Opinie

Discussie green paper ontbeert wetenschappelijke onderbouwing

Op 13 oktober 2010 publiceerde de Europese Commissie een 'green paper' waarin zij een groot aantal voorstellen doet voor hervorming van de accountantsfunctie. Het maatschappelijk debat over de rol en positie van de accountant is hiermee in een stroomversnelling gekomen.

De markt geeft via de media duidelijk aan betrokken te zijn. De politiek, de beroepsorganisatie, belangenverenigingen en een aantal accountants delen hun standpunten en inzichten. In deze discussie missen wij echter de inbreng van wetenschappelijke kennis en inzichten die een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de richting die de het accountantsberoep inslaat. 

Een voorbeeld zijn de voorstellen ter versteviging van de onafhankelijkheid van de accountant. Voorstellen, door Eurocommissaris Michel Barnier in de vorm van vragen geponeerd, die bij elkaar opgeteld tot doel lijken te hebben om alle theoretisch mogelijke bedreigingen te ondervangen. 

De vragen variëren van audit only firms, onderbrengen van de controlefunctie bij een overheidsorgaan en verplichte kantoorroulatie tot het benoemen van de accountant door de raad van commissarissen

Essentiële input die in de tot nog toe gevoerde publieke discussie mist, is of het maatschappelijk verkeer als de gebruiker van de verklaring deze voorstellen ook noodzakelijk vindt. Of leveren zij voor het maximaal afdekken van de mogelijke bedreigingen uiteindelijk kwaliteit in? Wetenschappelijk onderzoek helpt in het beantwoorden van deze voor het accountantsberoep fundamentele vragen. 

Accountantscontrole vormt een belangrijk onderdeel van een efficiënte kapitaalmarkt, mits de kwaliteit van de controle buiten twijfel staat. De mate waarin gebruikers de accountant als onafhankelijk kwalificeren ('gepercipieerde onafhankelijkheid') is een wezenlijk aspect in hun beoordeling van deze kwaliteit. Hierover bestaan interessante wetenschappelijke inzichten die in de discussie een plaats zouden moeten hebben. 

Ten eerste wordt de toegevoegde waarde van accountantscontrole bevestigd door wetenschappelijk onderzoek van het MARC in 2010. 

Onderzoek toont voorts aan dat versterking van de relatie tussen accountant en raad van commissarissen bijdraagt aan de gepercipieerde onafhankelijkheid. 

Echter, wetenschappelijk onderzoek naar het roulatiesysteem in Italië toont ook aan dat verplichte kantoorroulatie niet leidt tot een verhoging van de controlekwaliteit. De frisse blik weegt in het oordeel van gebruikers niet op tegen het verlies van kennis. 

Ander internationaal onderzoek laat zien dat gebruikers de onafhankelijkheid vooral relateren aan het  relatieve belang van een onderneming in de portefeuille van een accountantsorganisatie (‘relatief klantbelang') en in mindere mate aan de omvang en aard van de overige dienstverlening. Recent uitgevoerd onderzoek door Nyenrode-student Yvo M. van Ginkel onder beursgenoteerde bedrijven in de Europese Unie bevestigt deze resultaten. 

Wetenschappelijk onderzoek kan daarmee bijdragen om de maatschappelijke relevantie van de voorstellen te wegen en de discussie te focussen op juist die voorstellen die in de markt breed worden gedragen. Het is daarom belangrijk deze inzichten mee te nemen in de aankomende discussie over de voorstellen van Barnier, zodat weloverwogen maatregelen worden genomen. 

In de huidige discussie worden soms theoretische voorstellen betrokken waarbij geenszins wetenschappelijk is aangetoond dat het maatschappelijk belang hierbij gebaat is.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Barbara Majoor is hoogleraar accountancy aan Nyenrode Business Universiteit en partner bij Deloitte.

