Het EU-trendrapport 2009 is uit!
Neen, zo'n trendrapport is geen verhaal waarvoor massa's mensen vroeg voor de deur van de boekhandel kamperen, om het dezelfde dag nog te verslinden. Ik denk dat zelfs de meeste accountants zich bij het horen van de titel achter de oren krabben met de vraag waar het ook al weer over ging.
Toch is het een uniek, nu bijna klassiek jaarlijks rapport van de Algemene Rekenkamer over de stand van zaken en evolutie in de kwaliteit - of het gebrek er aan - van het EU controlestelsel en haar uitgaven. Dit ten behoeve van het EU financieel management en ons gezamenlijk inzicht in de rechtmatigheid en doeltreffendheid van deze uitgaven.
Uniek, want Nederland is het enige land dat de visie toont om ter wille van Europa en ons 'landsbelang' zo'n inzichtelijke jaarlijkse studie uit te voeren. Dit naast de voorbeeldstelling van het ministerie van Financiën en de Rekenkamer aangaande de nationale lidstaatverklaring en het consequent tonen van daadkracht door, als de uitkomsten niet aan de eisen van goed beheer voldoen, daar (alweer eenzaam) gevolgen aan te verbinden voor de (niet-)goedkeuring van het EU-budget.
Neen, we hebben geen klagen over de zorg van de Nederlandse bevoegde autoriteiten om de EU op de tenen te houden aangaande verantwoording over met ons belastinggeld gedane zaken.
Eigenlijk hoef je maar één van de vier tot nu toe verschenen trendrapporten goed te lezen, om voor de andere te kunnen volstaan met diagonaal doorkijken. Op het terrein van EU-controle verandert namelijk steeds wel iets, maar niet te veel. Er is een gestage opgaande lijn, maar die gaat voetje voor voetje in plaats van met flinke reële stappen.
Het geheel overziend zie ik op cruciale EU macro-controls knooppunten nog steeds een grote gatenkaas, ook al zit die verpakt in een expliciete aftekening van de Europese Commissie dat het met het controlestelsel wel snor zit. Zodra ik aan die gedurfde commissiestelling begin te knabbelen stuit ik op de volgende gaten:
- Nog steeds hebben nog slechts vier lidstaten zich gecommitteerd om de verantwoording over de cruciale tussenschakel ‘ledenlanden-EU' - ook bekend als de nationale lidstaatverklaring - uit te werken. Zonder zo'n verklaring is al het andere niet meer dan een wedstrijd in optische effecten. Met een overvloed aan proces en procedures als voornaamste rookgordijn.
- Nog steeds geeft de Europese Rekenkamer een de facto afkeurende verklaring af op het controlestelsel in haar geheel, alhoewel ze dit jaar wel tot een (overwegend optisch) goedkeurende verklaring heeft kunnen komen op de jaarrekening. Ik heb deze politiek geïnspireerde rapporteringtechnische spagaat - ‘controlestelsel deugt niet, jaarrekening toch goedgekeur' - nooit begrepen en zal hem ook nooit begrijpen.
- Nog steeds wil noch de Interne Accountantsdienst noch de fraudebestrijdingdienst OLAF een overall assurance-verklaring afgeven.
Deze drie punten samen rieken toch wel erg sterk naar een Europese Commissie die de professionele ondersteuning van haar assurance statement, hoe dapper ook, zoekt in bokkensprongen over de hoofden heen van hen die het echt kunnen weten. - Nog steeds leren we erg veel over de wettigheid en rechtmatigheid van de bestedingen, en de doorlopende twijfels daarover, maar oh zo weinig, of eigenlijk zo goed als niets, over de efficiency en effectiviteit van de bestedingen.
Kortom: het inzichtelijke en moedige Nederlandse trendrapport, samen met mijn eigen aanvullende borduurwerk, geeft ons nauwelijks enig vertrouwen dat we serieus bezig zijn met de EU-afrekening. Het laat zien dat cruciale EU-controleschakels nog steeds hun eindverantwoordelijkheid niet willen nemen.
In dit licht kan de EU-verantwoording nog steeds het best worden bestempeld als een overwegend politiek proces in plaats van een professioneel proces; inclusief, of misschien wel vooral, vanwege de genoemde eindaftekening van de commissie op de adequaatheid van het controlestelsel in haar geheel.
Misschien dat een goede fiduciaire crisis het dichten van deze gemakkelijk repareerbare gaten in het stelsel - het gaat uitsluitend om een gebrek aan politieke wil, niet aan professionele middelen - een duwtje in de rug te geven. Aan Nederland zal het weer niet liggen.
De kaft van EU-trendrapport 2009 wordt gesierd door een foto van een in brons gegoten onomfloerste dame voor het hoofdkantoor van de Europese Commissie - de blik op oneindig, stoer een hoepel omhoog houdend met daaraan slechts vier zichtbare EU-sterren.
Ik neem aan dat dit de vier landen beoogt te symboliseren die wél willen voldoen aan hun nationale en EU-verantwoordingsverplichtingen? Verder kan ik slechts gissen.
Maar wat mij betreft verdient de president van de Nederlandse Rekenkamer zeker ook een standbeeld in Brussel, voor het onvermoeibaar pionerende EU-werk van haar kamer.
Dat mag - voor deze unieke gemene zaak - best arm in arm met de minister van Financiën, in dit speciale geval zonder dat we gaan zeuren over gewenste onderlinge afstandelijkheid en/of onafhankelijkheid.
Ik wil er best een inzameling voor houden.
Gerelateerd
Economische bedrijvigheid eurozone krimpt onverwacht
De economische bedrijvigheid in de eurozone is in november onverwachts gekrompen, meldt marktonderzoeker S&P Global. De krimp voedt de zorgen over de vooruitzichten...
Aanbestedingen bij EU-agentschappen moeten beter
De Europese Rekenkamer (ERK) ziet nog steeds fouten bij openbare aanbestedingen door de 43 agentschappen van de Europese Unie. Vier agentschappen krijgen een gele...
Europese Rekenkamer: staatssteun voor herstel en industriebeleid strenger controleren
Sinds de coronacrisis en de Russische inval in Oekraïne heeft de Europese Commissie (EC) haar staatssteunregels snel versoepeld, zodat EU-landen bedrijven overeind...
EU-Rekenkamer waarschuwt voor dubbele EU-financiering projecten
Het risico dat dezelfde energie- of ontwikkelingsprojecten in de EU-landen onterecht twee keer worden gesubsidieerd met EU-geld is zo groot, dat de Europese Rekenkamer...
Europese Rekenkamer bezorgd over oplopende schulden van EU
De Europese Rekenkamer is bezorgd over de oplopende schulden van de Europese Unie. Dat staat in het verslag over de Europese begroting van 2023.