Opinie

Een rapport, de VAS, Tuacc en een vraag

De laatste weken ben ik druk met druk met vooruitkijken (onder andere vanwege de Barnier greenpaper) én terugkijken, naar 1971. Toen werd de VAS opgericht en verscheen het rapport 'de Accountant, morgen?'.

Op beide zaken heb ik mijn mentale vingerafdrukken achtergelaten. En daaruit volgt een kernvraag: Waarom leren we zo slecht van onze eigen geschiedenis? Wat precies staat proactieve verandering binnen ons beroep nu in de weg? 

Als je dan diep graaft en de hard disc van je oude laptop kietelt, komen er weer allemaal dingen naar boven die je allang was vergeten. Zo was ik helemaal vergeten dat ik enkele maanden voor Accountantsdag 2004 de organisatoren een ruwe schets had gestuurd van dingen die ik misschien wilde gaan zeggen. 

Uiteindelijk spitste ik het toe op een waarschuwing voor de dreigende derivaten-bubble en het risico van een financiële crisis als gevolg daarvan. Die nadruk in mijn uiteindelijke bijdrage ging ten koste van een andere element in die ruwe schets die ik had gestuurd.

Daarin probeerde ik een karakterschets te geven van de verschillende 'scholen' die ik toen binnen het beroep zag. Scholen die vooruitgang stimuleerden en belemmerden. Deze profielschets kan ons, mutatis mutandis, misschien nog eens van pas komen als we eens een goede jamboree organiseren over het vermogen van het beroep zich zelf opnieuw uit te vinden. En over de voornaamste factoren die proactieve veranderingsprocessen in de weg staan. 

Zie hieronder (na spellings- en beperkte taalcheck) mijn uiteindelijk niet uitgesproken maar in augustus 2004 wel informeel opgeschreven ‘taxonomie' van de verschillende stromingen binnen het beroep als je over verandering praat: 

"(Ik zal) ... een verkenning (doen) van het bestaande businessmodel van het accountantsberoep en de vraag of het houdbaar is en of er goede alternatieven zijn. (Ik) zal de beroepsreactie op het post-Enron-gebeuren tekenen in het onderscheiden van enkele beroeps-geloofsgemeenschappen/scholen die tekenend zijn voor de huidige situatie: 

De pedante 'heb ik het niet voorspeld'-school; de luchthartige 'zo erg is het toch ook weer niet'-school; de opportunistische 'na het zingen de kerk uit'-school; de  zelfbedriegende principles rather than rules driven-school; de lapidaire 'zal mijn tijd wel duren'-school; de adrenaline ambulance chaser-school; de ontwijkende 'structurele optimisten'-school; de zelfoverschattende 'het zal mij niet gebeuren'-school; de escapistische 'kan ik toch niets aan doen'-school; de lamentabele ‘eeuwige verdomhoek/apologisten'-school; de steriele satellietoptiek van de 'professoren'-school; de fingerpointing ‘weer de Amerikanen'-school, verwant met de 'kan ons nooit overkomen'-school; de 'vlucht vooruit'-school'; de parasitaire 'zal me een rotzorg zijn'-school; de 'ontkenningsgemeenschap'; de 'bekenningsgemeenschap' (ook niet het vrolijkst volkje). En dan zal er ook nog de emerging-school zijn, dat wil zeggen de 'nieuwe hervormers: realisten' of nieuwe dealers in hope." 

De pedante 'heb ik het niet voorspeld'- school herkennen we meteen: ik ken één lid heel persoonlijk. Voor de rest vult u het zelf maar zelf in. 

Maar ik hoop in de aanloop naar een jubileumviering van VAS en 'de Accountant, Morgen?' met het opwarmen van dit onverteerde prakje uit 2004 - en met een knipoog naar de tuacc-jongens en meiden - de belangstelling te hebben gestimuleerd om gezamenlijk eens te praten over de vraag: Wat houdt ons af van inhoudelijke verandering voordat het te laat is? 

Jules Muis 

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jules Muis verliet in 1995 het openbare accountantsberoep en was vervolgens vice president en controller van de Wereldbank en directeur-generaal en chief internal auditor van de Europese Commissie. Van 2014 tot eind 2020 was hij lid van de Public Interest Oversight Board (PIOB). Muis was van oktober 2012 tot oktober 2015 ook lid van de Board of Auditors van het European Stability Mechanism (ESM). Jules Muis schrijft op persoonlijke titel.

