Transparantieverslagen: openheid met handrem
Accountantsorganisaties die OOB's controleren hebben nu driemaal verplicht een transparantieverslag gepubliceerd. Tijd om de balans op te maken. Verschaffen die verslagen de informatie en transparantie waar belanghebbende partijen op zitten te wachten? Rapporteren de kantoren alleen het formeel noodzakelijke of doen ze ter wille van de beoogde transparantie meer dan dat?
Het NIVRA onderzochtmet het oog op die vragen alle dertien verslagen over boekjaar 2008 en deed aanbevelingen (zie dit artikel in het meinummer). Ikzelf ging mijn eigen weg en scheen het licht wat nader op verslagen van de 'grote vier', die samen goed zijn voor 94 procent van de wettelijke controles van OOB's in Nederland.
Mijn conclusies beschreef ik in een artikel in hetzelfde meinummer van 'de Accountant'. Een samenvatting van de bevindingen die daaraan ten grondslag lagen volgt hieronder.
De lengte van onderstaande beschrijving overschrijdt verre de gangbare omvang, maar voor deze gelegenheid vraag ik uw begrip daarvoor.
Deloitte
Deloitte heeft een boekjaar dat afloopt op 31 mei en publiceerde op 25 augustus 2009 zijn transparantieverslag. Daarin worden de onderwerpen die verplicht zijn gesteld doorlopen. In goedlopende en soms ronkende zinnen. Bijvoorbeeld over de mensen binnen de organisatie:
‘Zij zijn de drijvende kracht achter Deloitte. Onder andere door opleiding en samenwerking op multidisciplinair gebied te bevorderen, bieden wij onze medewerkers de kans om hun kennis en kunde te vergroten. Zelfreflectie en een lerende houding zijn daarbij essentieel. Kwaliteit groeit vooral in een cultuur waarin twijfels en dilemma's bespreekbaar zijn. Wij dagen elkaar voortdurend uit om met verbeteringen te komen'. Een prachtzin voor een personeelsadvertentie, maar niet voor in een transparantieverslag.
Ook de beschrijving van bijvoorbeeld de procedure van ‘interne kwaliteitsreview' is indrukwekkend. Evenals de procedurebeschrijving inzake onafhankelijkheid en de opleidingsparagraaf. Maar het beschrijven van procedures is - als het om echte transparantie en inzicht gaat - niet de kern van de zaak. ‘The proof of the pudding is in the eating', zoals de Engelsen het zo mooi zeggen. Ofwel: wat is de werking van die procedures in de praktijk? Daarover is, naast de algemene bestuursverklaring dat de procedures hebben gewerkt, concrete informatie gewenst.
Een verplicht onderdeel van het transparantieverslag is de beschrijving van de beloningsgrondslag van de externe accountants. Een actueel onderwerp, ook buiten de accountancy, dat bovendien de aandacht heeft van de toezichthouders. We leren dat Deloitte een puntensysteem hanteert, met een indeling in negen groepen. Kwaliteit is een ‘zwaarwegend onderdeel' in de beoordeling en is voor de indeling in een puntengroep van ‘wezenlijke betekenis'. Bij de indeling in puntengroepen kunnen ‘bonuspunten worden toegekend'. Maar waarvoor precies, blijft in nevelen gehuld.
PricewaterhouseCoopers
Het boekjaar van PwC sloot op 30 juni, het transparantieverslag is gedateerd op 18 september 2009. Ook PwC loopt netjes de verplichte nummers af, zoals opgenomen in artikel 30 BTA. Niet meer en niet minder.
Over de juridische structuur lezen we bijvoorbeeld: ‘Per 30 juni 2009 is een coöperatie geplaatst in de structuur tussen de besloten vennootschappen van de beroepsbeoefenaren (partner-bv's) en de Holding PricewaterhouseCoopers Nederland B.V.'. De lezer die zou willen weten waarom dat zo is - met het oog op de transparantie een voor de hand liggende vraag - leest het antwoord echter niet in dit verslag. Wat is dan de informatiewaarde van de mededeling?
Ook bij PwC zien we een indrukwekkende procedurebeschrijving aangaande het kwaliteitsbeheersings- en controlesysteem. Maar is het werkelijk informatief te lezen dat ‘voor iedere medewerker via intranet het Handboek Kwaliteit toegankelijk is'? Of dat er een ‘procedure voor de acceptatie van nieuwe klanten' bestaat?
Van meer belang lijkt mij te duiden hoe vaak en waarom klanten zijn geweigerd of de deur werd gewezen vanwege ‘integriteitsrisico's'. Of tot welke bevindingen, aanpassingen en verbeteringen de ‘interne kwaliteitsreviews' hebben geleid.
