Ontsukkeling (2)
Beroepscrises van beroepen met kernfuncties, of van sectoren met risico's voor het systeem als geheel, worden in het allerergste geval gesanctioneerd door selectieve en meestal slome 'ontsukkeling'. Dat is zo voor (zaken)bankiers, regelgevers, toezichthouders en ... accountants.
'Selectief' omdat we neigen alleen diegenen als sukkel te benoemen die gepakt worden. Of wier beloftes uit het verleden net iets te snel zichtbaar worden ingehaald door de realiteit van het heden. Of die te oud zijn om niet opgeofferd te worden.
Alle anderen glippen zich door de mazen van onvervangbaarheid. Kijk maar naar al die snelle financiële jongens die nu op rijksschatkist niveau onze schatkistbewaarders bijstaan in het identificeren en van de mede door henzelf veroorzaakte troep.
De US Treasury staat op dit moment bol van speciaal ingehuurde financiële Wall Street ingenieurs, accountants en accountantskantoren, die toen het nog echt een verschil kon uitmaken de kredietcrisis zogenaamd niet hadden gezien. Maar die, nu er echt geteld moet worden, onze nationale en (tegen wil en dank) nationaliserende schatkistbewaarders ogen, oren en inzicht moeten geven. En aldus proberen om voor deze nieuwe ambtelijke en politieke masters of the financial universe alsnog een verschil uit te maken.
Den Haag, Washington, financieel centrum! Wie had dat ooit gedacht? Als het allemaal voorbij is, zullen deze financiële brandweerlieden wederom goed oogsten met het onvermijdelijke werk dat komt met iedere pendulum swing: van deregulering naar regulering en vice versa.
Steady state, stabiliteit, is niet wat ons beroep bezighoudt. Dat zorgt alleen maar voor de boterham. Het beleg komt van verandering en onmisbaarheid.
Iedere crisis in ons beroep is achteraf een goudmijn gebleken. Zelfs, al met al, Andersen/Enron. Kijk eens naar het verlies van zelfregulerend vermogen van het beroep dat daarop volgde: er is sindsdien nog nooit zoveel geld gemaakt.
Kijk ook maar eens naar de nieuwe post-Enron regulering voor off balance sheet- constructies en -verslaggeving. Die nieuwe regelgeving verwerd, voor zolang het duurde, tot een gouden goudmijn voor financiële instellingen. Dit ongeacht de sluipende roofbouw die daarmee werd gepleegd op de financiële stabiliteit - zoals achteraf blijkt voor rekening en risico van de belastingbetaler.
Dus het ergste wat de financiële wereld, ons beroep incluis, schijnt te kunnen overkomen is ontsukkeling. In slowmotion.
Zo'n zachte heelkunde is voor de meerderheid van de survivors dubbel en dwars de historische prijs waard. Zij blijven vaak in charge van de diagnose, en via die diagnose ook van de remedies. En ze kunnen, via het door henzelf aangestuurde correctieve proces, hun falen prettig uitsmeren over de rug van de beleggers en belastingbetalers - denk ook maar aan centrale bankiers.
Voor ons, jongens van de kernfuncties, geldt: hoe groter we ons probleem maken, hoe meer kans het te overleven. En daarna komt er automatisch weer een dag waarop het collectieve geheugen te kort of te bijziend wordt om zich te herinneren wat er in het verleden is gebeurd. Zo wordt een nieuwe dag geboren, roepend om een nieuw geluid en uitnodigend tot dezelfde streken, bij voorkeur in een andere verpakking maar niet noodzakelijkerwijs met andere leveranciers.
Dat gaat voor het accountantsberoep pas veranderen als het primaat van zakelijke dienstverlening wordt vervangen door zakelijke dienstverlening. Of door maatschappelijke dienstverlening.
Maar niet door revolutie. Wij zijn gedoemd - vooral de onrustigen onder ons - tot evolutie, met af en toe een genetische sprong.
Tot die tijd kunnen we praten over 'ontsokkelen' wat we willen, maar het komt er echt niet van. Ontsukkeling, met een garantie van permanente verse aanvoer van nieuwe sukkels, zet de (imperfecte) toon. En het zal altijd de toon blijven zetten, ook als het structureel fout gaat.
Dit is geen kwestie van de handdoek in de ring gooien, maar gewoon een feitelijke waarneming. Die alle ruimte laat, individueel, boven dit alles uit te steken.