Gerelateerd

2 reacties

jules muis

Barbara, Dit stukje krijgt voor mij de Luigi Pacioli Poedelprijs 2010. De LP Poedelprijs wordt vanaf dit jaar gegeven aan ieder accountancy professor die tegen de druk in - eigen druk of andermans druk - een verhaal probeert te vertellen die er meer lieftallig uitziet dan het beestje in werkelijkheid te bieden heeft. Het blijft per slot van rekening een gezellig dier, niet meer, niet minder. De jury, dit jaar, wordt bij organisatorisch imperatief uitsluitend gevormd door ‘yours truly’. In het vooruitzicht dat volgend jaar de jury spontaan wordt verbreed en verdiept; en de huidige jury met al zijn beperktheden onmiddellijk vervangen zal worden door beter geinformeerden dan de initiatiefnemer: door hen die dichter bij de materie staan, geografisch ( ik zit wel 20.000.000 arms length afstanden van je af), en in termen van objectiviteit en materiedeskundigheid. Natuurlijk is het uitstekend dat in het accountancy hervormingsdebat al het relevante onderzoek in aanmerking wordt genomen dat echt iets te vertellen heeft, vooral als het het predikaat ‘wetenschappelijk’ verdient. Wetenschappelijk onderzoek heeft in casu bij voorbaat een geweldige voorsprong: onafhankelijk, methodologisch gebonden aan strikte regels van objectiviteit en expertise, en bovenal feiten gedreven; met conclusies die de toets der bevindingen kunnen doorstaan. Maar hoeveel wetenschappelijk onderzoek heb je nu echt nodig om te concluderen dat er iets wezenlijks fout is met een beroep dat in de aanloop en gedurende de kredietcrisis geen enkele keer, ondanks een weelde aan rapporteringuitlaatkleppen in haar gereedschapskist, ook maar iets van zich laat horen; even het vingertje opsteekt? Een beroep dat na ieder crisis weer het inkomen van haar voormannen exponentieel heeft zien stijgen, maar het vingertje angstvallig in de zak heeft gehouden? Wat is wetenschappelijk, als 80+ % van de accountancy wetenschappers een aanzienlijk deel van hun inkomsten betrekken uit dezelfde industrie die ze ‘wetenschappelijk’ onderzoeken? Of door hun studenten laten onderzoeken? Of juist niet laten onderzoeken? Zonder iedere keer duidelijk te stellen, in hun praktijkuitoefening of in hun wetenschappelijke bedrijfsvoering, met welke pet we nu te maken hebben? Ook in bovenstaande! Hoe ga je om met een zeer profitabele accountancy industrie die koudwatervrees betoont als academici toegang vragen tot hun besluitvormingsproces aan de basis van hun controle rapportering, en dan veelal niet thuis geven ? Hoe ga je om met een ‘wetenschap’ die in de aanloop van de crisis geen sjoege had van de tijdbommen die in hun curricula besloten lagen; en geen sjoege gaven toen anderen voor die tijdbommen waarschuwden? Neen, je betoog heeft deze MULO jongen niet kunnen overtuigen. Ondanks het feit dat hij nog steeds veel leert en geniet van academisch onderzoek en publicaties, met en zonder geurtjes; maar nooit helemaal vertrouwt of ook alles wat onderzocht zou moeten worden ook onderzocht wordt; en de gouden koorden gebonden wetenschappelijke acteurs wel de juiste afstand kunnen houden van hun onderzoeks object. Ik denk dat academia eerst eens bij zichzelf te rade moet gaan waar het vandaan komt, wie en wanneer echt onafhankelijk kan en mag spreken, en wat het in de toekomst redelijkerwijs van zichzelf mag verwachten. Tot die tijd zal ik de Luigi Pacioli Poedelprijs blijven koesteren.

Bertusje

De laatste decennia is het wetenschappelijk onderzoek binnen accountancy voornamelijk empirisch van aard. Daarmee kan je dus alleen achteraf uitgeprobeerde oplossingen evalueren. Zou er niet meer normatief onderzoek gedaan moeten worden? Dat zou meer pro-actief zijn in het aandragen van oplossingen. Dus, Barbara, wat zou jouw oplossing zijn?

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.