Opinie

Gezocht: ownership (m/v)

Jawel, ownership. Daar wil ik het even over hebben. Geen ‘sexy' onderwerp dat onmiddellijke reactie behoeft, zeker niet in deze drukke jaarrekening/controletijd. Maar wel een onderwerp dat aandacht verdient, ook in een tijd waarin Nederland schijnt te denken dat de subprime­-beker grotendeels aan haar voorbij zal gaan.

Elders in de wereld circuleren overigens Armageddon-achtige scenario's over de Amerikaanse economie, en daarmee - vertraagd - de onze. Lees Martin Wolf's America's economy risks mother of all meltdowns in de Financial Times.

Ownership. We lopen er in ons dagelijks leven en onze beroepsuitoefening voordurend tegenaan, zonder het direct te merken. Want ‘ownership' wordt pas voelbaar als het er niet is. Bij een gebrek aan ownership gaan er dingen (helemaal) fout, zonder dat we er de vinger op kunnen leggen. Dan volgen aanpassingen en reorganisaties, totdat we weer ontdekken dat bepaalde kernfuncties geen eigenaar kennen. 

Dat geldt vooral als het fout gaat, want succes - weten  we - ligt beter in de markt. 

Ik heb voor ‘ownership' geen goede vertaling kunnen vinden. ‘Verantwoording' klinkt te veel des accountants, ‘verantwoording afleggen' is te te juridisch-protocollerig, ‘verantwoordelijkheidsgevoel' komt er dichterbij maar is te veel zachte sector, en ‘eigendom' is te materialistisch voor een organisatorische setting. 

Dan maar wat voorbeelden. Op het persoonlijke vlak ligt dat makkelijk. We kennen allemaal mensen die onverplicht en zonder veel formaliteiten een taak op zich nemen en zich daar ook met ziel en zaligheid verantwoordelijk voor voelen en stellen. 

In de zakelijke wereld ligt dat geheel anders. Daar is het kunstje van het omzeilen van verantwoording tot Kunst verheven. 

Bij de Wereldbank kende men intern de term ‘syndicated responsiblities': de informele constructie waarbij iedereen verantwoordelijkheid had voor een klein stukje maar niemand voor het geheel, waardoor niemand zich verantwoordelijk voelde. Deze ‘handige' constructie is zeker niet beperkt tot deze instelling. 

Ook het debat over de naamgeving van internationale accountantskantoren gaat in essentie over ‘ownership'. Niet alleen als het goed gaat, maar ook - vooral - als het fout gaat. Want dan komt men snel terecht bij de kleine lettertjes van de controleovereenkomst en mist men al gauw aanspreekpunten en aanspraakmogelijkheden. 

Dan het grote spel om het grote geld, de credit crunch en de duizelingwekkende en nog steeds latent aanwezige verliezen in de balansen van onze (financiële) instellingen. Ik heb nog niemand van de hoofdacteurs de vinger zien opsteken en zeggen: "Ja dat is/was onze verantwoordelijkheid, we hebben er een troep van gemaakt." 

Ik heb ook nog niemand met een goed voorstel horen komen hoe die troep op te ruimen en voor de toekomst te vermijden. Behalve dan periodiek langs de weg van kwartaal/jaarcijfers, af en toe een politieke vergadering van de voornaamste verdachten, of marginale fiscale/monetaire maatregelen. 

Voor zo'n ‘fix' is het jaarrekeningenproces (inclusief controle) ook niet  bedoeld. En het is er al helemaal niet op berekend. Verslaggeving en controle kunnen geen situaties oplossen die zijn geworteld in partijen die elkaars producten niet begrijpen en/of elkaar niet vertrouwen. 

Verslaggeving en controle kunnen geen preventief uitsluitsel geven over zaken die veronderstellen dat er op macroniveau ‘ownership' is dat een ordelijk marktproces garandeert. 

Met deze vaststelling klink ik misschien net zo escapistisch-opportunistisch als de eerder genoemde ‘syndicated responsibilities' die instellingen zo'n slechte naam geven. "Niet mijn pakkie an", zegt het beroep? Dat is grotendeels waar. De credit crunch is overwegend een zaak van een gemiste collectieve kans dan van een collectief beroepsfalen. 

Laten we ook onze ministers, centrale bankiers en andere toezichthouders niet te veel in de schoenen schuiven. De huidige, laterale organisatieprincipes op wereldniveau zijn niet berekend op en niet bedoeld voor structurele mondiale oplossingen. Met als resultaat dat die wereld veroordeeld blijft tot chronisch dweilen met de spreekwoordelijke kraan open. 

Misschien kunnen we nu, nu het brakke financiële water tot de lippen staat, voor de financiële markten een doorbraak verwachten naar een mondiale organisatiestructuur met tandjes? 

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jules Muis verliet in 1995 het openbare accountantsberoep en was vervolgens vice president en controller van de Wereldbank en directeur-generaal en chief internal auditor van de Europese Commissie. Van 2014 tot eind 2020 was hij lid van de Public Interest Oversight Board (PIOB). Muis was van oktober 2012 tot oktober 2015 ook lid van de Board of Auditors van het European Stability Mechanism (ESM). Jules Muis schrijft op persoonlijke titel.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.