7 reacties

jules muis

Ja, Johan, zoals altijd een gedegen wortelkanaal beschouwing die ons in de toekomst zeker nog kan dienen. De vraag voor de meesten is is wat dat betekent voor vandaag, if any.. Goed te weten dat we een belangstellende hebben, naast de informeel reeds aangemelden, om eens te praten over iets anders dan symptomen, maar over dieper liggende oorzaken die verandering in de weg staan. Daarbij kunnen we gelukkig ook vastellen: "er zijn er reeds een paar voor U". Vervolgens kijken of er voldoende kritische massa is een bijeenkomst voor te beleggen. Ja, ik wil dat graag doen, voldoende Irish pubs hier in DC. Maar de Limperg Zaal is wat mij betreft ook goed. De man had een voortreffelijk gevoel voor 'tipping points" 'to the points" en "cutting the crap", alhoewel zijn nazaten zich niet makkelijk in deze 21e eeuw beschrijving zullen vinden. Het Barnier greenpaper rapport zal ook nog wel het nodige materiaal aanbieden. Dus, met dank voor je reactie, ik stel voor 'let nature have its course" voor een paar weken. Ik denk dat deze crisis een 50%+ kans geeft voor fundamentele veranderingen. tenzij de optimist in me me weer in de weg staat; 't Zal niet voor het eerst zijn. Dan doe ik volgend jaar gewoon alsof dat het lot van optimisten is: predestinatie in actie! Help me even dit voorstel warm te houden, 'till hell freezes over'. jules

Johan Visser

Beste Jules, Als jij een tafel regelt doe ik graag mee. Overigens houden individuen en organisaties in doorsnee niet van verandering.Je weet immers wat je hebt en niet wat je krijgt. Alleen als het echt niet anders kan,de bekende dwang,gaan mensen en organisaties veranderen of als ze denken grote winst te kunnen bereiken. Het bekende what,s in it for me adagium. Accountants hebben dankzij slimme marketing,de belangen van de opdrachtgevers(een RvB zit helemaal niet te wachten op onafhankelijke RA,s) en het feit dat Accountants wereldwijd heel goed verdienen weinig aandrang tot verandering gevoeld. Slechts de mogelijkheid tot forse verdiensten hebben de adviestakken doen bloeien en groeien in de negentiger jaren.Na Enron kwam er fors tegengas van de zijde van grote beleggers en toen kwam er weer veel meer aandacht voor de core business oftewel de controlepraktijk. Dwang c.q. tegengas zorgde dus voor een zekere mate van verandering.Maar de Big 4 zijn al lang weer op acquisitiepad.Zie de overnames van Deloitte bijvoorbeeld. Het echt fundamentele probleem,de nauwe band tussen Auditors en het management,is nog niet opgelost.En het management denkt nog net zo als in 1971 nl dat wie betaalt bepaalt. Zo sprak Pierre Vinken van toen nog Elsevier simpel: Accountants?Accountants doen wat ik zeg.Mijn baas bij Buhrman Tetterode zei in1985 exact hetzelfde toen de cijfers van Franse werkmaatschappijen eind Januari opeens sterk tegenvielen. En als er dan ook nog grote vrijheid bestaat in de presentatie van de cijfers dan zit de goedwillende en bekwame RA vaak klem. Maar dit alles weten we al lang.Zie jullie rapport uit 1971. Slechts het fundamenteel doorknippen van de band tussen Auditor en management,oftewel niet tegelijk twee heren dienen kan helderheid scheppen. Dat zet het businessmodel van RA,s op zijn kop en m.i. is het niet vreemd dat dit dus nog niet is gebeurd. De kantoren ,m.n. de grote, hebben te veel te verliezen,en de opdrachtgevers,lees management zit er niet op te wachten.Je kunt het beide partijen nauwelijks kwalijk nemen. Pensioenfondsen en beleggersclubs zouden,naast de politiek,de kar moeten trekken maar van de Nedelandse pensioenfondsen valt nog weinig te verwachten. Het management van de grote bedrijven hebben daar nog een te grote vinger in de pap.En de gepensioneerden hebben doorgaans niets te vertellen over hun uitgestelde loon.Maar dat weten we ook al 40 jaar. Kortom een ieder verdedigd volstrekt rationeel het eigenbelang en dat houdt veranderingen tegen.

