Yes we can! Van 1940 naar nu (2)
In mijn vorige bijdrage beschreef ik hoe accountant Verhulst in 1940 de meest pregnante niet-goedkeurende verklaring uit de accountantsgeschiedenis lijkt te hebben verstrekt, bij de jaarrekening van uitgeverij De Arbeiderspers.
Fast forward naar nu: Het verschil in effect tussen sociale, commerciële of uit de loop van een geweer komende druk is slechts gradueel, niet principieel. Het gaat altijd om de vraag hoe of in hoeverre partijen het hoedje niet of - vooral in de communicatie-industrie waartoe ook ons beroep behoort - meer of minder naar de wind laten hangen.
Of het nu gaat over dot.com mania en/of de machtsgreep op onze economische wereld door exponenten van het rauwe en ongebreidelde kapitalisme, iedere heersende ideologie van de dag maakt op zijn minst indruk. We worden er allemaal in meegesleept.
Machtsverschillen zetten de onderliggende partij altijd onder druk om dingen waar het echt om gaat toch wat anders te zeggen dan we ze zien. Of wat gemakkelijker: liever geen dingen te zeggen, of niet zo te zeggen, dat ze golven kunnen veroorzaken en the powers that are bedreigen.
Als ik het accountantsrapport van accountant Hulst uit 1940 vertaal naar de kredietcrisis anno 2008, dan zie ik onze niet zo denkbeeldige collega - hopend dat ie goed was en niet fout - bijna zeventig jaar later de volgende toelichtende paragraaf schrijven bij zijn accountantsrapport aan de toezichthouders op de jaarrekening 2007 van een financiële instelling die zich nolens volens heeft overgegeven aan de staatsruif:
"Wij merken op dat in de context van het recente agressieve tumult in de financiële markten, en gegeven de traditionele posities die Bank XYZ in deze markten heeft ingenomen, ondertussen ongeveer de helft of meer van het eigen vermogen is verdampt.
Daarnaast werkte haar financieel beleid, geënt op bestendige over-leveraging en investeringen via extreme financiële hefboomconstructies (deels on-, deels off balance sheet) een ongefundeerde markteuforie in de hand, en vice versa. Wat niet verwonderlijk is voor een instelling met een rücksichtlose zakelijke doelstelling en instelling, en die denkt dat de wet van de verminderde meeropbrengsten, ondanks de recente markt-technische regime change, niet op haar van toepassing is.
De exodus van angstige rekeninghouders die hier op is gevolgd, is catastrofaal.
Gedwongen liquidaties van activa hebben in deze tot een welkom moratorium geleid in de geaccelereerde afkalving van beschikbare liquide middelen. Hetgeen de Bank voor zolang het duurt - en dat zal niet zo lang zijn - wat Lebensraum geeft.
Voor het overige zijn wij van mening dat, hadden financiële barbaren het land niet pecuniair overrompeld, en had de financiële zakelijke dienstverlening haar professionele ziel niet verkocht aan Manna, Bank XYZ vermoedelijk deze problemen te boven had kunnen komen."
Ik vermoed dat accountant Hulst een professionele éénpitter was, die zijn tekst niet eerst hoefde te overleggen aan enkele lagen intern kantoortoezicht inclusief de toets van ‘political correctness'.
En ik weet niet of, in hoeverre en waarom hij verdere opdrachten heeft gekregen en/of aanvaard van een politieke maffia in bezettingstijd. Hij heeft in ieder geval geen last gehad van cliëntacceptatie-procedures. Beroeps- en geschiedkundigen kunnen hier misschien meer licht op werpen.
Maar zijn eigen actie en zijn unieke hanteren van ‘het instrument waarmee de functie werkt': een ‘Yes We Can'-accountantsverklaring in oorlogstijd, is iets om even bij stil te staan in tumultueuze tijden. Toen en nu.