Opinie

Survival kit voor de derivatenwereld - een tussenstand (3)

Na de eerdere afleveringen van 14 augustus 2008 en 21 augustus 2008 bij deze de derde en laatste bijdrage waarin ik, drie jaar na het verschijnen daarvan, de stand van zaken opmaak rond de observaties en aanbevelingen in het in 2005 door mij en Dipankar Ghosh gepubliceerde artikel Survival Kit voor de derivatenwereld (zie hier de Engelstalige versie).

Dat artikel bevatte zeven aanbevelingen (observaties). De eerste drie behandelde ik vorige week. Hoe staat het met de laatste vier?

4. De vierde aanbeveling wijst voor het eerst op de systemic risico's van onze verslaggevingsstandaarden, met name IAS 39, en de professionele noodzaak deze goed te begrijpen. Eind juli 2008 wam het bericht dat de Amerikaanse toezichthouder SEC zogenoemde mixed attribute-accounting als 'verwarrend' beschouwt. Gut, een echo uit de Survival Kit-put. Wat is het jammer dat het accountantsberoep ook op dit punt geen robuustere early warning- annex preventieve rol heeft gespeeld. Onduidelijk blijft of het beroep zo'n rol überhaupt wel op zich wil nemen.

5. De vijfde Survival Kit-aanbeveling bouwde voort op de vierde en dringt er op aan om de macrorisico's van verslaggevingsstandaarden volledig te begrijpen. Wij kennen geen 'dubbelboekhouden voor winstbepaling op macroniveau', met alle risico van dien van ongeziene bubbles.

Welnu, drie jaar later begrijpen we dat een stuk beter. Maar actie? Het handelen is tot nu toe overwegend beperkt gebleven tot - jawel best nuttig maar niet oplossend - inflatiegevoelig pappen en nathouden via centrale bankiers, geldvensters, aanzetten tot wezenlijk nieuwe financiële architectuurconstructies, en het repareren van de doorgebroken dijken. Ik denk dat er, na het puinruimen, een wereld aan mogelijkheden ligt (academisch, professioneel, praktisch) om een nieuwe micro/macro-verslaggevings-brugtaal te ontwikkelen.

En ik kan me niet voorstellen dat we door zullen gaan met het negeren van de macroaspecten van het beroep en verslaggeving. Een dialoog over fair value accounting en om transatlantisch tot één verslaggevingstaal te komen, begint vorm aan te nemen. Zachtjes, zachtjes, anders breekt het lijntje.

6. De zesde aanbeveling waarschuwt goed te begrijpen hoe toezichthouders werken en in elkaar zitten. En dat de adagium 'zoals de wind waait zo waait mijn hoedje' ook aan toezichthouders zelf niet voorbijgaat. Ook op dat oneerbiedige punt weten we nu een hoop meer. Maar we weten minder goed wat we ermee moeten doen. Hervormingen? Die staan op stapel. Effectieve verantwoordingsconstructies van de toezichthouders zelve? Ho maar. Wordt vervolgd? We shall see.

7. De zevende aanbeveling, 'nul risico en absolute zekerheid zijn niet van deze wereld', was bedoeld als een herinnering aan de lezer dat het er niet om gaat lage risico's voor te spiegelen wanneer het - soms onvermijdelijk - gaat om hoge risico's. En dat ‘nul risico'-aannames thuishoren in Disneyland. Wel, we hebben het geweten.

Tot slot Voorlopig ben ik er niet gerust op dat we onze les echt hebben geleerd. Dat komt misschien mede omdat we de totale schade nog niet kennen, en waar die nu precies valt. Waar we wel gerust op kunnen zijn is dat pushbacks op pogingen tot effectieve veranderingen er al zijn (neem het moratorium op off/on balance sheet accounting in de VS), er zullen blijven en sterker zullen worden naarmate er weer wat meer rust in de tent komt.

Ik zal ondertussen de schijnwerper blijven houden op de twee weerbarstigste kernvoorwaarden voor een volwassen hervorming van ons financieel stelsel, die ik enige tijd terug heb verwoord in de Financial Times:
Over de kansen dat onze toezichthouders vrijwillig een verantwoordingsmodel zullen aanvaarden dat de wereld duidelijk maakt wat ze nu wel en niet weten, is reeds het nodige gezegd. Ik ben daar niet optimistisch over. Hetgeen betekent dat politieke bewustwording noodzakelijk is om het van buiten af te dwingen. Ook het accountantsberoep kan hier een stem in zijn. Het heeft er zelfs alle belang bij.

De tweede voorwaarde gaat over de noodzaak om alleen die financiële producten toe te laten die onafhankelijk zijn getoetst op systemic risk. Hier hebben we een lichtpuntje: De Wall Street Journal van 22 oktober 2008 meldt uit nobelprijswinaarshoek de suggestie voor een 'commissie die financiële producten screent, net als medicijnen, voordat ze op de markt worden gebracht'. Een simpele gedachten, die door uw scribent voor het eerst in 1996 in SEC-verband voor dovemansoren is gelanceerd, en ad nauseum herhaald sinds die tijd. En waarvoor nu misschien de tijd is aangebroken.

Zo eindigen we toch nog met een lichtpuntje.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jules Muis verliet in 1995 het openbare accountantsberoep en was vervolgens vice president en controller van de Wereldbank en directeur-generaal en chief internal auditor van de Europese Commissie. Van 2014 tot eind 2020 was hij lid van de Public Interest Oversight Board (PIOB). Muis was van oktober 2012 tot oktober 2015 ook lid van de Board of Auditors van het European Stability Mechanism (ESM). Jules Muis schrijft op persoonlijke titel.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.