Opinie

Wetsvoorstel accountantsberoep gemiste kans

De voorgestelde Wet op het accountantsberoep is diep teleurstellend. In het wetsvoorstel ontbreekt vrijwel elk spoor van zorg over de kwaliteit van controle, waarover het beroep nu al jaren praat, schrijft, twittert en blogt.

In de tekst van medio 2010 van de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel was nog een glimpje hoop gegeven. Daarin werd de mogelijkheid geopperd tot het invoeren van specialisatie, waarbij het mogelijk zou zijn dat niet iedere accountant de opleiding tot 'externe accountant', dus tot controleur zou behoeven te volgen. Maar dat vlammetje is uitgetrapt; de enige vonk die overgebleven is, is dat AA's over vijf jaar geen OOB's meer mogen controleren. Nou ja...

Wat blijft is dat alle RA's en AA's worden opgeleid voor de controle. Controleurs beoefenen echter een geheel ander beroep dan samenstellers en adviseurs. Controleurs moeten bij uitstek beschikken over controledeskundigheid, hetgeen niet geldt voor samenstellers en adviseurs.

Bij de vervulling van hun publieke taak moeten controleurs ook een andere mentale instelling (scepsis) hebben. De thans in stand gehouden fictie dat de 'accountants' allen één beroep uitoefenen, is dus op zijn minst maatschappelijk misleidend.

De behoefte aan controleurs betreft drie categorieën van controles: de wettelijke controle als bedoeld in de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta), andere door overheden voorgeschreven controles, en de vrijwillige controles.

De andere door overheden voorgeschreven controles betreffen onder meer die op onderwijsinstellingen, instellingen van gezondheidszorg, nutsbedrijven en door gemeenten en provincies gesubsidieerde instellingen.

Vrijwillige controles komen voor bij een gering deel van de kleine ondernemingen, maar daarnaast wel vaak bij stichtingen, verenigingen, kerkelijke en charitatieve instellingen waarvan de bestuurders ter bescherming van hun andere maatschappelijke posities accountantscontrole verlangen.

De andere dan wettelijke controles worden ten dele óók door 'externe accountants' uitgevoerd, maar alle andere 'accountants' blijven hiertoe bevoegd. Velen zullen dus ook, al dan niet regelmatig, dergelijke controles uitvoeren.

Een lezer van een verklaring bij een verantwoording kan hieraan echter niet zien of deze is afgegeven door een 'externe' of door een andere 'accountant'. De door de beroepsorganisaties getroffen maatregelen van kwaliteitsborging ter zake van controles zijn voor 'externe' en andere 'accountants' gelijk, maar op de andere 'accountants' bestaat geen maatschappelijk toezicht: zij zijn thans niet onderworpen aan de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta).

Maatschappelijk is dit verschil in kwaliteitsborging niet uit te leggen.

De alom levende zorg over de kwaliteit van controle heeft nergens een zichtbare rol gespeeld bij de voorbereiding van het wetsvoorstel. Toch is de vraag gerechtvaardigd of een oorzaak van de kennelijk ontoereikende kwaliteit van controles niet mede is gelegen in de structuur van de organisatie van het accountantsberoep. Daarvan zijn immers duidelijk symptomen waarneembaar.

Zo bestaan in de hedendaagse praktijk voor degenen die niet ambiëren wettelijke controles uit te oefenen moeilijkheden om een stageplaats te verkrijgen. Na de invoering van de Wta hebben vele kleine accountantskantoren de wettelijke controle 'buiten de deur gedaan' naar een gezamenlijk opgezet controlekantoor of naar instellingen als Extendum, Novigo en SMA.

Studerenden die daar niet zijn aangenomen, kunnen dus nauwelijks een behoorlijke controle-ervaring opdoen. Iets dergelijks geldt bij de grotere accountantskantoren, waar men de samenstelpraktijk organisatorisch heeft afgesplitst van de controlepraktijk.

Het tekort aan stageplaatsen bewijst dat er kwantitatief te weinig maatschappelijke behoefte is aan 'accountants' die de bevoegdheid voor het verrichten van (wettelijke) controles hebben! Daarvoor zijn geen ruim twintigduizend 'accountants' nodig. Waarom zouden deze studenten dan daartoe opgeleid moeten worden?

Dit is zonder meer een maatschappelijke verspilling.

Bovendien wordt er ernstig aan de gemorreld aan de kwaliteit van de stage. Zo kunnen sinds kort AA-studenten bij de Hogeschool Arnhem Nijmegen in een gesimuleerde omgeving controle-'ervaring' opdoen. Deze opleiding doet denken aan bepaalde misstanden bij de Hogeschool Inholland: het lijkt op de verlening van een vliegbrevet op basis van enkele geslaagde sessies in een flight simulator!

Andere gevaren voor de kwaliteit bestaan indien slechts af en toe een controle wordt uitgevoerd. Immers, deskundigheid impliceert niet alleen kennis, maar ook vaardigheid, opgedaan in ervaring.

Dergelijke ontwikkelingen zouden zorg moeten baren. Maar het wetsvoorstel blijft regelen dat vele 'accountants' worden opgeleid tot een beroep dat zij niet of nauwelijks zullen uitoefenen.

