Opinie

Off balance constructies verhullen getrouwe beeld: zet alles op de balans

Op deze site en in 'de Accountant' is al enige tijd discussie over off-balance constructies. Het 'aanjagende' artikel was van Jan Bouwens in december 2008. Reacties volgden van Tom Nierop, Jan Weezenberg en Jan van de Poel. De mening is vrij eensgezind: off-balance constructies belemmeren het inzicht en moeten worden verboden ofwel zichtbaar worden op de balans.

Er is een roep om de mening van accountants hierover en het uitblijven daarvan wordt 'triest' genoemd. De suggestie is dat accountants teveel andere (commerciële) belangen hebben om zich daarover uit te laten. Die gedachte is wat mij betreft onjuist en zoals eerder gezegd geef ik graag mijn persoonlijke mening. 

Off-balance situaties kunnen zich op ruwweg drie manieren voordoen: 

  1. Activa gaan van de balans af terwijl er nog wel risico's over worden gelopen ('derecognition'). Bouwens' artikel ging vooral hierover.
  2. Activa en verplichtingen worden bij het aangaan van een contract niet op de balans opgenomen. Voorbeelden zijn operationele leaseverplichtingen en investeringsverplichtingen.
  3. Entiteiten (m.n. special purpose entities) worden niet geconsolideerd, ook al loopt de rapporterende rechtspersoon er wel risico's over.

Mijn mening is duidelijk: ik vind in al deze gevallen dat de activa en verplichtingen op de balans moeten worden opgenomen. 

Ik verwelkom dan ook de IASB-voorstellen om operationele leaseverplichtingen (en andere huurverplichtingen) op de balans te zetten in plaats van slechts in de toelichting te vermelden. Dat zijn immers onvoorwaardelijke verplichtingen met daartegenover een verkregen huurrecht - waarover economisch risico wordt gelopen. 

Ik ga zelfs nog een stap verder en bepleit ook het opnemen van economische voorraden - inclusief bestelde materiële vaste activa - met daartegenover (investerings)verplichtingen, omdat dit de activa zijn waarover het economisch risico wordt gelopen. 

Bouwens behandelt de situatie dat leningen van de balans worden gehaald terwijl de risico's nog steeds aanwezig zijn. Hij concludeert dat de betreffende accountingregels moeten veranderen. Hij maakt helaas niet duidelijk welke accountingregels hij bedoelt. Die verschillen nogal. Kern is of de economische risico's als criterium worden genomen, zoals Bouwens bepleit, of de vraag of de beschikkingsmacht ('control') is overgedragen. 

De Nederlandse regelgeving is geheel gericht op economische risico's (RJ 115): activa worden slechts van de balans gehaald als vrijwel alle risico's aan een derde zijn overgedragen. 

Het andere uiterste is US GAAP, dat geheel is gericht is op de overdracht van beschikkingsmacht. 

IFRS hanteert, voorzover het gaat om de in deze discussie centraal staande financiële activa (IAS 39), een gemengde benadering: eerst wordt bepaald of vrijwel alle risico's zijn behouden. Als dat niet zo is, worden activa van de balans gehaald als de beschikkingsmacht is overgedragen. 

Ik ben zelf, net als Jan Bouwens, van mening dat de risicobenadering veel beter is dan de beschikkingsmachtbenadering. De Nederlandse regelgeving vind ik dus beter dan IFRS en US GAAP. 

Toch is er ook bij de risicobenadering een belangrijk aandachtspunt. Het cruciale probleem is of de (overgedragen/achtergebleven) risico's juist zijn ingeschat. De kredietcrisis bracht risico's aan het licht die eerder voor onwaarschijnlijk werden gehouden. Goede risicoschatting is dus essentieel. De subjectiviteit die dit met zich brengt, mag echter geen reden zijn om de risicobenadering niet toe te passen. 

Mijn mening is dus duidelijk. In dat verband heb ik nog een punt van zorg. In maart 2009 heeft de IASB een voorstel ingediend om in het kader van de convergentie met US GAAP de huidige gemengde benadering te vervangen door uitsluitend de beschikkingsmachtbenadering. Activa gaan dan dus van de balans af als de beschikkingsmacht is overgedragen. 

Wat mij betreft gaat dat de verkeerde kant op. Zo'n overgang van een meer economische naar meer juridische benadering past niet bij het algemene beginsel van ‘substance over form'. Voor een getrouw beeld van vermogen en resultaat is bepalend of de onderneming recht heeft op economische voordelen of blootstaat aan economische risico's. Activa en verplichtingen die daarbij horen, moeten op de balans.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Martin Hoogendoorn is partner bij Ernst & Young, hoogleraar externe verslaggeving aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, Raad-plaatsvervanger bij de Ondernemingskamer en voorzitter van de redactie van het MAB.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.