Opinie

Commercieel geprikkeld

De NBA kwam eind september met een consultatiedocument inzake een 'Verbod op het belonen van Commerciële prikkels bij wettelijke controleopdrachten'. Diverse collega's hebben hierop al hun reactie gegeven.

Gelukkig ook vanuit het werkveld. Daar is de tendens toch wel: 'de schoorsteen moet roken'. Een accountantsorganisatie is ook een onderneming en voor de continuïteit daarvan is omzet en resultaat nodig. Een enigszins commercieel geprikkelde reactie, maar wel een logische, lijkt mij.

Onder de organisaties met een Wta-vergunning is een aanzienlijk aantal die maar één of enkele wettelijke controles verrichten. Ik heb mij regelmatig afgevraagd waarom deze kantoren een vergunning willen hebben. De reacties van die kantoren zijn verschillend. Overwegend vindt men dat ze die service aan hun klanten moeten kunnen bieden.

Daarnaast wordt genoemd dat uit een wettelijke controle vaak advieswerk naar voren komt. Met andere woorden: de wettelijke controle is een middel om adviesdiensten aan de man te brengen. Zeg maar het bevorderen van commerciële prikkels.

Dit is iets wat het NBA middels haar plan van aanpak een halt toe wil roepen; omdat het ten koste zou gaan van het vertrouwen in de onafhankelijkheid van de accountant.

Terecht worden er vraagtekens gezet bij de haalbaarheid van het voorstel. Het heeft veel weg van een symbolische actie, alleen gericht op accountantsorganisaties met wettelijke controleopdrachten.

Dit zou je simpel kunnen oplossen door de wettelijke controleplicht af te schaffen en zie daar: ruim baan voor advies.

Als je echter het consultatiedocument nauwkeuriger leest en wel de voetnoot op pagina 2, dan zie je dat het niet zomaar een 'voorstelletje' is enkel en alleen voor accountantsorganisaties. Hier staat letterlijk:

Het verbod heeft veelal niet alleen invloed op de organisatie voor wat betreft de wettelijke controle (de ‘accountantsorganisatie' in de zin van de beroepsreglementering) maar ook op de organisatie ter zake van assuranceopdrachten of aan assurance verwante opdrachten en eventueel overige opdrachten, die niet onder werkingssfeer van de Wta vallen (het 'deel' van de organisatie dat in de VGC wordt gedefinieerd als accountantskantoor en onder de regelgeving voor accountantskantoren valt). Waar hier wordt verwezen naar ‘accountantsorganisatie' heeft dit ook betrekking op dat deel van de organisatie.

Samengevat: als je een Wta vergunning hebt, is het verbod op commerciële prikkels ook van toepassing op de vrijwillige controles, beoordelingsopdrachten en samenstelopdrachten etc.

Gelukkig is het nog een consultatiedocument, maar er lijkt op voorhand sprake van een zekere ongelijkheid. Immers, kantoren zonder vergunning vallen niet onder het verbod, terwijl ook daar feitelijk dezelfde ‘problematiek' speelt.
Ik vraag me eens temeer af of het nu verstandig was een Wta vergunning aan te vragen.

Misschien moeten we kiezen uit één van de volgende twee opties:

  1. Wettelijke controleplicht afschaffen en de samenloop van controle en advies laten bestaan.
  2. Volledige scheiding controle en advies en de wettelijke controleplicht laten bestaan.

Handhaven wordt in beide gevallen een stuk simpeler. En er blijft voldoende prikkel over voor gezonde dienstverlening.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Matthijs Pool is registeraccountant en directeur van NovigoAccountantsadviseurs BV.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.