Wat zien ik
Menig overrijpe accountant zal zich Paul Verhoevens film 'Wat Zien Ik' uit 1971 nog wel herinneren. Met Blonde Greet in de hoofdrol. Zeer opvoedend over de eer van de stand - met een lach en een traan - van de Amsterdamse Walletjes. Dat wil zeggen, voor die buurt werd ingenomen door het drugs- en pornogespuis.
We kenden het pikante landschap als aankomend accountant ook beroepshalve. De NIVRA-opleidings- en examenregie vereiste destijds (en nog lang daarna) een periodiek roulerende gang naar het Krasnapolski Hotel. Net om de hoek waar het levensverhaal van Blonde Greet zich afspeelde. Het NIVRA als gelegenheidsgever! Doet je afvragen waarom die NOvAA fusiebesprekingen altijd zo stroef verlopen.
Examenkandidaten en examinatoren konden zich moed indrinken in het voorgeborchte van die Amsterdamse rosse buurt - liefst na gedane examenzaken - bij Wijnand Focking, in een belendend pand in de Pijlsteeg. Je hoefde er niet eens voor om te lopen met een plastic zak over je hoofd.
Daar werden nog eens andere exameneisen gesteld: Hoofd en romp gebogen richting toogje, de kop afbijtend van een gemajoreerd likeurglaasje als verplicht nummer. (Het ritueel en de gelegenheid bestaan nog steeds, merkte ik recentelijk verheugd bij mijn laatste bezoek aan Amsterdam.)
Ik denk er met dankbaarheid aan terug. Vooral ook naar die film die mij in hetzelfde 1971 zoveel inspiratie heeft gegeven bij het afleggen van mijn eigen NIVRA-slotexamen: Heren examinatoren, wat zien ik? Wat zien u? Ik ben dan ook niet cum laude geslaagd.
Fast forward, naar 2007. Ik krijg vandaag de Engelse versie van het Jaarverslag 2007 van de Nederlandsche Bank in handen. En wat zien ik?
Bladerend tot de laatste pagina's lees ik de accountantsverklaring. Die is bijna - maar niet helemaal - geformuleerd conform het door het accountantscollectief vastgestelde stramien. Maar wel met een tekst die wel een dozijn maal verwijst naar 'ik'/('I'). Naar de vleselijke accountant dus, dat kan niet anders. Als je vervolgens wilt weten wie dat dan wel is, vind je echter alleen een ondertekening van ‘PwC Accountants NV'.
'Ik Jan Cremer' kan ik nog bevatten. Dat concept was gelanceerd in ongeveer dezelfde Sturm und Drang-tijd. Maar 'Ik PwC NV'? Zonder persoonlijke handtekening? Wie speelt daar verstoppertje? En WAAROM?
Ik moet toch nog eens mijn PE-programma raadplegen. Of anders kunnen misschien DNB en/of PwC ons kunnen verhelderen waarom alleen de maatschapnaam in de verklaringsondertekening wordt gebruikt. Vooral in die context van uitbundige en exceptionele aanwezigheid van ‘ik' door de hele verklaring heen. Dat schreeuwt om een legitimatie van Collega Ik.
Uitleg zou me ook enorm helpen wanneer ik binnenkort het Amerikaanse Advisory Committee of the Auditing Profession de toegevoegde waarde moet uitleggen van de toevoeging van de persoonlijke ondertekening, naast de firmanaam, in de accountantsverklaring.
Dat wordt een moeilijke zaak, als je het internationale verslaggevings/accountantsverklaringvisitekaartje van onze eigen Nederlandse centrale bank niet alleen niet kunt bevatten, maar dit visitekaartje - zeker tegen de achtergrond van de ratio van de recente introductie van de 'dubbelslot'-vereiste in de ondertekening - in ieder geval deze scribent bovendien tot opperste verwarring voert. En naar ik aanneem ook de internationale lezers van deze Engelstalige versie van DNB's jaarverslag.
Welnu, ik ben benieuwd of de echte accountant van DNB anno 2007 op wil staan. Toch niet 'Greet Blonde RA'?
Wat denk ik?