Opinie

Paniekvoetbal helpt niet, rust en nuchterheid nodig in pensioendebat

De bijgestelde sterftetafels van het Actuarieel Genootschap - die richtinggevend zijn voor alle Nederlandse pensioenfondsen en op 2 september 2010 publiek zijn gemaakt - zullen ongetwijfeld voor een nieuwe steen in de pensioenvijver zorgen.

Peter de Groot en Edward Snieder

De langere levensverwachting van de werkende Nederlander maakt het noodzakelijk om de buffers van pensioenfondsen op te hogen. De meeste fondsen zullen dat al eerder hebben gedaan, al dan niet vanwege de bijgestelde tafel van het CBS. Maar een fonds dat dit (nog) niet of onvoldoende heeft gedaan, moet meteen vol aan de bak. 

In een tijd dat het vet op de huid toch al stevig is verschraald, kan dat voor een pensioenfonds tot een acuut probleem leiden. Door het plafond zakken is makkelijker dan het te repareren. Zeker als alle schijnwerpers al volledig op de pensioenen gericht zijn. 

De gevoeligheid van pensioenfondsen voor calamiteiten die meteen worden doorvertaald naar de pensioengerechtigde of premiebetaler, is inherent aan het stelsel. Bij veel verzekeraars zijn pensioenen gegarandeerde regelingen. Daardoor kunnen verzekeraars niet zo maar tussentijds aan de pensioenknop draaien bij onverwachte tegenvallers. Die zullen ze zelf moeten opvangen. 

Pensioenfondsen kennen dergelijke dijken om overeengekomen regelingen niet. Wanneer de minimale dekkingsgraad in zicht komt, zijn dus meteen maatregelen nodig met dikwijls directe consequenties voor de deelnemers. 

Dit andere risicoprofiel van een pensioenfonds is geen dogma. Het heeft voor- en nadelen. Zo geeft het pensioenfondsen meer ruimte om in aandelen te beleggen dan verzekeraars, die zich vrijwel volledig indekken met vastrentende waarden. Bij sommige pensioenfondsen kunnen aandelen wel tot veertig procent van de beleggingsportefeuille uitmaken. Dat biedt kansen op hogere rendementen en dus op lagere premies of juist (hogere) toeslagen. 

Het brengt wel grotere risico's met zich mee. Wanneer we een pensioenvoorziening willen met een lager risicoprofiel, dan is dat mogelijk. Maar zekerheid kost geld. Dat de pensioenfondsen die nu in de problemen zijn het huiswerk niet op orde hadden, zoals soms wordt gesuggereerd, is dan ook een wat premature conclusie. Als een particulier de helft van zijn spaargeld in aandelen belegt, kan dat ook tot stevige tegenvallers leiden. 

In de discussie over pensioenen en pensioenfondsen moet het niet alleen gaan over de deelnemers, de premies en de uitkeringen. Juist omdat pensioenfondsen, daartoe aangemoedigd door de politiek, sinds jaar en dag royale kapitaalverschaffers zijn, hebben zij een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de Nederlandse (en buitenlandse) economie. De behoefte aan minder risico en meer zekerheden zal veel pensioenfondsen aanzetten om met minder risico te beleggen, bijvoorbeeld door een groter pakket staatsobligaties. 

Daar slaapt de deelnemer wellicht beter van en het is leuk voor de staat, maar kan rampzalig uitpakken voor de investeringskracht van de BV Nederland. Ook dat aspect krijgt veel te weinig aandacht. 

In de huidige pensioendiscussie lijkt Nederland zichzelf bovendien wel als een eiland te beschouwen. 

Zo kwamen internationale aspecten en vergelijkingen nauwelijks naar voren in de recente discussie over de rentevoet. Terugkeren naar de vaste rentevoet van weleer is binnen een mondiale context moeilijk voorstelbaar. 

Maar voorstanders van een in beton gegoten marktwaardebenadering miskennen eveneens buitenlandse ontwikkelingen, ook binnen Europa. Wanneer we met de rug naar de rest van de wereld gaan staan, dan lopen we vast. 

De pensioendiscussie van dit moment lijkt op een op hol geslagen trein waarin niemand nog weet waar de noodrem zit. Tabellen, modellen en boekhoudkundige afspraken geven voeding aan discussies die weinig met de financiële realiteit van het Nederlandse pensioenwezen te maken hebben. 

De kredietcrisis heeft geleerd dat modellen ons volledig op het verkeerde been kunnen zetten. Ook de sterftetafels waarmee de sector werkt, zijn niet de stenen tafels waarmee Mozes van de berg terugkeerde. Het zijn hulpmiddelen die bij onevenredige effecten genuanceerd toegepast moeten kunnen worden. 

Alleen al om de bezorgdheid van miljoenen Nederlanders weg te nemen, is het zaak dat alle partijen die betrokken zijn bij het Nederlandse pensioenstelsel een pas op de plaats maken. 

Door rust, nuchterheid en reflectie rond alle aspecten die een rol spelen, kunnen we op een verantwoorde manier keuzes maken die nodig zijn om onze pensioenvoorziening nu en in de toekomst in goede banen te leiden. Het is onmogelijk om met paniekvoetbal een duurzame pensioenstrategie uit te stippelen.

Peter de Groot en Edward Snieder zijn partners van KPMG en actief in de pensioen- en verzekeringssector. Een verkorte versie van deze bijdrage is gepubliceerd in Het Financieele Dagblad van 2 september 2010.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.