Het beroep in 2010
Deskundigen verschillen sterk van mening over de economie in 2010. Sommigen zien de gestegen beurskoersen van de afgelopen maanden als een indicatie van verdere groei, anderen waarschuwen voor de omvangrijke overheidsschulden, de problemen op de huizenmarkt en de oplopende werkloosheid. Voor zover je al enige waarde kunt hechten aan voorspellingen, het komend jaar lijkt de onzekerheid onverminderd groot.
De vraag is wat het accountantsberoep, als assurance-verleners bij uitstek, kan bijdragen in deze situatie. Mijn antwoord is: verantwoordelijkheid nemen.
Nu hebben we als financieel manager een verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de financiële en niet-financiële rapportages en zijn we als interne, overheids- of externe accountant verantwoordelijk voor het getrouwe beeld daarvan. Daarvoor moeten we ons al behoorlijk inspannen. Toch ben ik van mening dat dit de komende jaren niet meer voldoende zal zijn. We zullen ons ook moeten afvragen in hoeverre onze activiteiten daadwerkelijk bijdragen aan de stabiliteit en duurzaamheid van organisaties, en aan een beter inzicht in hun prestaties.
Nu zullen veel collega's wellicht de wenkbrauwen fronsen en roepen dat dit onze taak niet is. Mijn mening is dat we niet ontkomen aan het nemen van meer verantwoordelijkheid.
Een voorbeeld. Voormalig AFM-bestuurder Paul Koster heeft herhaaldelijk opgeroepen tot het hanteren van consistente interpretaties van IFRS. Met name de subjectiviteit bij waarderingen en impairment-testen beschouwde hij als een bedreiging. Bovendien hadden sommige landen in die tijd plannen tot eigen interpretaties. De accountancysector heeft dit probleem van meet af aan onderkend en heeft door internationale onderlinge informatie-uitwisseling de consistente toepassing van IFRS zoveel mogelijk proberen te waarborgen.
Om dezelfde reden hebben accountants recent veelvuldig gewaarschuwd tegen politieke inmenging vanwege opportunistische motieven: een hoogwaardige, consistente en transparante internationale verslaggeving is een maatschappelijk belang en verdient bescherming.
Naast een signalerende rol ten aanzien van de financiële positie van organisaties of risicovol gedrag, zouden we ons als accountants meer moeten richten op de inzet van onze competenties ten behoeve van economische stabiliteit en duurzaamheid. Daarbij past de ontwikkeling van, en assurance bij, risicomanagementsystemen, governance-rapportages, in control-statements, strategische prestatie-indicatoren, beloningssystemen, compliance met wet- en regelgeving, IT etc.
Op die terreinen gebeurt al het een en ander, maar het kan voortvarender, beter gecoördineerd. En vooral: innovatiever, minder vanuit de traditionele denkkaders.
We neigen nogal eens tot introversie en focus op de eigen vaktechnische standaarden. We proberen dan vaak uit te leggen hoe ingewikkeld het is om een probleem op te lossen.
Maar dat interesseert andere partijen weinig. Zij willen dat wij onze verantwoordelijkheid nemen.
In het rapport van de commissie Maas werd van accountants van financiële instellingen gevraagd om een oordeel te geven over de governance. De eerste reflex was: dat kunnen we niet want er is geen toetsbare norm.
De betere reactie - die gelukkig is gevolgd - was: laten we in gesprek met belanghebbende partijen kijken wat accountants op basis van hun competenties wel kunnen doen om dit maatschappelijk relevante issue op te pakken.
Ditzelfde geldt voor het midden- en kleinbedrijf. Als we voor de toekomst een vitale accountantspraktijk willen waarborgen is een open en actieve houding rond ontwikkelingen als XBRL en horizontaal toezicht een vereiste.
Zo zijn er talloze terreinen waar accountants hun relevantie kunnen en zullen moeten bewijzen. We moeten er daarbij rekening mee houden dat beproefde normen en methoden niet altijd meer toereikend zullen zijn. Wat enige decennia terug nog effectief was, leidt nu tot stapeling van controle en toezicht, en vuistdikke verantwoordingen.
Vertrouwen is en blijft de smeerolie van de economie, maar de wijze waarop we dit vertrouwen waarborgen is aan herbezinning toe.
Naar mijn mening is de maatschappelijke positie van het accountantsberoep nog steeds sterk. Relevante partijen - investeerders, politici, bestuurders en ondernemers - zijn van mening dat het accountantsberoep onafhankelijk is en ten dienste staat van het maatschappelijk belang.
Die positie handhaven we alleen als we onze kwaliteit hoog houden en open staan voor vernieuwing. Als beroepsorganisatie hebben we hier een actieve rol, enerzijds door de collectieve expertise van onze leden te bundelen, hen te voorzien van kwalitatief goede interpretaties van de regels, het maatschappelijk debat aan te gaan en innovatie te stimuleren, anderzijds door het doen van kwaliteitstoetsingen en het indien nodig aanspannen van tuchtzaken.
Alleen als het beroep haar maatschappelijke verantwoordelijkheid waarmaakt, kan zij een substantiële bijdrage leveren aan de noodzakelijke vernieuwing van het economisch bestel.
Ik wens u een voorspoedig en gezond 2010!