Accountants zijn niet wetenschappelijk
Een discussie die ik met enige interesse volg gaat over de combinatie van wetenschap en het accountantsberoep. En om maar de deur in huis te vallen: het accountantsberoep is niet wetenschappelijk.
Ik begeef me nu op glad ijs, en ik weet dat er collega's zijn die het hier niet mee eens zijn. Marcel Pheijffer was erg kritisch op een jurist die zich hierover uitliet. Mollema en Pheijffer hielden al een pleidooi voor meer en onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek.
Ik heb het niet over enkele individuele hoogleraren, of over de potentie van het beroep om academisch te zijn. Maar het accountantsberoep claimt vandaag ten onrechte het predikaat wetenschappelijk.
Mag een beroep dat volgens eigen beweringen - van onder meer Roger Dassen (hoogleraar en tevens ceo van Deloitte, tijdens het FEE-congres in 2007) - zeven jaar heeft stilgestaan, zich wel academisch noemen?
Recent moest ik naar het ziekenhuis voor een ingreep waarvoor je nog niet zo heel lang geleden twee weken in het ziekenhuis moest verblijven. Maar nu was ik de volgende dag thuis. En hoewel ik van mening ben dat ziekenhuizen kunnen leren van logistieke commerciële dienstverleners, ben ik erg positief over de behandeling en snelheid van herstel. Een ziekenhuis doet erg denken aan een ouderwets productiebedrijf, waar de voorraad halffabricaten (patiënten in de wachtkamer) hoog is opgestapeld voordat ze worden verwerkt door de dure, bedrijfskritische machines (specialisten).
De behandelmethoden in ziekenhuizen zijn zeker niet zeven jaar stil blijven staan. Artsen kunnen zich dit ook niet veroorloven. Ze krijgen kritische mensen over de vloer die vragen - en steeds vaker eisen - om de nieuwste behandelmethoden en de beste medicijnen. Veel promoties, met als resultaat meer inzicht over hoe het beter kan. De cijfers en resultaten van behandelingen zijn ongeveer staatsgeheim, lekken soms uit, maar dragen wel bij aan het doel, namelijk zoveel mogelijk mensen beter maken.
Belangrijke kenmerken van academisch denken voor mij vormen de continue drive tot meer inzicht en aantoonbare verbeteringen in uitvoering, niet automatisch gekoppeld aan verbetering in de omzet. Een noodzakelijke randvoorwaarde is ook een vorm van specialisatie binnen het beroep, die in juridische en medische hoek meer dan geaccepteerd is.
Nu proef ik in de discussies dat specialisatie niet langer hoeft te worden verzwegen, maar het was recent nog een onderwerp dat resoluut van tafel werd geveegd.
Accountants lossen specialisatie soms op door afsplitsing. Ik heb zelf de afsplitsing van IT-audit, netjes ondergebracht in NOREA, nooit begrepen. IT-audit gaat over AO/IC en dat hoort nog steeds in het curriculum, voor zover ik kan nagaan. Krijgen verslaggevingsfanaten ook een eigen clubje? Nee, deze horen weer wél bij de accountants.
De verscheidenheid is binnen het Nederlandse beroep, met RA's en AA's en uiteenlopende werkzaamheden, is te hoog om van een wetenschappelijk beroep te kunnen spreken. Internationaal zijn de opleidingseisen ook niet overal gelijk, en zeker niet van een academisch niveau.
Is het dankzij accountants dat er betere jaarrekeningen zijn dan zeven jaar geleden? Dat blijkt niet uit de feiten. Vinden we meer fouten en fraude in de controle dan zeven jaar geleden? Volgens mij ook niet. Vandaag weten we ook nog niet hoe we een verklaring kunnen geven bij een XBRL-jaarrekening.
Ik wil niet te negatief eindigen. We hebben zeker mooiere controledossiers dan zeven jaar geleden. Maar er moet nog wel wat gebeuren wil het accountantsberoep het predicaat ‘wetenschappelijk' waar kunnen maken.