jules muis

Ja, wat een vraag wel niet kan beantwoorden. In volgorde hieronder, Philip, Sybren Kalkman heeft de generatie-diversiteit van de samenstellers van het rapport al duidelijk gemaakt, en ik hoop dat het ook duidelijk is dat ondanks de leeftijd/generatie verschillen, opstellers goed met elkaar omgingen en overeenkwamen. Ik ben verder blij dat hij niet gememoreerd heeft dat hij en ik nu allebei tot de oude honden kennel/kern behoren; maar pootje geven zal er voor geen van ons beiden ooit bij zijn. We zoeken nog wel iedere dag naar een nieuw kunstje. Ik zal je links met belangstelling bestuderen, na thuiskomst. Sybren, bedankt voor dat geheugensteuntje. Inderdaad werden er meteen na het uitbrengen van het rapport drie coryfeeën op ons afgestuurd die via de media de vloer met het rapport ‘ de Accountant, morgen?’aanveegden, of althans het probeerden.De verklaring die ik er zelf aan over heb gehouden was hun push back te zien als een reactie op een grote rechtszaak waar een/hun groot accountantskantoor bij betrokken was, en die maande tot ‘accountant, doe maar gewoon dan doe je gek genoeg’. Het interessante is dat de praktijk dusdanig evolueerde dat het naar mijn smaak de auteurs van het rapport gelijk leek te geven, inclusief de accountantspraktijk van de critici van het rapport. Misschien nog interessanter is, voor mij althans, dat ik na de kredietcrisis ervaring aan de kant van de critici van ons rapport van 40 jaar geleden ben gaan staan.......: accountantsberoep, let op Uw saeck, probeer niet te rennen voor je kunt lopen, doe het eerst maar eens goed als controleur van de jaarrekening. Waarbij onafhankelijk en sterke rug mij een grotere zorg zijn dan expertise. Een sterke rug kun je niet kopen, wel verkopen; expertise kun je altijd kopen, en verkoopt beter naargelang de rechte rug ook kan krommen; op korte termijn althans, op lange termijn is het omgekeerd. Johan, altijd goed vanuit die filosofische insteek iets van je te horen, en misschien kun je ook vanuit die insteek nog wat bijdragen als we ons rond een tafel kunnen vinden over de vraag wat ons nu weerhoudt van echte verandering. Pieter, goed te horen dat het rapport zo vruchtbaar heeft gewerkt, destijds, en er een jaar daarna een kindeke is geboren die constructief-kritisch denken met de paplepel heeft meegekregen. ik heet het 40 jaar te laat alsnog welkom, maar ik neem er geen verantwoordelijkheid voor. Ja, je kent mijn voorstel, uitstijgend boven de materie, ons afvragend wat echte verandering nu echt in de weg staat. Rest nog de vraag wie er als ‘convener’ wil optreden. ik wil het graag doen, maar dan hier in DC!

Pieter.dekokAT:coney.nl

Het is fantastisch om te lezen dat de afsluitende vraag van Jules de afgelopen maanden door vele is gesteld en de beantwoording tot heden uiteenvalt in een stortvloed van termen, emoties en mogelijkheden. Zou mooi zijn als we iedereen met belangstelling voor deze vraag, jong, oud, wit of groen bij elkaar krijgen. Inzake claimrisico: als Tuacc aanjager kan ik alleen zeggen: ik heb het ongeveer 86324 keer gehoord, waarvan akte. En wat een waanzinnig gaaf rapport uit 1971, een jaar later ben ik door mijn ma en pa welkom geheten, maar hulde en hulde!!

Johan Visser

Leuk en interessant om een dergelijk rapport uit 1971 te lezen.Fascinerend is dat heel veel nog aktueel is. Brenda Westra had m.i. zeker een punt met het aanduiden van claimrisico en gebrek aan deskundigheid als obstakels. Wil ook op een ander obstakel wijzen.Weet overigens dat ik daar niet populair mee zal worden.Maar meen een punt te hebben. Bij het lobbyen voor de wet op het RAschap begin jaren 60 valt het een topambtenaar al op dat de heren( het zijn dan nog bijna uitsluitend heren) zo hoog te paard zitten.Lees het maar na in het mooie boek over de geschiedenis van het Accountantsberoep vanaf 1945 tot heden.Uitgave van het NIVRA. Voor de tarieven van kantoren en het inkomen van de maten is de zeer zelfbewuste presentatie marketingtechnisch een briljante zet geweest van de beroepsgroep.Veel marketeers kunnen daar nog veel van leren. Minder handig was dat er vaak een kloof qua beloning ontstond tussen de verdiensten van RA,s en andere adviseurs.Denk maar aan bijv ingenieursburo,s.Samenwerken op basis van gelijkwaardigheid met andere disciplines impliceerde ook samen de opbrengsten delen en Accountants hadden dan nogal wat te verliezen. Bovendien waren er een groot aantal RA,s gaan geloven in wat primair natuurlijk een marketingverhaal was om fraaie honoraria te genereren. De RA als bijzonder mensensoort. De studie voor RA vereisde wel erg veel werk,grappig om in het rapport te lezen dat men al in 1971 wist dat er de nodige ballast inzat,en dat gaf natuurlijk aanleiding om te denken dat het ook wel een heel bijzondere en moeilijke studie was.De simpele denkfout werd gemaakt dat een lange studie gelijk stond aan een moeilijke studie.Dat was en is niet zo getuige een Econometrist-RA die ik ooit interviewde en die verbaasd uitriep toen ik hem vroeg of de RAstudie nu moeilijk was moeilijk,moeilijk het is helemaal niet moeilijk het is veel! Het vaak wel erg grote zelfbewustzijn verhinderde m.i. niet zelden het op basis van gelijkwaardigheid met andere disciplines samenwerken.Daarmee doen Accountants zichzelf en hun clienten tekort. Zichzelf omdat multidisciplinair werk zo ontzettend leuk en leerzaam is.Hun clienten omdat ze soms vragen overslaan en ook weleens adviseren over zaken waar ze echt te weinig verstand van hebben. Ter vermijding van misverstanden,ik vind Accountancy een mooi vak en verreweg de meeste RA,s aardig en bekwaam.Heb er ontzettend veel met plezier geinterviewd.Maar nog steeds is het zelfbewustzijn wel wat sterk aanwezig. Tot troost,filosofen zijn nog veel erger en dat heb ik lang geleden gestudeerd.

