Voorbij de bestuurlijke retoriek
De NBA krijgt veel waardering voor het Plan van Aanpak. Onze minister van Financiën, gevolgd door de Tweede-Kamerleden van met name CDA en VVD, prijzen het plan, steunen de maatregelen en sluiten daarmee de ogen voor de noodzaak tot fundamentelere aanpassingen. Gelukkig doet PvdA-Kamerlid Plasterk dat niet. Hetgeen Plasterk ons de komende Accountantsdag vast nog eens gaat voorhouden.
NBA-directeur Berry Wammes wees er onlangs op dat de waardering 'geen reden voor zelfgenoegzaamheid' is. NIVRA-voorzitter Ruud Dekkers zette in zijn jongste bijdrage de NBA-voorstellen nog eens op een rijtje. In een stuk dat vol staat met frases als 'voortbouwen op bestaande regelgeving', 'verplichten', 'verboden', 'code' en 'borgen'.
Wammes en Dekkers zetten hun beste bestuurlijke beentjes voort. Prima en goed bedoeld. Je kan er ook niet tegen zijn. Maar het is vooral bestuurlijke retoriek.
Zijn de kritische geesten nu de mond gesnoeid? Geenszins. Zie hoe vilein Jules Muis gisteren reageerde in een reactie onder zijn eigen blog: 'Onze voorzitter is iedere keer wel nieuwsgierig naar reacties op zijn blog maar zwijgt in alle talen als het moeilijk wordt.'
Het is de spijker op zijn kop. Waarom horen we hem en de rest van het Accounting Establishment nu niet over de droevige kwaliteit van het politieke debat, het Algemeen Overleg?
Indien de door de minister voorgestelde maatregelen bij het Accounting Establishment niet goed zouden zijn gevallen, was vast gewezen op de zotheid van het door politici aangedragen voorbeeld van de controle van de patatbakker op de hoek. Dan was er gewezen op het feit dat een pauze van veertig minuten nodig was om in de Kamer te discussiëren over de verblijfsvergunning van Mauro; hetgeen kennelijk nog belangrijker is dan een debat over de accountancy.
Of er was gewezen op het feit dat een zichtbaar vermoeide minister lichamelijk wel, maar geestelijk niet aanwezig was. Op het feit dat deze louter steunde op zijn ambtenaren en routinematig het debat voerde. Of op het feit dat de schriftelijke inbreng van diverse partijen - op enig cherry picking na - werd genegeerd. Een argument dat van diverse kanten wel in de richting van Barnier wordt aangevoerd. Maar die komt dan ook met voor de sector onsympathiekere voorstellen.
Waarom omarmt het Accounting Establishment thans uiterst selectief de wetenschap en doet ook daar aan cherry picking? Waarom is men niet net zo kritisch op het aangedragen wetenschappelijk onderzoek als op de voorstellen van Plasterk en Barnier? Waarom wetenschappelijke studies eruit pikken die handelen over kwaliteit en kosten als het debat ook gaat over marktwerking? Waarom geen inhoudelijke reactie op het dossier marktwerking? Welke maatregel in het Plan van Aanpak ziet eigenlijk op daadwerkelijke verbetering van de marktwerking?
Waar is eigenlijk de beroepsvisie waarom Jules Muis heeft gevraagd? Of de Publieke Management Letter over onze eigen sector met een deugdelijke analyse van waar het de afgelopen dertig jaar mis is gegaan? Waaruit blijkt dat los van toezichthouders en het wijzen naar anderen, zelfstandig een duidelijk standpunt wordt ingenomen over het lastige dossier van de afwaarderingen van Grieks waardepapier?
Waarom geen reacties op de thematiek van diverse casestudies en het uitstralen van de wil om ook daarvan te leren? Internationaal is het lijstje deze week weer aangevuld met Olympus in Japan (zit mooie accountantsthematiek in rond een accountantswissel en de daaraan ten grondslag liggende redenen) en MF in de Verenigde Staten.
Wat zegt u: Dat zijn geen Nederlandse voorbeelden? Hoe relevant is dat, kunnen we niet van buitenlandse casuïstiek van de internationale netwerken leren? Maar goed, dan krijgt u een nieuw Nederlands voorbeeld: beursfonds AND.
Waarom geen reactie op de wetenschappelijke studies over de controle van organisaties in continuïteitsproblemen? Of nog beter: een objectieve analyse van de kritiek van curatoren in hun faillissementsverslagen?
Waarom blijf ik eigenlijk zeuren in de euforie rond de waardering van het Plan van Aanpak? Omdat ik ook deze week weer ben geconfronteerd met diverse bad practices uit de accountantspraktijk. Als gebruiker en dus afhankelijke van hun werkzaamheden. In de hoedanigheid van diverse commissies waarin ik zit.
Op basis van concrete en (deels) actuele casuïstiek. Die is beeldender dan en gaat dieper dan de abstractie van de bestuurlijke retoriek. Die laat zien dat de cultuur en het businessmodel van diverse accountantskantoren meer aanpassing behoeven dan codes en een verbod op commerciële prikkels.
Dat is immers niet meer dan het spuiten van een dun laagje chroom over een auto die is verroest. De geschiedenis van de accountancy leert dat als de teugels weer worden gevierd en de aandacht verslapt, de sector in oude fouten vervalt. Zo zijn diverse na de openbaring van de boekhoudschandalen opgedoekte adviestakken van accountantsorganisaties allang weer opgetuigd. De kredietcrisis en diverse casuïstiek deden het chroom weer vervagen en toonden ons opnieuw roest.
Terug naar de politiek. Daar is de strijd nog niet gestreden. Kamerlid Plasterk lijkt te volharden. Hij lijkt de steun te hebben van de PVV, SP, Groen Links. Goed voor 79 zetels, een meerderheid.
In het woordgebruik 'lijkt' schuilt de onzekerheid. Daar zit de eerste zorg voor het Accounting Establishment. De tweede zit bij Barnier die weinig water in de wijn lijkt te doen.