Accountantsdag 2009
Het was goed om te zien dat gisteren zo'n 1300 accountants aanwezig waren op de Accountantsdag 2009. Het organisatieteam had een onderhoudend programma in elkaar gezet met een boeiende mix van presentaties, debatten tussen prominenten, verdieping in workshops en een jeugdige muzikale afsluiter (die meer bewondering oogste dan de Kaasmeisjes van vorig jaar). Bovendien was het een dag van weerzien met oude bekenden en van netwerken.
De opmaat naar de dag werd gegeven door Deloitte-bestuursvoorzitter Roger Dassen die dinsdag 24 november in NRC Handelsblad opende met 'Niet opgelucht ademhalen dat ons geen blaam treft'.
Met het eerste deel van die kop kan ik het eens zijn, van het geen blaam treffen moet nog maar blijken. In individuele zaken (met name internationaal) zijn namelijk ook contra-indicaties aanwezig, die minstgenomen nader onderzoek vergen. Daartoe lopen overheids- en parlementaire onderzoeken en bovendien nog een aantal rechtszaken. Laten we oordelen op basis van publieke feiten en in debat met derden, en niet op basis van percepties van binnenuit.
Het oordeel van de bestuursvoorzitter Dassen kan ik in het krachtenspel nog wel duiden, maar als hoogleraar - en zo wordt hij in het artikel ook geduid - past hem meer terughoudendheid bij het trekken van een dergelijke conclusie. De schizofrenie die een dubbelrol zoals die van Dassen met zich meebrengt kwam overigens in een debatsessie op de Accountantsdag, waaraan KPMG-partner en hoogleraar Frans van der Wel en ondergetekende deelnamen, ook nog even aan de orde.
Het goede van de Accountantsdag is altijd dat sprekers vanuit andere disciplines reflecteren op het accountantsberoep. Voormalig staatssecretaris Gijs de Vries uitte bijvoorbeeld ‘verbazing dat accountants niet eerder waarschuwende geluiden over banken hebben afgegeven'. Nout Wellink refereerde nadrukkelijk aan de noodzaak van een verdieping van het tripartite overleg tussen instellingen, toezichthouders en accountants. Hij werd daarin nadrukkelijk bijgevallen door NIVRA-voorzitter Jan Helderman en accountant Dick Korf.
De Tilburgse econoom Silvester Eijffinger was net als Gijs de Vries kritischer dan Dassen en stelde dat accountants tijdens de crisis tekort zijn geschoten. "Accountants weten veel van risico's, maar ze doen er weinig mee."
Hoogleraar Leen Paape sprak op basis van een breed opgezet onderzoek relativerende woorden over risicomanagement, een instrument waarvan de waarde ook volgens Gijs de Vries niet moet worden overschat. Paape stelde - in tegenstelling tot Dassen - dat het accountantsberoep, naast vele andere partijen, wel degelijk blaam treft. Er volgde van zijn kant, als voormalig consultant op het gebied van risicomanagement, een mea culpa. Een boetedoening die meer accountants en consultants zou sieren.
Een mea culpa kwam er nauwelijks van bankpresident Nout Wellink; maar dat had ik gegeven zijn eerdere publieke optredens ook niet verwacht. Uitgedaagd door de wederom voortreffelijke dagvoorzitter Peter van Ingen en good old Jules Muis, gaf hij zijn werkelijkheid weer: Die van een crisis die voortkomt uit globalisering en innovaties, die zich in sneltreinvaart de afgelopen tien tot vijftien jaar hebben voltrokken. Wij - het volk - moeten er in de ogen van Wellink begrip voor hebben dat je als toezichthouder dan achter de feiten aan blijft lopen. Tsja.
Wellink reageerde zeer terughoudend op de suggestie van Jules Muis om de toezichthouder voortaan assurance te laten verstrekken inzake systeemrisico's. Hij ziet daar weinig in. Op dit punt toonde Steven Majoor van de Autoriteit Financiële Markten zich welwillender en hij refereerde in dat verband aan een nieuw element in de jaarlijkse rapportage van de AFM. Dat wordt nog een leuke discussie indien de her en der geopperde plannen om tot één financiële toezichthouder te komen zouden worden verwezenlijkt.
Opvallend was de nadruk die Wellink legde op het belang van stresstesten. Hij noemde dat een belangrijke les van de crisis en een ‘belangrijk deel van de oplossing' van het zich voorbereiden op risico's en onzekerheden. Daarbij wees hij er specifiek op dat dergelijke testen ook rekening zouden moeten houden met het risico van het (tijdelijk) volledig ontbreken van een liquide markt en adequate marktprijs voor producten - een mogelijkheid waar volgens Wellink destijds niemand nog aan dacht - én met het in gebreke blijven van tegenpartijen waarmee financiële instellingen handelen.
Een opvallend pleidooi anno 2009, omdat reeds in de Richtlijnen risicobeheer derivaten, aangekondigd in een brief van DNB medio 1995 (!), wordt gesteld: ‘Periodiek moeten deze instellingen de financiële consequenties van bijzondere, tegenzittende marktontwikkelingen doorrekenen via zogenoemde ‘stress-tests'. Met deze tests kan worden nagegaan of de instelling in staat is de mogelijke verliezen als gevolg van bijzondere marktontwikkelingen op te vangen. Bij dergelijke, bij voorkeur op instellingsbrede basis uit te voeren, exercities is onder meer rekening te houden met ongewone veranderingen in prijzen, volatiliteit en marktliquiditeit en het in gebreke blijven van tegenpartijen. Eventueel kunnen ‘stress-tests' op basis van gealloceerde (deel)limieten worden uitgevoerd. Essentieel is dat het totale risico van de totale instelling naar behoren wordt bewaakt.'
Wellink heeft bij het schrijven van zijn speech kennelijk geen oog gehad voor deze door de DNB in 1995 ontworpen instructie, die weer was gebaseerd op een leidraad van het Bazel Comité uit 1994. Op een vraag van Van Ingen daarover, antwoordde hij dat met het gebruik van stresstests ruim later was begonnen.
Al met al lijkt het me een goede gedachte om Wellink nog eens goed aan de tand te voelen over het toezichtsbeleid inzake de DNB-instructie. Hier ligt een schone taak voor de parlementaire onderzoekscommissie-De Wit die onderzoek doet naar de financiële crisis.
Kortom: een leuke en nuttige dag waarop veel kennis en ervaring werd gedeeld en risico's in kaart zijn gebracht. En dat is precies wat het Koninklijk NIVRA wil met het project Kennis Delen. Bestuursvoorzitter Jan Helderman presenteerde de eerste resultaten van dit project. Die zijn bemoedigend. De discussie in de deelsessie waarin de uitkomsten van het project - mede gericht op de onderwijssector en woningbouwcorporaties - werden besproken, was zinvol. De stap van zinvol naar succesvol is nog een enorme. Ofwel: nog veel werk aan de winkel!