Onterechte vraagtekens bij fair value accounting
Door de kredietcrisis worden opnieuw vraagtekens gezet bij de waardering van activa en passiva tegen fair value. Op het moment dat de hoge winsten van het verleden veranderen in verliezen, bekritiseert men de waarderingsmethode. Zelfs de "deskundigen" van de European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG) pleiten voor een alternatief. De waarde van bezittingen zou volgens hen niet langer moeten worden vastgesteld op één peildatum. In plaats daarvan zou een gemiddelde marktwaarde van de afgelopen zes of twaalf maanden moeten worden genomen.
De deskundigen gaan hiermee voorbij aan een simpel gegeven: een balans is per definitie een momentopname. Het hanteren van meerdere peildata hoort dan ook niet in een balans thuis.
Maar natuurlijk kan men zich wel afvragen of de IASB wel op de juiste weg is door het steeds vaker voorschrijven van fair value als dé waarderingsmethode.
De beste waarderingsmethode is de methode die voor de gebruikers van de jaarrekening de meest relevante beslissingsinformatie oplevert. Recent hebben de Duitse standardsetter en de Berlijnse Humboldt universiteit een onderzoek op dit gebied verricht. De uitkomsten zijn in april 2008 gepubliceerd. Het onderzoek richtte zich op professionele beleggers.
De beleggers beschouwen "mark-to-market fair value" (gebaseerd op marktprijzen) als de beste waarderingsmethode voor liquide en niet-operationele activa. Voor niet-liquide en operationele activa maakt het ze niet uit of wordt gekozen voor historische kostprijs of fair value.
"Mark-to-model fair value" (gebaseerd op waarderingsmodellen) levert minder relevante beslissingsinformatie voor bijna alle activa. Zowel waardering tegen fair value gebaseerd op marktwaarde als waardering tegen historische kostprijs wordt als betere methode ervaren. Alleen voor financiële activa, zoals aandelen en opties, worden de mark-to-model fair values informatiever gevonden.
Tenslotte blijkt dat een grote meerderheid van de beleggers álle activa en passiva tegen fair value willen zien gewaardeerd, waarbij de kostprijs in de toelichting uiteen wordt gezet. Het beste van beide werelden.
Andere belanghebbenden, zoals werknemers, concurrenten, overheden, en dergelijke, zijn niet in dit onderzoek betrokken. Hier is ook geen noodzaak toe. De voordelen van fair value accounting zullen immers vooral gelden voor (potentiële) aandeelhouders van beursgenoteerde ondernemingen, de professionele beleggers.
Bij niet-beursgenoteerde ondernemingen hebben aandeelhouders veelal een grote invloed op de besluitvorming van het management en kunnen zij makkelijker een zelfstandig oordeel vormen over de waarde van de onderneming. De andere belanghebbenden kunnen vaak de informatie opvragen die zij van belang achten voor hun beslissingen - zeker de kredietverschaffers.
In veel literatuur wordt de subjectiviteit als belangrijkste nadeel van fair value accounting genoemd. Als geen sprake is van een actieve of liquide markt of als de bedrijfswaarde wordt berekend, zal het management namelijk altijd een (deels) subjectieve inschatting moeten maken van de fair value. Dit speelt dan ook met name bij mark-to-model en is wellicht de reden waarom deze methode bij de beleggers niet echt in de smaak valt.
Daarnaast zijn de aan het waarderen tegen fair value verbonden waarderingskosten van belang. Waarderings- en accountantskosten zullen stijgen indien eenvoudige, traceerbare marktprijzen ontbreken en er dus gebruik moet worden gemaakt van waarderingsmodellen, taxateurs en andere externe deskundigen.
Aangezien echter de bij de kredietcrisis betrokken ondernemingen fair value accounting nu juist toepassen op beursgenoteerde effecten, kan er van gestegen waarderingskosten geen sprake zijn. Ook subjectiviteit speelt bij de fair value waardering van beursgenoteerde effecten geen rol.
De in het kader van de kredietcrisis geplaatste vraagtekens bij fair value zijn dan ook onterecht.
Gerelateerd
Bankruns vragen om een fair value balans
Historische kostprijzen verstoren het inzicht in liquiditeit en dragen niet bij aan prudent risicobeleid.
Verslaggevingsregels vergroten de kans op crisis
In maart van dit jaar hebben we een korte bankencrisis doorgemaakt. Op basis van de rapportages konden we weten met welke banken het slecht zou gaan. Maar omdat...
Waardering op marktwaarde ligt helemaal niet zo voor de hand!
Mark-to-market, toepassing van marktwaarde bij waarderingen in de jaarrekening, is een conventional wisdom: een opvatting die ons mooi van pas komt en daarom vrij...
Externe verslaggeving
Lees hier het laatste nieuws en vaktechnische artikelen over jaarrekeningenrecht, IFRS, de RJ-richtlijnen en duurzaamheidsverslaggeving.
Fair value - splijtzwam of zelfs splijtstof?
Toegegeven, IFRS is niet zaligmakend en het platform kent zijn zwakheden. Maar een Europese variant van IFRS zou (bijna) alleen maar verliezers opleveren.