Een groot bezwaar van de huidige situatie is ook het gebrek aan maatschappelijke herkenbaarheid van controleurs: welke 'accountant' mag wat? Nu is dat na te speuren in een moeilijk toegankelijk register, maar een maatschappelijk heldere oplossing is een onderscheid in titels, en dus een divergentie van de opleidingen daartoe. Maar dat is verhinderd door de ijdelheid en de statusdrang van de 'accountants' zelf!

De publiekrechtelijke beroepsorganisatie is toch in de allereerste plaats bedoeld om de kwaliteit van de controle te waarborgen. Maar de kans om de zorg daarover te verminderen is glorieus gemist. Kleingeestige groepsbelangen hebben het weer gewonnen van het algemeen belang, dat de leden volgens de allereerste bepaling van de VGC hebben te dienen.

Is hier sprake van de naleving van het eerste fundamentele beginsel, de integriteit? Mijns inziens verdient de NBA niet het predikaat 'Koninklijk'!

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Hans Blokdijk (1935-2013) was hoogleraar accountancy aan de Vrije Universiteit Amsterdam en aan Universiteit Nyenrode. Na zijn vertrek als partner bij KPMG in 1992 was hij werkzaam als zelfstandig adviseur van accountants en advocaten.

9 reacties

Jurgen van der Vlugt

Het is mij uit m'n militaire dienstplicht (jawel, zó oud ben ik) bij een F-16 squadron bekend dat vliegers, die bijna alles opgeven om maar te mogen vliegen, toch zelf aangaven dat uitgebreid (!) gebruik van een simulator enige (!) minder oefen-vlieguren nodig maakt. Oftewel: Praktijksimulatie is een nuttige toevoeging aan de opleiding, maar simulatie staat tussen praktijk en opleiding. Beide andere blijven nodig! Wellicht zit het gebrek meer in de aansluiting van opleiding op praktijk ..? Train like you fight, then you'll fight like you train. Maar, nog zo een: The proof of the pudding is in the eating; in ons beroep blijft het een punt dat 'we' *achteraf* al of niet gelijk lijken te krijgen in de juistheid van onze second (!) opinion over cijfers -- zeker waar aan deze, alle disclaimers ten spijt, een voorspellende waarde wordt ontleend. Tot nu toe is incl de voorstellen-Barnier inderdaad sprake van het neerzetten van randvoorwaarden, maar die moeten 'in place' zijn om de kern van het probleem te kunnen aanpakken. Inderdaad, de rechte rug versus self-fulfilling prophecies van oordeelsonthouding-of-erger. Nadat de commerciële prikkels geen scheve oordelen geven. Het enige dat we leren, is dat de effort voor verdergaande inhoudelijke verbeteringen nog veel, veel meer energie gaan kosten... Steentje in een vijvertje: Als het maatschappelijk verkeer een jaarverslag krijgt, én een jaarrekening zoals de accountant die zou opstellen (inclusief verschillen in waardering; de 'gewone' posten zouden toch niet zoveel verschillen moeten geven) ... zou dan niet een faire discussie mogelijk zijn over wie gelijk heeft..? Oh nee, wie gelijk krijgt... Dan is duidelijk waar de aansprakelijkheid ligt. Dan kan de accountant zijn (haar? waar zijn ze toch in grote getale?) rug zowat 100% recht houden. Enige 'risico' voor de accountant is dat dan blijkt dat de initiële jaarrekening meer wordt geloofd dan die van de accountant, oftewel het maatschappelijk verkeer vindt (!) een bedrijf beter in het opstellen van jaarverslaggeving dan de accountant. 't Is maar een steentje, en ik voel al dat het niet helemaal 'klopt', maar het kan wellicht wel de discussie inzake (proces- én inhoudelijke?) transparantie verbreden.

Jules muis

Prachtig vorbeeld Wiendelt, die gezagvoerder Sullenberger. Remember: je kan deskundigheid gebruiken, of misbruiken, of negeren, ten goede of ten kwade aanwenden, hoe ook verworven, Jules Muis

Wiendelt de Lange

Twee opmerkingen in deze discussie. 1. Jules Muis geeft het zelf al aan, met een beetje oefenen in de flightsimulator konden terroristen hun slechte plannen uitvoeren. Een ongelukkig voorbeeld. Vele uren in de simulator en mogelijk nog meer uren achter de stuurknuppel gaven Captain Chesley Sullenberger de kwaliteit, het inzicht en de vaardigheden om zijn Airbus A 320 ‘veilig te laten landen’ in de Hudson na een heftige aanvaring met een vlucht ganzen. Alle passagiers kwamen veilig uit het toestel. Het laat zich raden wat de gebruiker vindt van Sullenbergers vaktechnische capaciteiten. Het gaat ook om kwaliteit van het accountantsberoep in het bijzonder m.b.t. controles. Kwaliteit verkregen door simulatie en ‘vlieguren’. En zoals Hans Blokdijk terecht aangeeft biedt de huidige praktijk beperkt plaats om als leerling c.q. copiloot vlieguren te maken. Terecht signaleert hij dan ook maatschappelijke verspilling. 2. Met de stellingname van Hans Blokdijk dat op andere controles geen maatschappelijk toezicht bestaat ben ik het oneens. Vanuit NIVRA worden CKO onderzoeken gedaan naar de naleving van de regelgeving door accountantspraktijken. Indien bij een praktijk sprake is van vrijwillige controles worden die steevast in het CKO onderzoek betrokken. AFM houdt uitsluitend toezicht op wettelijke controles en om die reden worden ook vrijwillige controles van accountantsorganisaties door CKO onderzocht. Het CKO toezicht leidt net als het toezicht van AFM tot verbetering van de beroepsuitoefening. Het is maar wat je onder de term maatschappelijk toezicht verstaat.

