Opinie

Oud dus out?

Het juninummer van 'de Accountant' bevat een artikel met de wat curieuze titel 'Oudere accountants nog steeds zeldzaam'.

Daar ga je even voor rechtop zitten als je volgende maand 66 wordt, en je nog betrokken voelt bij het beroep, je er zelfs thuis bij voelt. Ook al vind je jezelf nog net aan het extreme einde van de leeftijdsschaal. Beleefdheidshalve wordt er over 65 plussers niet geroerd. 

Het beeld dat in het artikel wordt gegeven is dat van een opmerkelijk jong beroep, toch nog jonger dan ik verwacht had. Het gaat om een momentopname in de evolutie van het beroep. Maar als ik de welkome trend doortrek die ik vanaf mijn twintigste heb zien inzetten - beginnend bij de 'Anglo-Amerikaanse' kantoren van toen - is er eigenlijk weinig ruimte voor verbazing. 

Pikant overigens dat 'ouderen' en 'ouderbeleid' begint bij 55-plus, en voor vergeefs aspirerende kandidaat-firmanten al bij 45-plus. 

Er wordt geen echte kwalitatieve analyse gemaakt van waar die uitstroom nu precies naartoe gaat. Ik vermoed echter dat de uitstromers in het algemeen zeer goed terechtkomen. De accountantsopleiding geeft een prachtige basis. Als de verveling inzet, de motivatie het laat afweten, je door de snelle ontwikkelingen van de vaktechniek wordt ingehaald, gewoon pech hebt of te weinig commerciële behendigheid of affiniteit toont - kortom, niet meer volgens de verwachtingen functioneert - kun je toch nog vele richtingen in gaan. En ook om betere redenen. 

Ik heb mezelf de dertig jaar in het openbare beroep, en daarna, overeind proberen te houden door minimaal vaktechnisch scherp te blijven. Dat wil niet zeggen dat je daarmee er een blijvende levens/carrière-uitdaging kunt creëren. Wel dat je het contact met de taal van de jongere generatie - ook van de klant - niet verbreekt. En professioneel alert blijft uiteraard. 

Op mijn 51ste ben ik uit het openbaar beroep gestapt, na drie fusiegolven en veel dolinteressante praktijkervaringen, cliënten en (crisis)management. Maar ik zag ook een professionele toekomst voor me die er na dertig jaar ervaring uitzag - met name vanuit de top - als een herhaling van zetten in een werkconstellatie die gradueel wel maar principieel niet zoveel anders te bieden had. 

Ik heb er nooit spijt van gehad enerzijds ruimte te hebben geschapen voor een nieuwe generatie, en anderzijds te hebben gekozen voor een geheel nieuw eigen avontuur. 

Nogmaals, onze brede opleiding - nu zeker nog veel beter dan 'toen' - schept blijvende mogelijkheden voor persoonlijke en professionele vernieuwing. Maar je moet wel het initiatief zelf in handen houden. 

Diezelfde brede opleiding legt een gezonde basis om uit te waaieren van de micro-optiek van een accountant naar de macro-, systeembrede en governance- dimensies van een wereld (publiek, privaat) die door informatie van én bij elkaar wordt gehouden. 

Dat zijn, vooral op het snijvlak, nog behoorlijk onontgonnen gebieden van deskundigheid, met eindeloze mogelijkheden voor kruisbestuiving voor hen die durven. 

"Maar je hebt nooit het beroep echt verlaten", wordt me wel eens verweten door oud-collega's die na hun pensionering echt iets heel anders zijn gaan doen. Voor hen wie gezondheid gegeven is, en de durf en het initiatief hebben het wel 'echt' te doen ('post-menopausal-second-wind-energy' noem ik het) zeg ik alleen: ga er voor. 

Maar daar hoef je niet op te wachten tot je 55 of 60+ bent. Bovendien is er binnen de huidige beroepspraktijk (intern en extern) een zee aan mogelijkheden om iets wezenlijks anders te gaan doen. Met 'informatiedeskundigheid' als bindmiddel is de mogelijkheid om gekke sprongen te maken oneindig. 

Oud = out is al lang achterhaald. Amerika schept op dit terrein overigens veel meer ruimte dan Europa. En niet alleen om persoonlijke economische redenen. 

Het omgekeerde - out = oud - is een grotere bedreiging: als we iedere carrièretegenvaller, op welke leeftijd dan ook, niet tegelijk kunnen zien als een nieuwe uitdaging. 

Aan de accountantsopleiding, algemeen of gespecialiseerd, heeft het dan in elk geval zeker niet gelegen.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jules Muis verliet in 1995 het openbare accountantsberoep en was vervolgens vice president en controller van de Wereldbank en directeur-generaal en chief internal auditor van de Europese Commissie. Van 2014 tot eind 2020 was hij lid van de Public Interest Oversight Board (PIOB). Muis was van oktober 2012 tot oktober 2015 ook lid van de Board of Auditors van het European Stability Mechanism (ESM). Jules Muis schrijft op persoonlijke titel.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.