opdrachtgever is primair het stempel. Pas in tweede, derde of vierde instantie komt daar de behoefte van de borg van de juistheid van de cijfers bij. Als hij dat belangrijk vind, dan zorgt hij daar zelf wel voor. Investeerders willen niet alleen weten of 'de informatie klopt', ze willen ook weten of het bedrijf waar het over gaat, volgend jaar (en de jaren daarna) nog bestaat. Om daarover een uitspraak te kunnen doen is het kijken naar de cijfers niet genoeg. Daar hoort ook een beoordeling van het 'in control' zijn van de organisatie bij. De cijfers zeggen immers vooral iets over het verleden. Tot slot wil 'de maatschappij' vooral dat de accountant er voor zorgt dat zij niet de negatieve consequenties moet ondervinden van al dan niet opzettelijk mismanagement. Ze willen vooral geen last van die organisaties hebben. In dat licht bezien is bovenstaande veel relevanter. Samenvattend: als we uitgaan van de wettelijke taak, dan moeten accountants borgen dat 'de informatie klopt'. Als we uitgaan van de behoefte van de verschillende doelgroepen in de maatschappij is er veel meer nodig dan dat. In dat licht is het bovenstaande een prima opzet voor een discussie.

Marc van Hilvoorde

Sympatieke bijdrage, maar m.i. onjuiste denkrichting van de auteurs. Helaas bestaat al jaren ook onder hoogleraren het idee dat de accountant zich kan verbeteren, dat de kloof naar het publiek en stakeholders verkleind kan worden door zich te richten op de 'organisatie' en het 'proces'. De corebusiness van de accountant is eerst en vooral de kwaliteit van informatie, in welke rapportage of verantwoording dan ook. Dus dat gaat inderdaad verder dan de jaarrekening. Maar hoewel de totstandkoming van informatie (organisatie en processen) een belangrijk onderdeel vormt van de kwaliteit mag het nooit tot doel worden verklaard. Daarvoor hebben we al ISO certificeringen. En ik zie -persoonlijk- de accountant niet als een ISO auditor. Het doel voor de accountant blijft om een uitspraak te zeggen over de kwaliteit van het produkt, namelijk de informatie zelf. Dat is wat mensen willen weten: "Klopt deze informatie?".

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.