Ook zou ik als lezer graag willen weten of de beloningsgrondslag (perverse) prikkels bevat, zoals gezegd een actueel onderwerp. Maar dat haal ik niet uit de zinsnede: ‘De beoordeling gaat in op aspecten als klantbediening, kwaliteit en vaktechniek, begeleiding van onze mensen en firmabrede initiatieven. Hierbij krijgt ook het ontwikkelingstraject de nodige aandacht. Deze beoordeling leidt tot een zogenaamde rating (1-5) hetgeen financiële consequenties heeft voor de beloning in een bepaald jaar'.
Het verslag vermeldt hier wel dat een partner die een onvoldoende scoort in de kwaliteitscontroles, automatisch een onvoldoende totaalbeoordeling krijgt. Op zichzelf is dat relevant: werkelijk onvoldoende kwaliteit kan dus niet worden gecompenseerd met bijvoorbeeld commerciële prestaties. Maar een concreet inzicht in de weging van de diverse beloningsfactoren in ‘normale' omstandigheden - wanneer de kwaliteit niet als ronduit ‘onvoldoende' wordt beoordeeld - is uit het Nederlandse transparantieverslag niet op te maken. Is dat dan van belang? Volgens Financial Reporting Council (FRC), de Engelse toezichthouder op het accountantsberoep, wel. Die constateerde in november 2009 ten aanzien van de Engelse tak van PwC dat die de bonuscriteria voor het management heeft gewijzigd. Omzetgroei maakt hiervan nu 40 procent uit, dat was 25 procent. Het aandeel van de wegingsfactor kwaliteit werd onder meer verlaagd, hetgeen - aldus de toezichthouder - ‘will have a long-term impact on audit quality'.
Ernst & Young
Ernst & Young hanteert hetzelfde boekjaar als PwC en publiceerde het transparantieverslag op 29 september 2009. Vorig jaar heeft de Nederlandse vestiging van deze accountantsorganisatie de publicatie van een regulier jaarverslag voor het eerst achterwege gelaten. Argument was onder meer dat Ernst & Young internationaal intensief samenwerkt en via die weg verantwoording aflegt, maar ook dat de Nederlandse member firm nog wel een transparantieverslag publiceert. Je zou derhalve verwachten dat het transparantieverslag van Ernst & Young Nederland doorzichtiger en informatiever is dan van de collega-kantoren.
Helaas is dat niet het geval. Ook bij Ernst & Young vinden we fraaie volzinnen en treffende leuzen. Zinnen als ‘Setting the right tone at the top is a key responsibility of our senior leadership team' en ‘Quality in everything we do' passen in reclameuitingen - en hebben dezelfde waarde - maar voegen aan transparantie niets toe. En ook hier prachtige procedurebeschrijvingen verpakt in goedgevormde volzinnen. Echter zonder tastbare inhoud.
De organisatie refereert in het transparantieverslag - overigens net als Deloitte en PwC - kort aan het in december 2009 gepubliceerde AFM-onderzoek naar de controle bij financiële instellingen. Niet onbelangrijk voor Ernst & Young, gegeven het in het transparantieverslag opgenomen cliëntenbestand, waarop veel namen van financiële instellingen prijken.
Over het AFM-onderzoek wordt echter niets inhoudelijks gezegd, terwijl er op het moment waarop het transparantieverslag is gedateerd al tien maanden discussie met de AFM over dat rapport was gevoerd. ‘We have not yet received the final report from the AFM', is alles wat we lezen. Niets over de discussiepunten.
Maar wellicht lezen we daar in het volgende transparantieverslag - het AFM-rapport is inmiddels definitief - meer over. Bijvoorbeeld in de beloningsparagraaf. Daarin staat nu onder meer dat er in het kader van de kwaliteitsbeoordeling van partners en bij non-compliance maatregelen worden genomen. Zijn die binnen Ernst & Young (of de andere kantoren) genomen, na het weinig flatteuze AFM-rapport?
KPMG
Op 18 december 2009 publiceerde KPMG als laatste van de ‘grote vier' zijn transparantieverslag (boekjaar tot en met 30 september). Het begint met een duiding van de basiswaarden van de organisatie. Bestuursvoorzitter Herman Dijkhuizen sluit het voorwoord af met het uitspreken van de hoop ‘that you find this report a useful insight into what we do within KPMG in the Netherlands towards maintaining and improving our audit quality'. Mijn antwoord daarop is negatief: ik zie daarover weinig ‘nuttige inzichten' in het transparantieverslag. Om niet in herhaling te vervallen beperk ik me tot de vaststelling dat KPMG hooguit voldoet aan de minimale normstelling ten aanzien van informatieverschaffing.
