Moeten 'niet OOB-kantoren' bang zijn voor AFM?
Als ik de AFM goed begrijp, verrichten de 468 accountantskantoren in Nederland die een Wta-vergunning hebben maar geen organisaties van openbaar belang mogen controleren (de niet OOB-kantoren), ongeveer 27 procent van de circa twintigduizend wettelijk verplichte controles. Gemiddeld dus ongeveer elf per jaar per kantoor.
De AFM heeft onlangs aangekondigd extra aandacht te gaan geven aan deze categorie accountantskantoren.
Als de AFM dezelfde aanpak hanteert als bij de 'big four', dan moet het ergste worden gevreesd voor de uitkomsten. Kantoren die jaarlijks slechts een beperkt aantal verplichte controles uitvoeren, omdat ze hun vaak grootste klanten niet kwijt willen, hebben nu eenmaal niet de schaal en (daardoor) ook niet de attitude van een controlekantoor.
Van een expert, die al diverse (middelgrote) accountantskantoren heeft ge(pré)screend op de kwaliteit van de controleaanpak, vernam ik dat veel kantoren er vooraf van overtuigd waren dat ze hun zaakjes prima voor elkaar hadden. Ze hadden in 2006 immers nog hun handboek ingestuurd naar de AFM en hadden toen, behoudens wat ondergeschikte punten, geen opmerkingen gekregen.
Ook vaart men vaak blind op het gegeven dat één of meer leden van het team dat de wettelijke controles uitvoert, in het vaak grijze verleden bij een ‘groot' kantoor had gewerkt. Die wisten dus heus wel wat controle betekent. De AFM zelf was weliswaar bij geen van allen langs geweest, maar alles leek prima in orde.
De uitkomsten van de screening bleek echter geheel anders. De bevindingen waren vaak niet mals: kwaliteitshandboek niet geactualiseerd en daarom onvolledig, gebrekkige en onvolledige dossiervastleggingen waardoor de rode draad in de controle ontbreekt, geen goede risicoanalyse en onvoldoende voorbereiding en planning en personeel dat onvoldoende deskundig is voor controleopdrachten.
Bijna schieten voor open doel dus voor de AFM, lijkt het. "Controleren vind ik ook eigenlijk helemaal geen leuk vak", hoorde mijn zegsman dan vaak van zijn klanten.
Niet voor niets klinken er vanuit de kleinere accountantskantoren veelvuldig signalen dat de regeldruk niet realistisch is. Zolang echter wordt vasthouden aan in hoofdlijnen uniforme controlestandaarden voor alle organisaties die wettelijk gecontroleerd moeten worden, zal dit niet gemakkelijk veranderen.
Mocht de vrees voor onvoldoende controlekwaliteit worden bewaarheid, dan zal blijken dat er ook op dit gebied flink moet worden gesleuteld aan de regelgeving.
Ofwel de kleinere kantoren moeten ingrijpende kostbare maatregelen gaan nemen, of ze moeten klanten afstoten. In beide gevallen werkt dit waarschijnlijk kostenverhogend voor de cliënten.
De vraag is vanaf welke omvang organisaties vanuit een algemeen maatschappelijk oogmerk moeten worden gecontroleerd, en op welke aspecten. Daarbij moet ook worden betrokken wat controle kan bieden en wat het mag kosten.
De VS kennen bijvoorbeeld, globaal gesproken, alleen wettelijk verplichte controles voor wat wij OOB's zouden noemen.
De belangen zijn groot. Lage criteria voor verplichte controle geven accountantskantoren een grote beschermde markt. Advies is bij dergelijke klanten echter beperkter en wordt mogelijk zelfs verboden op grond van onafhankelijkheidsregelgeving.
En voor de grote kantoren liggen de belangen weer anders dan voor de kleine. Een flinke uitdaging voor onze brede beroepsorganisatie, lijkt me. Zij wil immers alle accountants vertegenwoordigen.
Hopelijk is de oplossing van onze NBA straks niet zoals zo vaak: afwachten wat de overheid gaat beslissen.
Gerelateerd
IFIAR gaat inspecties van toezichthouders vier jaar lang meten
Het International Forum of Independent Audit Regulators (IFIAR), de wereldwijde organisatie van toezichthouders op het accountantsberoep, wil de kwaliteit van audits...
Toezicht op CSRD-assurance: een pleidooi voor systeemtoezicht
Het bevorderen en handhaven van de kwaliteit van niet-financiële audits hangt niet alleen af van regelgeving, maar ook van een toezichtmodel dat samenwerking, vertrouwen...
Accountants hebben nieuwe toezichthouder bij AFM
Arnold Pureveen is met ingang van 16 september gestart als afdelingshoofd Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving (KAV) bij de Autoriteit Financiële Markten...
ICAEW: dertig procent Britse audits is nog onder de maat
Volgens de Britse beroepsorganisatie van accountants ICAEW is ruim zeventig procent van de getoetste audits goed of acceptabel. Bijna dertig procent voldoet nog...
Grote kantoren in VS krijgen toch extern toezicht
De grootste Amerikaanse accountantskantoren moeten onafhankelijke buitenstaanders aanstellen om toezicht te houden op de kwaliteit van de audit. Dat is het gevolg...