Accountantsdag 2010
Het was een bijzondere Accountantsdag vorige week. Niet alleen waren er aanzienlijk meer AA's dan vorige jaren, namelijk 99 (2009: 33), ook het totaal aantal bezoekers lag met 1161 boven het oude record van 2009 (1131).
En er waren meer bijzonderheden. Zo openden wij met de eerste uitgave van de NBA getiteld "Uitdagende markt. Van crisistijd naar nieuwe gouden eeuw?" met daarin een kwalitatief onderzoek over de Nederlandse economie na de kredietcrisis. Een lezenswaardige publicatie over onze internationale concurrentiepositie, waar van de zomer hard aan is gewerkt. U krijgt het allen toegezonden tezamen met de laatste editie van ‘de Accountant oude stijl'.
Ook de tweede publieke management letter over het care deel van de gezondheidszorg zag het licht met daarin een aantal forse boodschappen voor de sector, de overheid en ook de in de sector werkzame accountants.
Veel discussie was er uiteraard rondom de toekomst van ons eigen beroep. Dit betrof niet alleen discussies over recente ontwikkelingen en het Plan van Aanpak, maar eveneens een zeer druk bezochte workshop waarin medewerkers van de AFM hun bevindingen ten aanzien van de kwaliteit van de wettelijke controles deelden met circa driehonderd leden, van wie een belangrijk deel nog nooit een AFM-onderzoek in het kader van het reguliere toezicht had meegemaakt.
Maar eveneens workshops over innovatie, zoals het nieuwe werken, duurzaamheid in het MKB, en de rol van de accountant bij beloningsdiscussies. Ook gedrag kwam aan bod, bij de workshop communicatie voor accountants. Volgens mij allemaal relevante thema's in het kader van onze maatschappelijke debatserie 2010 met als titel "verantwoordelijkheid nemen", waarvan de Accountantsdag de traditionele afsluiting is.
De pers besteedde afgelopen week dan ook relatief veel aandacht aan onze beroepsgroep. FD, NRC, Telegraaf en de Volkskrant berichtten onder meer over ons Plan van Aanpak, de publieke management letter en de Accountantsdag zelf. En die berichten waren dit keer niet negatief. Ook kregen we bijval vanuit de diverse stakeholders, politiek, leden en kantoren, niet in laatste instantie vanwege het feit dat wij met ons plan zelf onze toekomst in eigen hand durven te nemen. Daarmee lijkt de negatieve trend gekeerd.
Nu is het publiceren van een plan een eerste stap, dat besef ik heel goed. Wij zijn echter niet over een nacht ijs gegaan en hebben dit plan van tevoren uitgebreid met politiek, stakeholders, kantoren en individuele leden besproken, om een zo breed mogelijk draagvlak te creëren. Zinvolle opmerkingen zijn daarbij uiteraard zoveel mogelijk meegenomen, maar opmerkingen in de trant van "het kan wel een onsje minder" of "moeten we dit nu wel doen" zijn niet gehonoreerd.
Wij gaan ons dus nu vol storten op de implementatie van onze voorstellen. Een concreet stappenplan zal daartoe op de volgende bestuursvergadering worden besproken.
Mijn persoonlijke afdronk van vorige week was positief. Omdat wij als beroepsgroep in alle openheid hebben kunnen discussiëren over hetgeen ons raakt, maar vooral ook omdat het weer gaat over onze eigen kracht, over dat wat we willen en kunnen betekenen. Het is tenslotte, daar begin ik altijd mee in mijn speech voor de maandelijkse diploma-uitreiking van afgestudeerde collega's, een prachtig en eervol beroep met grote maatschappelijke relevantie.
Een beroep om trots op te zijn!