Opinie

Het risico van pseudotransparantie

De laatste jaren is de term 'transparantie' niet van de lucht. In de context van bestuur verwijst het naar kennis, toezicht en het geven van rekenschap. Allemaal positief. Er is echter ook een risico.

Frits Schipper

Transparantie heeft twee betekenissen.

De eersteis doorzichtigheid, letterlijk: het doorlaten van licht zonder merkbaar verlies aan intensiteit. Dit geeft een afwezigheid, die andere dingen juist in zicht laat. Maar het kan ook verhullend werken, denk bijvoorbeeld aan het 'glazen plafond'.

De tweede betekenis benadrukt aanwezigheid. Zo is muziek ‘transparant' wanneer alle stemmen goed hoorbaar zijn en melodieën en compositorische structuur manifest. Ook een systeem van beloning en bonussen kan in deze zin transparant zijn, er zijn geen geheimen.

Soms komen beide betekenissen samen: de bril waardoor wordt gekeken is transparant en de realiteit is volop present, niets wordt verhuld, er zijn geen dubbele agenda's etc.

De stap naar een ideale (sociale) wereld is dan klein. Zo ging de Franse filosoof Jean-Jacques Rousseau (1712-1778) uit van de gedachte dat er een oorspronkelijke, paradijselijke, toestand is geweest waarin alles van zichzelf transparant was: de wereld voor de mens, de mensen voor elkaar en voor zichzelf.

Dit lijkt allemaal erg mooi.

Maar een kristallen vaas is niet per definitie mooi. Een transparant beloningssysteem is nog niet rechtvaardig en dito beslissingen zijn niet automatisch correct. Een koppeling met waarden, waaronder ethische, is echter wel mogelijk.

Zo meldde Exxon Mobile in september 2007 op zijn website: 'Our involvement with transparency initiatives is an extension of our commitment to ethical behaviour. These transparency initiatives are designed to increase disclosure of financial information and are fundamental for good governance.'

Ethisch, verantwoord handelen van de onderneming staat voorop, transparantie wordt daaraan verbonden.

Het gaat hier echter niet om een spontane transparantie à la Rousseau. Integendeel: er moeten middelen worden ontworpen om een en ander te bereiken, zoals een representatie van de financiële situatie van de onderneming. Die representatie (niet de eerder bestaande situatie zelf) wordt dan transparant voor de buitenwereld. Een correcte representatie vergt verder dat zij transparant is in de eerste betekenis - aanwezigheid en afwezigheid spelen hier beide dus een rol.

Het bijzondere is nu dat er iets tot stand is gebracht dat nu juist wordt geacht zonder toedoen van die middelen te bestaan. Dit kan de transparantieparadox worden genoemd.

Daarnaast moet nog een andere factor worden genoemd: de controlerende blik. De Franse filosoof Paul-Michel Foucault (1926-1984) maakte daarvoor de vergelijking met de koepelgevangenis. In zo'n gebouw zijn alle gevangenen op efficiënte wijze onderworpen aan een controlerende blik.

Als zodanig heeft deze blik een disciplinerende macht: power through transparency.

De huidige, door de financiële crisis gemotiveerde, roep om (verbeterd) toezicht ligt in het verlengde hiervan. Opvallend is dat nu dat de transparantieparadox hier dus niet speelt. Het effect van de ‘controlerende blik' wordt niet geacht zonder deze blik te bestaan.

Naast 'transparantie als macht' zijn er nog andere strategieën: demarcaties, zoals Chinese muren in banken en splitsing van controle en advies bij accountantskantoren; het werken met strakke regels, protocollen; hiërarchie (vormen van bureaucratie); kengetallen om prestaties te meten, en auditing.

Het is nu belangrijk per strategie na te gaan of er sprake is van de transparantieparadox. Met andere woorden: wordt iets anders tot stand gebracht en zichtbaar gemaakt dan hetgeen daarvoor - 'spontaan' - bestond?

Bij het werken met kengetallen (overal waar wordt 'gemeten') en bij auditing lijkt dit zeker het geval te zijn.

Volgens sommigen leven we in een audit-samenleving, met een scala aan visibility systems om dingen transparant, zichtbaar, te maken. Ook prestatie-indicatoren voor zorg, onderwijs, justitie, politie etc. kunnen hiertoe worden gerekend.

Cruciaal is dat, bij een mogelijke transparantieparadox, het middel een ‘realiteit' kan oproepen die juist niet overeenkomt met die welke eraan voorafgaand (en onafhankelijk ervan) bestaat.

In zo'n geval is de kans op pseudotransparantie groot.

Het behoeft nauwelijks betoog dat beleid/bestuur op basis van pseudotransparentie, - waarbij een (conceptuele) constructie wordt ‘gezien' als transparante realiteit - weinig goeds kan brengen.

Dr. Frits Schipper studeerde natuurkunde en filosofie. Hij is coördinator van de Ma-opleiding Filosofie in Bedrijf aan de Vrije Universiteit Amsterdam en voorzitter van de Vanwoodman Society. Een van zijn interessegebieden is 'goed bestuur'.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.