Sybren Kalkman

Brenda vergat dat in de groep die het rapport binnen vier maanden (!) schreef vooral ouderen zaten die hun sporen in het beroep ruimschoots hadden verdiend. Jules en ik waren de jonge honden. Om de conclusies aan jonge honden toe te schrijven was toen misschien deel van het afwijsmechanisme door het beroep. We vonden onszelf toen helemaal niet zo revolutionair. We schreven gewoon wat we dachten, en dat ook nog eens op grond van rond de vijftig interviews die we onder vooraanstaande politici, wetenschappers, mensen uit het bedrijfsleven, en accountants hadden gehouden. We hadden ook nog eens een flinke literatuurlijst doorgewerkt, uittreksels van boeken gemaakt, etc. We hoopten dat zowel de methode (van buiten naar binnen kijken, vanuit de toekomst naar het heden) als de snelheid waarmee het rapport tot stand kwam een voorbeeld zou worden voor hoe het beroep met de omgeving mee kon bewegen. De van sommige kanten felle reactie heeft mij nogal verbaasd, en dat snelheid en methode geen navolging hebben gevonden zo mogelijk nog meer. Het beroep had het afgelopen veertig jaar veel meer tegenspel moeten organiseren. Het brengt mij tot de uitspraak dat de inhoudelijke kant van opvattingen er niet eens zo veel toe doet. Dat geldt nu ook. We weten eigenlijk wel wat er moet gebeuren, ook de tuacc aanbevelingen liggen nogal voor de hand, maar we kunnen de vraag niet beantwoorden waarom het niet allang gebeurd is.

Philip Elsas

Heel mooi dat ‘t rapport ‘de Accountant, Morgen?’ nu digitaal binnen handbereik is. Jules, leuk dat je mede-auteur van dit rapport bent (wist ik niet), en ook leuk die link met Canada: “Onze Canadese collega’s, die in 1970 over hetzelfde onderwerp een rapport uitbrachten merkten op: “The profession should be concerned with anticipating the changing needs of society far enough in advance so that it can develop new methods and educate its members for the application of new services when required” ”. Om terug te komen op je vraag: ‘Wat houdt ons af van inhoudelijke verandering voordat het te laat is?’ Brenda Westra stelt in ‘Assurance services: goudmijn of zeepbel?’ uit 1999 het volgende: “Het toeval wil dat in Nederland al veel eerder, in 1971, een toekomstverkenning was uitgevoerd met ongeveer dezelfde uitkomsten [als AICPA-voorman Bob Elliott’s CPA Vision Project uit 1999]. In het visionaire rapport ‘de Accountant, Morgen?’ stelde een groep ‘jonge honden’ voor om de attestfunctie, het oude woord voor assurance [sic], uit te breiden met diensten op het gebied van o.a. informatiesystemen, milieu, privacy, human resource management, social accounting en management audit. Al in 1973 concludeerde het beroep echter dat dit toch niet de juiste weg was. Het claimrisico en het gebrek aan deskundigheid waren de belangrijkste obstakels.” M’n tussenvraag: Klopt Brenda’s weergave van de conclusie? Waren dit toen de belangrijkste obstakels die de beroepsgroep afhielden van inhoudelijke verandering? En, zijn ze dat nu nog steeds? Het rapport sluit af met de zin “Verdere opmerkingen waartoe het lezen van het rapport u aanleiding geeft”. M’n eerste opmerking is dat ik wel benieuwd ben naar je reactie op het volgende artikel: http://www.theglobeandmail.com/report-on-business/voting-problems-dog-corporate-canada/article1888387/page1/ (p.1) en http://www.theglobeandmail.com/report-on-business/voting-problems-dog-corporate-canada/article1888387/page2/ (p.2)

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.