NIVRA

De lat hoger

Als je de voortgaande discussie over kwaliteit van de accountantscontrole volgt (zie ook mijn bijdrage in het oktobernummer van 'de Accountant'), dan lijkt het wel alsof dat het enige is waar de accountantsberoepsgroep en het NIVRA mee bezig zijn. Toch is dat niet zo.

Ook de fusie blijft aandacht vergen. Op 25 november 2010 zullen circa vijftig NOvAA-medewerkers intrekken in het kantoor in Amsterdam. Dit kantoor wordt daarvoor momenteel aangepast, vooral om het zogenaamde 'nieuwe werken' mogelijk te maken. Dit betekent dat je als medewerker de werkplek gebruikt die past bij het type werk; vaste werkplekken en eigen kamers zijn daarbij niet meer vanzelfsprekend.

Ook derden, bijvoorbeeld leden van commissies en werkgroepen, kunnen gemakkelijker gebruik maken van de voorzieningen. Voorts worden op 30 september a.s. de leden van het Adviescollege voor Beroepsreglementering geïnstalleerd, het eerste officiële NBA-gremium.

Tegelijkertijd is het overleg met het ministerie van Financiën over onze reactie op het wetsvoorstel voor de NBA gaande, waarbij de titeldiscussie uiteraard het meeste aandacht vraagt. Om de vinger aan de pols te houden mag ik mij, tezamen met Berry Wammes en Dennis Koot, tegenwoordig een regelmatige bezoeker van de Tweede Kamer noemen.

Daarbij valt op dat het accountantsberoep zorgvuldig wordt gevolgd. De discussies met AFM en DNB zijn de kamerleden niet ontgaan en binnenkort spreken we met de vaste kamercommissie voor Financiën over de aanbevelingen van de commissie De Wit. Die aandacht voor het beroep is niet verbazend. De troonrede van afgelopen week stelt nadrukkelijk dat het maatschappelijk vertrouwen in de financiële sector moet worden hersteld. Een belangrijk middel daarvoor is de ‘naleving van bestaande regelgeving'.

Dit klinkt als een open deur, maar dat is het niet. Want de verleiding is groot om weer nieuwe regels te verzinnen en toezicht op toezicht te stapelen, daarmee de bureaucratie alleen nog maar groter makend. Terwijl al talloze malen is gebleken dat de bestaande regels domweg niet zijn nagevolgd.

Zoals ik al eerder heb aangegeven hebben we als accountantsberoep hier een eigen en grote verantwoordelijkheid in. Dit is deze week nog eens bevestigd door de rapporten van de Britse toezichthouder, de Audit Inspection Unit (AIU). Evenals de AFM constateerde de AIU dat er nog het een en ander te verbeteren valt binnen de kantoren. Hoopgevend daarbij was wel dat de Britse toezichthouder constateerde dat de kritiek van vorig jaar was opgevolgd en had geleid tot daadwerkelijke verbeteringen.

De verantwoordelijkheid om de eigen werkzaamheden kritisch te bezien en de kwaliteitslat hoog te leggen beperkt zich niet tot de grote en middelgrote kantoren. Uit de tussen 2008 en 2010 verrichte reviews van de SRA bleek dat controledossiers van ruim 20 procent van de aangesloten kantoren niet voldeden aan de vereiste normen. In juni dit jaar constateerde het NIVRA hetzelfde bij 28 procent van de kleinere kantoren. Het zijn onaanvaardbare cijfers voor een beroep met een maatschappelijke vertrouwenspositie.

Maar net als de Britse AIU constateert ook de SRA dat het systeem van doorlopend kwaliteitstoezicht en zelftoetsing werkt. Dat wil niet zeggen dat het vanzelf gaat, integendeel. Vastgeroeste patronen moeten worden doorbroken en gedrag dat ooit aanvaardbaar was zal moeten worden veranderd. Maar klagen helpt niet.

Dus tanden op elkaar, de schouders eronder en staan voor de allerhoogste kwaliteit. Want met minder neemt de samenleving geen genoegen. 

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Ruud Dekkers is partner bij PricewaterhouseCoopers Accountants NV. Dekkers was van 2010 tot en met 2012 voorzitter van het NIVRA.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.