'Extern toezicht leidt tot cultuurbotsing binnen mkb-kantoren'
In het mkb-accountantskantoor was het kantoorleiderschap traditioneel een soort van corvee. De taak van de kantoorleiding bestond erin de besluiten van de matenvergadering uit te voeren. Inhoudelijk, dat wil zeggen binnen hun vakgebied, waren de accountantvennoten eigen baas. De taak van de leiding betrof vooral gemeenschappelijke taken en huishoudelijke zaken zoals personeelsbeleid en huisvesting. Inhoudelijke bemoeienis met de beroepsuitoefening van de andere accountants was ongepast.
Sinds de invoering van (collegiale) kwaliteitsreviews in de jaren negentig is dit al aan het veranderen, maar door de komst van de Wta kwam de verandering in de taak van het bestuur in een stroomversnelling. Deze wet regelt de bestuurlijke verhoudingen op een andere wijze dan voorheen gebruikelijk was: het bestuur heeft een zorgplicht, die zich mede uitstrekt tot de inhoudelijke aspecten van de beroepsuitoefening.
Dit heeft tot gevolg dat de accountant bij de uitvoering van opdrachten tegenwoordig namens het bestuur op zijn vingers wordt gekeken, door kwaliteitsbeoordelaars en door de compliance officer. Soms leidt dit tot de constatering van overtredingen en het opleggen van sancties. Dat is wel een heel andere rol voor het bestuur dan voorheen!
Leiderschapsstijlen worden onderscheiden in directief en ondersteunend. Er is een relatie tussen leiderschapsstijl en type medewerkers. Wanneer in een organisatie intelligente en ijverige types werkzaam zijn, zoals accountants, dan is ondersteunend leiderschap de aangewezen weg: het bestuur reikt de middelen aan en laat de rest over aan de professional.
Daarnaast is er een relatie tussen leiderschapsstijl en de aard van de werkzaamheden. Wanneer het werk een hoge mate van zelfstandige oordeelsvorming vereist, is het raadzaam dat het bestuur afstand houdt en de accountant niet voortdurend voor de voeten loopt.
Ten slotte is er een relatie tussen leiderschapsstijl en organisatiestructuur. Directief leiderschap vereist een bureaucratische organisatie met vaste rolverdeling en bijpassende procedures. Ondersteunend leiderschap daarentegen vraagt om een flexibele organisatie waarin de rollen per opdracht worden vastgesteld, op basis van ieders deskundigheid en ervaring.
Voor accountantsorganisaties in het Nederlandse mkb werd traditioneel gekozen voor ondersteunend leiderschap, op grond van het type medewerkers en de aard van de werkzaamheden. De actuele ontwikkeling gaat echter een andere weg: de weg van het kwaliteitshandboek, vaste procedures, en in- en extern toezicht leidt naar directief leiderschap en bureaucratisering van de organisatie.
Dit organisatiemodel, dat ons door de wet wordt opgedrongen, past echter niet bij de aard van het werk, noch bij de persoon van de professional. (In de Angelsaksische organisatiecultuur, die van huis uit meer autoritair is, ligt dit overigens anders.)
In eerdere bijdragen op deze website heb ik als probleem aan de orde gesteld dat het onafhankelijke externe toezicht (uitgeoefend door de AFM) het bestuur van de accountantsorganisatie als aanspreekpunt neemt, en niet de externe accountant. Ik heb dat zo geformuleerd uitgaande van de gedachte dat de accountant als zelfstandige professional, wanneer er kritiek is op zijn taakvervulling, de eerste moet zijn om te vernemen en te redresseren.
Dit was gebaseerd op een taakopvatting van het bestuur als ondersteunend. De toezichthouder daarentegen gaat uit van directief leiderschap in een bureaucratische organisatie.
Mijn ervaring als bestuurder is dat deze botsing van culturen zich van buiten naar binnen in de organisatie verplaatst. De accountants, in hun beroepsuitoefening gekritiseerd door de externe toezichthouder, kunnen zich niet rechtstreeks verweren, omdat de toezichthouder niet hen, maar het bestuur aanspreekt.
Het bestuur neemt desgevraagd positie in, ook in inhoudelijke issues. De onvermijdelijke consequentie is dat het bestuur zich in inhoudelijke kwesties directief opstelt tegenover de accountant. Daarbij treedt het bestuur in het professionele domein van die individuele accountant. En dat is, in mijn beleving, nieuw.