Opinie

Accountants en onafhankelijke wetenschap

In zijn afscheidsrede (18 januari 2008) aan de Erasmus Universiteit komt Kor Mollema met zes stellingen. In de laatste uitgave van 'de Accountant' is daaraan een artikel gewijd.

Ik haal vier van zijn stellingen aan:

  • Meer voorschriften geven het métier wel even meer gewicht maar dragen niet bij aan de effectiviteit.
  • Haast even belangrijk is dat de audit in al zijn verschillende vormen zich als een métier presenteert.
  • De verwachtingskloof kan worden verkleind door de pretentie te verlagen en alternatieven aan te reiken.
  • De basis voor het creëren van een echte toekomst ligt in het doen van objectief onderzoek naar de toegevoegde waarde van het beroep.

Stellingen dagen uit en zijn betwistbaar. Zo vraag ik mij af of meer voorschriften het beroep - dat klinkt mij minder verheven in de oren dan 'métier' - het meer gewicht geven en of zij echt niet bijdragen aan de effectiviteit ervan.

Ook is de noodzaak betwistbaar dat de audit zich in al zijn vormen - vrije woordkeuze - als eenheidsworst presenteert. De verwachtingskloof verkleinen door onze pretenties te verlagen? Of gaat het erom de pretenties waar te maken door puike prestaties neer te zetten?

Betwistbaar of niet, Mollema daagt uit en reikt zijn gedachten aan. Zoals een hoogleraar dient te doen. Prima dus. Aan het botsen der meningen ontspringt immers de waarheid.

Mijn belangstelling ging met name uit naar de laatst aangehaalde stelling. Bij de onderbouwing in zijn rede noemt Mollema het feit dat het binnen zijn universiteit moeilijk is om hoogleraren aan te stellen. Enerzijds omdat het aantal gepromoveerden binnen ons vakgebied gering is en anderzijds door de strenge onderzoekseisen die worden gehanteerd.

Mollema maakt vooral met het eerste feit een terecht punt. Het aantal promovendi binnen het vakgebied is te gering. NIVRA-Nyenrode heeft een aantal jaren geleden het initiatief genomen tot het instellen van de NIVRA-Nyenrode Essayprijs. Studenten die voor hun scriptie het cijfer acht of hoger halen, worden uitgedaagd een essay te schrijven en mee te dingen naar een eervolle prijs. Dit initiatief heeft zijn vruchten afgeworpen. Diverse prijswinnaars zijn verder gegaan op het wetenschappelijk pad en beogen binnen afzienbare tijd te promoveren; wie weet worden zij ooit hoogleraar. En ook de instelling van de essayprijs van de NIVRA Young Professionals is een stap in de goede richting.

Mollema hanteert in zijn stelling ook de woorden ‘objectief onderzoek'. Op dat punt heb ik een wens. Ik pleit niet alleen voor meer promovendi, een voorportaal voor het hoogleraarschap, maar ook voor meer onafhankelijkheid bij universitaire collega's.

Dit laatste is toch een kernwoord dat kleeft aan ons beroep én aan de wetenschap. Maar hoeveel onafhankelijke hoogleraren hebben wij eigenlijk binnen ons vakgebied?

Te weinig. De meeste hoogleraren zijn tevens verbonden aan een accountantskantoor of een andere instelling. Zij participeren niet of nauwelijks in het debat over onderwerpen die gezichtsbepalend zijn voor het beroep. De boekhoudschandalen en de kredietcrisis zijn daar belangrijke voorbeelden van.

De knuppels in het hoenderhoek worden geworpen door onafhankelijke collega's als Jules Muis (nota bene vanuit Washington) en Brenda Westra. En door Hans Blokdijk, een hoogleraar emeritus, die ik waardeer voor zijn bijdrage aan het debat en die best nog 25 jaar jonger had mogen zijn.

Kortom: met de laatste stelling van Mollema ben ik het van harte eens!

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.