Opinie

Overheidsaccountant naast openbare accountant

Vorige week heb ik de VERA Mastercourse Publieke Sector voor een groot deel bijgewoond. Ik heb altijd een zwak gehad voor overheidsaccountants. Heb me er zelf ook een beetje (Wereldbank, Europese Commissie) deel van gevoeld. Maar NIVRA-beroepsgroeptechnisch ben ik er nooit bij ingedeeld

Het gaat om accountants die de zorgplicht op hun schouders hebben voor de integriteit van de informatievoorziening van onze overheid in al zijn geledingen. Van gemeenten, provincies en landelijke overheid tot een wijds spectrum van overige overheids- of door de overheid gefinancierde instellingen. Instellingen die ons dagelijks leven, soms zichtbaar, soms minder zichtbaar, staatsruifrechtelijk faciliteren. 

En, oh ja, er huizen ook accountants onder die ook nog een mening uitspreken over de efficiëntie en effectiviteit van de overheidsbedrijfsvoering. Lees nog maar eens het informatieve artikel in ‘de Accountant' van maart 2008 over 'het grootste kantoor van Nederland'. 

Maar ik zie het verschil in maatschappelijke functie en instrumentaria niet zo erg. En eigenlijk steeds minder. 

Overheidsaccountants zijn de meest bescheiden betaalde accountants. Maar ze staan meer dan wie ook in de accountantsgemeenschap bloot aan de vechtkunst die het politieke theater eigen is. Bovendien is het de categorie accountants die - meer dan openbare accountants - de durf heeft om hun rapporten anders dan vanilla te doen klinken. Geen lopendebandproductie van goedkeurende verklaringen, maar menigmaal moedig kwalificerend waar kwalificaties nodig zijn. Dat voert van tijd tot tijd tot ophef. Maar daar zijn professioneel onderbouwde eigen meningen toch voor? 

Wij zien dat van hoog tot laag binnen de overheid. Van afkeurende verklaringen op het EU-controlestelsel tot afkeurende verklaringen op het Amerikaanse federale controlestelsel. Van kwalificaties op de rekening van gemeente X tot provincie Y. Het gekke is dat openbare accountants van bijvoorbeeld gemeentelijke instellingen dan wel de weg naar andere dan goedkeurende verklaringen kunnen vinden. 

Het door de kredietcrisis geïnspireerde gedwongen huwelijk tussen de publieke sector en een belangrijk deel van de private sector - eerst banken, toen pensioenfondsen, toen de auto-industrie en nu ook de verzekeringsector - vraagt om enige bezinning over wat de openbare en overheidsaccountants van elkaar kunnen leren. In termen van instrumentaria, methodologie, resultaatsrapportering en het effectief hanteren daarvan. 

Veel, zou ik zo zeggen. Maar ik ben er minder van overtuigd dat dat ook optimaal gebeurt. Misschien moeten we zo'n convergentiegesprek, gericht op de publieke functie van beide beroepsgroepen, niet te veel overlaten aan de bestaande machtsverhoudingen: 

Aan de ene kant openbare accountantsfirma's, waarvan er een paar te groot zijn om om te vallen, maar veel hebben uit te leggen over waar ze waren toen het allemaal fout ging. En toch ook veel te bieden hebben als het gaat om organisatie en een ordelijk genezingsproces van onze economie en financieel systeem. 

Met aan de andere kant een lapjesdeken van sterk gefragmenteerde en niet erg gezamenlijk optredende overheidsaccountants, een publicitair introverte maar professioneel moedige groep. Misschien lijkt het risico van overrompeling van hen die inhoudelijk wat te bieden hebben door hen die optisch maar ook instrumenteel misschien wat extra te bieden hebben te groot. Maar daar is iedereen toch zelf bij. 

Dus hoog tijd voor een gespreksdialoog over het werkelijke verschil tussen  overheidsaccountants en openbare accountants in de nieuwe maatschappelijke constellatie van een (voorlopig) meer dan ooit gemengde economie? 

Over de zin van uiteenlopende financiële verslaggevingstandaarden? Over goedkeurende verklaringen als ‘warme broodjes' en de zegeningen (en pijn) van andere dan standaard goedkeurende verklaringen - als de omstandigheden daarom vragen? 

Over het echte verschil, if any, tussen een openbare accountant en een overheidsaccountant vanuit de optiek van openbaar belang? Of van hun instrumentarium? 

Met die vragen zouden we wel de handhaving van de ratio van de huidige binaire kunstconstructie aan de orde stellen. 

Wie het ziet mag zijn vinger opsteken.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jules Muis verliet in 1995 het openbare accountantsberoep en was vervolgens vice president en controller van de Wereldbank en directeur-generaal en chief internal auditor van de Europese Commissie. Van 2014 tot eind 2020 was hij lid van de Public Interest Oversight Board (PIOB). Muis was van oktober 2012 tot oktober 2015 ook lid van de Board of Auditors van het European Stability Mechanism (ESM). Jules Muis schrijft op persoonlijke titel.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.