Anders dan de drie andere kantoren refereert KPMG in het transparantieverslag in het geheel niet aan het AFM-onderzoek naar de controle bij financiële instellingen. Dat is opmerkelijk. Het AFM-rapport is immers gedateerd op 3 december 2009, dus vóór het uitkomen van dit transparantieverslag.
Het AFM-rapport is tamelijk kritisch, vooral op het punt van controlekwaliteit. En dat aspect behoort nu juist een kern van het transparantieverslag te zijn. Maar in het KPMG-verslag komen louter de procedures ten aanzien van dit aspect aan de orde, niet de uit het AFM-rapport voortvloeiende bevindingen, aanpassingen en verbeteringen. Of zou het rapport KPMG in het geheel niet hebben geraakt?
Specifiek punt: overstap bestuursvoorzitters
In de verslagperiode stapten twee bestuursvoorzitters van big four-kantoren over naar cliënten van het eigen kantoor. Voormalig PwC-voorzitter Jos Nijhuis werd topman van Schiphol. Dit feit wordt netjes in het transparantieverslag toegelicht, waarbij nadrukkelijk wordt opgemerkt dat ‘de heer Nijhuis nooit betrokkenheid' bij de controlecliënt heeft gehad.
Wel zijn op basis van regelgeving maatregelen genomen: ‘Wij hebben onverwijld alle noodzakelijke maatregelen getroffen om te waarborgen dat de onafhankelijkheid van zowel de accountantsorganisatie als de externe accountant niet in gevaar zou komen. Deze maatregelen hadden onder meer betrekking op het bewerkstelligen dat de heer Nijhuis vanaf het moment van aankondiging geen invloed meer had op de gang van zaken bij de accountantsorganisatie inclusief de beoordeling van assurancepartners en - medewerkers. Voorts zijn de belangrijkste stakeholders geïnformeerd en zijn per 30 september 2008 alle (financiële) banden tussen de heer Nijhuis en onze organisatie verbroken'. Daarnaast wordt gerefereerd aan enkele maatregelen die de controle van Schiphol betreffen.
Anders ligt dat bij het verslag van Ernst & Young. Voormalig bestuursvoorzitter van Ernst & Young, Jan Nooitgedagt, stapte over naar controlecliënt Aegon en werd daar chief financial officer. Het leidde tot aandacht van de toezichthouder, de beroepsorganisatie en een stevige discussie onder vakgenoten. Tot opname in het transparantieverslag van Ernst & Young kwam het - helaas - echter niet.
Conclusie: terughoudendheid bij kantoren
De huidige transparantieverslagen roepen per saldo meer vragen op dan ze beantwoorden. Dat is deels te wijten aan de regelgeving, die blijkbaar niet ver genoeg gaat; althans niet stimuleert tot het daadwerkelijk betrachten van transparantie. Maar dat is de puur formele kant. Een andere oorzaak is de terughoudendheid binnen de accountancy zelf.
De huidige transparantieverslagen van de vier grote kantoren voldoen aan de eisen die in wet- en regelgeving worden gesteld. Dat is het goede nieuws, maar het mocht ook worden verwacht. Maar ze zijn nauwelijks informatief en de toegevoegde waarde - waar het toch om is begonnen - zal voor veel lezers nihil zijn.
Het is mogelijk dat (inter)nationale regelgevers op termijn verbeteringen zullen afdwingen. Het zou de geadresseerde accountantsorganisaties en de beroepsorganisatie - die hier een stimulerende functie kan vervullen - echter sieren daar niet op te wachten. Mits de wil er is, kunnen immers ook zonder nieuwe wet- en regelgeving verbeteringen worden aangebracht.
Gerelateerd
Visser & Visser presenteert eerste transparantieverslag
Visser & Visser heeft het transparantieverslag 2018 uitgebracht. Het is de eerste keer dat het kantoor een transparantieverslag publiceert, alhoewel dat niet verplicht...
Accon avm: 'Negatief oordeel AFM was herkenbaar'
Accon avm vond het negatieve oordeel over de voortgang van de implementatie en borging van het verandertraject bij de controlepraktijk herkenbaar.
Transparantieverslag PwC: 'We moeten vaker nee zeggen'
Accountants van PwC moeten leren vaker 'nee' te zeggen tegen opdrachten als ze de benodigde kwaliteit niet kunnen leveren. Bijvoorbeeld omdat ze het vereiste team...
Omzetgroei voor controlepraktijk DRV in 2016
De controlepraktijk van DRV Accountants & Adviseurs maakte in 2016 opnieuw een behoorlijke groei door. Dat blijkt uit het Transparantieverslag 2016 dat het kantoor...
Coney publiceert eerste transparantieverslag
Accountantskantoor Coney heeft voor het eerst een transparantieverslag gepubliceerd.