Opinie

Onafhankelijkheid is meer dan controle-adviesverhouding

Ons opiniestuk 'Onafhankelijke accountant bestaat al' heeft veel reacties los gemaakt. De titel zou de indruk kunnen wekken dat wij vinden dat de onafhankelijkheid van de accountant vaststaat, de huidige waarborgen adequaat zijn en er, kortom, niets zou moeten veranderen. Wij pleiten juist voor versterking van mechanismen om de onafhankelijkheid te waarborgen, met een nadruk op de eigen verantwoordelijkheid van de accountant en de rol van de auditcommissie.

De oplossing van het onafhankelijkheidsvraagstuk lijkt nu te worden gezocht in aanscherping van regelgeving, zonder deugdelijke onderbouwing op basis van objectief onderzoek, data en feiten. Zo'n oplossing ligt voor de hand maar in onze visie dient de oplossing vooral te worden gezocht in aanscherping van de gehele keten van toezicht.

Directe aanleiding voor ons betoog was het onterechte beeld dat werd gecreëerd in het artikel 'Accountants in vizier Kamer'. Hierin wordt gesteld dat de controlerend accountant een vette adviesopdracht binnensleept voor zijn collega en wordt de indruk gewekt dat accountants op grote schaal adviseren. Daarom zouden adviesdiensten moeten worden verboden.

De indruk dat op grote schaal wordt geadviseerd is in onze beleving niet juist. Dit hebben wij onderbouwd met feitelijke data uit 113 jaarrekeningen 2010 van Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen. Hieruit blijkt, zoals wij schreven, dat bijna 75 procent van de totale omzet die accountants wereldwijd verdienen bij Nederlandse beursgenoteerde controlecliënten, bestaat uit controlewerkzaamheden bij de jaarrekening. Inclusief bijzondere controlewerkzaamheden bedraagt dit percentage meer dan 80 procent. Voor het politieke debat is het van belang de feiten te kennen.

Waardoor is het adviespercentage advies beperkt tot 20 à 25 procent? De laatste jaren is er, mede als gevolg van de financiële crisis, een toenemende aandacht voor de onafhankelijkheid van de accountant. Auditcommissies (waar deze ontbreken: raden van commissarissen) hebben een rol in het beoordelen van die onafhankelijkheid. Vaak kiezen auditcommissies er bewust voor om adviesdiensten niet bij de controlerend accountant onder te brengen.

De accountant krijgt veelal adviesopdrachten die in het verlengde liggen van zijn controle van de jaarrekening. Vooropgesteld dat het vaststellen van de onafhankelijkheid begint bij de accountant zelf, op basis van zijn eigen verantwoordelijkheid, zijn wij van mening dat de auditcommissie een uitermate geschikte partij is om de onafhankelijkheid van de accountant vast te stellen en dit - naast aanscherping van regelgeving - een waarborg is die niet moet worden miskend in de borging van die onafhankelijkheid. Immers, de auditcommissie heeft vanuit zijn rol een belang dat de accountant hem objectief informeert.

Daarom steunen wij het Plan van Aanpak van de NBA en zijn wij van mening dat de rol van de auditcommissie in dit verband nog nadrukkelijker in de corporate governance-regelgeving zou moeten worden verankerd.

Kan de onafhankelijkheid van de accountant worden bepaald op basis van de verhouding tussen controle- en adviesomzet'? Uiteraard niet. De onafhankelijkheid van de accountant bestrijkt een heel spectrum. In ons opiniestuk verwezen wij naar de nadere voorschriften uit 2007, die stellen dat de accountant niet op de stoel van de directie mag gaan zitten, niet zijn eigen werk mag controleren (bepaalde adviezen zijn daarom niet toegestaan) en geen procedures mag voeren tegen de klant. Ook moet de accountant financieel en persoonlijk onafhankelijk zijn van de klant.

De onafhankelijkheid van de accountant moet wat ons betreft onomstotelijk vaststaan. Bij twijfel dient te worden ingegrepen. Het is daarom goed dat de AFM onderzoek deed naar 'Prikkels voor kwaliteit accountantscontrole'  en aandacht vroeg voor het belang van duidelijkheid omtrent de interpretatie van de regels over onafhankelijkheid. Daarbij stelde de AFM vast dat waar sprake was van geboden en verboden deze over het algemeen goed worden nageleefd.

Zoals gezegd zijn ook wij voorstander van heldere regelgeving. Zo mag er bijvoorbeeld geen onduidelijkheid bestaan wat onder controle- of adviesdiensten wordt verstaan en wat daarbij de grenzen zijn. Andere mechanismen, zoals versterking van de verantwoordelijkheden van de audit commissie (raad van commissarissen) en consistent toezicht op naleving van regels, zijn echter minstens zo belangrijk in de herijking en versterking van de keten van toezicht.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Auke de Bos is hoogleraar Erasmus Universiteit en partner Ernst &Young.

Barbara Majoor is hoogleraar accountancy aan Nyenrode Business Universiteit en partner bij Deloitte.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.