Opinie

Hans Blokdijk heeft altijd gelijk

En als je denkt dat hij ongelijk heeft, heb je hem verkeerd begrepen. Dat is althans een adagium dat een goede vriend van me en ik al jaren volhouden, en ik heb nog geen reden gezien het te herroepen.

In de discussie over de geheimhoudingsplicht rond PwC en Noord-Holland, spreekt Hans Blokdijk, emeritus hoogleraar accountancy, zijn zorgen uit over onfris populisme zijdens de provincie. Toevallig dat ik vergelijkbare termen hanteerde in een discussie met iemand die zijn verbazing uitsprak over mijn houding in deze discussie. 

Ik heb al gewezen op de juridisch 'bijzondere' argumenten die ik voorbij heb zien komen. Hoogleraar Hans Kuijl meent dat, omdat de geheimhoudingsplicht (hij spreekt over een niet bestaand geheimhoudingrecht!) zou voortvloeien uit een verordening van het NIVRA en de Provincie nu eenmaal een hoger bestuursorgaan is dan het NIVRA, dit beperkingen aan de geheimhoudingsplicht oplegt. 

Het moet niet gekker worden. Niet alleen verwijst PwC expliciet naar artikel 26 Wta, wat toch echt een wet is, maar ook komt nu dus het novum dat een door een PBO, krachtens de wet, uitgevaardigde verordening zou moeten wijken voor de wensen van een provincie? 

Ik merk zowel in de discussie op deze site, als uit berichten er om heen, dat mij gezeur over de regels wordt verweten. Want als de provincie nu vindt dat gegevens niet vertrouwelijk zijn, dan moet de accountant toch gewoon het maatschappelijk belang dienen? 

Ik zei het al eerder: het maatschappelijk verkeer zit met 150 vertegenwoordigers in de Kamer. Daar heeft men, zonder aansporing van de regering, en geheel in lijn met de usance in het accountantsberoep van de afgelopen eeuw, de geheimhoudingsplicht belangrijk genoeg gevonden om in de Wta te regelen. 

Ja, maar, de klant heeft de vertrouwelijkheid opgeheven, dus van Kempen, zeur eens niet zo! 

Natuurlijk. Laten we de wet en regelgeving even vergeten. Laat ik eens citeren uit Frielink & De Heer, toch geen heel kleine jongens dacht ik: 

2.1.440 Een goede uitvoering van opdrachten vereist dat de accountant vrijelijk kennis kan nemen van tal van vertrouwelijke aangelegenheden. Van degenen wiens vertrouwelijke aangelegenheden het betreft, kan alleen dan openlegging daarvan worden verwacht, indien zij er zeker van zijn, dat de accountant geheimhouding zal betrachten. Deze geheimhoudingsplicht is daarom van essentiële betekenis voor het accountantsberoep.

Nee, ik zit niet te mekkeren over de exegese van een paar regeltjes. Ik maak me zorgen dat het belang van geheimhouding zonder veel discussie over boord lijkt te worden gezet omdat "het maatschappelijk belang" van dit moment dat nodig schijnt te vinden. 

Niet alleen de entiteit "klant" is relevant. Ook de medewerkers, de relaties van die klant, iedere betrokkene is relevant. En óók andere accountants die bij andere klanten geconfronteerd worden met de reactie "waarom zou ik open vertellen wat ik weet, als jij of je collega's vanuit een vermeend maatschappelijk belang toch straks alles publiek maken?"

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Arnout van Kempen di CCO CISA is Senior manager Risk & Compliance bij Baker Tilly. Hij schrijft op persoonlijke titel. Hij is lid van de Commissie Financiƫle verslaggeving & Accountancy van de AFM en lid van de signaleringsraad van de NBA. Daarnaast is hij diaken van het bisdom 's-Hertogenbosch.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.