Jules Muis

Maak je geen zorgen Hansch, dat is gewoon het lang geheugen op hol geslagen. En het heeft nog gelijk ook : toen ik voor het eerst in het buitenland ging wonen werd ik gauw moe van het uitleggen hoe mijn achternaam gespeld en uitgesproken moest worden. En had geen zin ook nog eens door dezelfde molen te gaan ten behoeve van het eeuwig behoud van mijn toen voornaam, Juul. Bovendien, het was nog een Meisjesnaam ook. Bovendien, ik woonde toen in Walonie, waar 'mon Juul' mijn vrijer betekende, of de dorpsgek, of het schijthuis in de achtertuin. Bovendien, in de Engelstalige wereld loopt 'Juul' ook niet lekker van de tong, klinkt als een inverse glijbaan van schuurpapier. Dus, na 30 jaar, milieuvriendelijk omgebouwd naar omstandigheden. gewoon blijven oefenen, maar Juul is ook nog even gel dig als de gulden, altijd inwisselbaar, Vr.groet, Jules alias Juul

Hans Blokdijk

Beste Jules, Mijn excuus voor de foutieve spelling van je voornaam! Onvergeeflijk!

Hans Blodijk

Beste Juul, Bij een beetje praktische opleiding komt na droogzwemmen 'natzwemmen', en niet zo'n beetje ook. Maar in de komende opleiding woordt het 'atzwmmen' nu juist vervangen door droogzwemmen, bij gebrek aan zwembaden! In jouw vergelijking levert dit 75 % kans op geslaagd doch verwoestend werk! Dit kan toch niet de bedoeling van de wetgever, bijv. de EU, zijn.

Leen Paape

Eens met dereactie van Jules enook die van Pieter. Een uitermate teleurstellende wet, is daar zoveel moeite voor gedaan?

jules muis

Citaat uit stuk Hans blokdijk “Bovendien wordt er ernstig aan de gemorreld aan de kwaliteit van de stage. Zo kunnen sinds kort AA-studenten bij de Hogeschool Arnhem Nijmegen in een gesimuleerde omgeving controle-'ervaring' opdoen. Deze opleiding doet denken aan bepaalde misstanden bij de Hogeschool Inholland: het lijkt op de verlening van een vliegbrevet op basis van enkele geslaagde sessies in een flight simulator!” Einde citaat. Hoho Hans, ik wil niet dat je overige gewaardeerde opmerkingen verloren gaan in de keuze van een wat ongelukkige metafoor op een vermeend deelprobleem. Met de herdenkingplechtigheden van de tiende ‘verjaardag’ van de 11de September terroristen aanval nog vers in het geheugen, voor mij net naast de deur, wil ik nog even memoreren dat hier drie van de vier vliegtuigen, tegen iedere waarschijnlijkheidsrekening in, en ieder voor zich slechts met een flight simulator zelf-getrainde amateur vlieger aan de knuppel, hun vernietigend werk hebben gedaan. Bulls-eye op drie verschillende doelen. Een waarschijnlijkheidsscenario dat zelfs Hollywood niet had kunnen bedenken. En dat het vierde toestel omlaag is gebracht door een paar moedige zakenmannen die hoogstens wat simulatietraining in de ontzetting van een vliegtuig via film en TV vanuit hun ligstoel hadden genoten. We zijn allemaal zwemles begonnen met droogzwemmen. Onze universiteiten gebruiken case studies als nuttig simulatie materiaal. Sommigen van onze beste professoren hebben nooit in de praktijk de handen vuilgemaakt. Veel van het gebrek aan verbeeldingskracht over de potentie van het beroep vloeit voor uit het gebrek aan simulatie modellen die de ongerijmdheden van de dagelijkse praktijk uitroken. Ik ga graag met je mee dat de praktijk een belangrijke leermeester is. Maar dan het liefst zonder het kind met nota bene onvervuild badwater weg te gooien. Goed week-end. Jules Muis

Pieter de Kok

Tuacc / VAS hebben rondom dit onderwerp, in aanloop naar de behandeling in vaste kamercommissie, een uitgebreide (ongevraagde) reactie gestuurd met in koeienletters "teleurgesteld". Nuuuuullllllll reactie, van niemand niet. Erg blij met uw bijdragen. De in 2008 zo vurig ingezette onderwijsinnovatie "is niet meer". To be continued!

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.