Wildschut helpt NIVRA 21e eeuw in
Een door het NIVRA ingestelde commissie onder leiding van Arnold Schilder heeft zich gebogen over een 'toekomstbestendig governance-model' voor de beroepsorganisatie.
De afstand tussen accountants en het maatschappelijk verkeer lijkt mede door diverse affaires nog nooit zo groot geweest en de buitenlandse invloed op het gebied van onder meer vaktechniek en regelgeving neemt toe - een eufemisme voor: het buitenland bepaalt. Nederland is geen eiland.
Hoe vertalen wij deze ontwikkelingen naar een toekomstbestendige structuur van het NIVRA? Wildschut heeft op verzoek bijgedragen aan gesprekken daarover. Maar wij zijn teleurgesteld over het uiteindelijk gebrek aan echte keuzen door de commissie Schilder.
In het eindapport worden de kool en de geit gespaard, terwijl het NIVRA volgens ons juist een echte keuze moet maken: tussen primair het belang van alle leden of het belang van het maatschappelijk verkeer.
Het NIVRA zegt in het rapport zich primair te richten op drie taakgebieden: controle (audit), verslaggeving (accounting) en de bestuurlijke omgeving (governance).
Daarnaast wordt de adviesfunctie van de accountant ondersteund. Dat laatste mag van ons wel weg. De adviesfunctie van de accountant is geen taakgebied, het is een rol.
Wat ons betreft dient de governance van het NIVRA de belangen te borgen van de openbaar accountant en van de stakeholders van die openbaar accountant. Pluriformiteit van het NIVRA is geen doel, maar slechts een logisch gevolg van het succes van de wettelijke bescherming van de registeraccountant.
Wij pleiten voor meer duidelijkheid in de structuur van het NIVRA, langs vier lijnen:
1. Geef maatschappelijk verkeer echte stem
Het beroep heeft de pretentie het maatschappelijk verkeer te vertegenwoordigen, als 'monitor' tussen principaal en agent. Omdat 'het' maatschappelijk verkeer niet bestaat, is het in het belang van accountants en hun klanten om deze abstracte groep nader te definiëren en invloed te geven. Echte invloed, dus in het NIVRA-bestuur.
Omdat je met Poolse landdagen geen daadkracht organiseert, pleiten wij pleiten er bovendien voor om het aantal bestuursleden op korte termijn terug te brengen tot zeven.
2. Houd positionering NIVRA eenvoudig
Het NIVRA-bestuur heeft haar voorkeur uitgesproken voor een pluriforme organisatie die primair het maatschappelijk belang dient: als 'hoeder van betrouwbare informatie'. Het is echter de vraag in hoeverre dit is te scheiden van 'hoeder van betrouwbare audits'. Die audits impliceren immers dat er betrouwbare informatie is verstrekt.
Het NIVRA dient zich daarom te realiseren dat bij haar keuze de positie als 'hoeder van betrouwbare audits' de basis vormt voor de gewenste maatschappelijke positie van de registeraccountant. Eenzijdige focus op de Financial Reporting Supply Chain zal op termijn negatieve effecten hebben op de kwaliteit van de audit en dus ook van de rapportageketen.
3. Verzin geen extra kerngebieden
Volgens het bestuur zijn assurance, accounting en governance de drie inhoudelijke kerngebieden waar het NIVRA zich op moet richten. Het bestuur acht een verbijzondering en/of aanvulling van deze gebieden goed denkbaar: informatietechnologie, finance & management, belastingadvies of niet-financiële informatie.
Daar zijn wij het mee oneens. Informatietechnologie bijvoorbeeld, heeft binnen het accountantsvak pas betekenis in relatie tot één van de genoemde kerngebieden. Het is in dat kader feitelijk geen ander vakgebied dan 'comptabele informatiesystemen'; dat was de kern van het accountantsberoep toen we papieren grootboeken vulden, en dat is nog steeds de kern nu we relationele databases vullen.
4. Streef naar snelle fusie met NOvAA
Internationaal bestaat er een onderscheid tussen accountants, wier beroepsorganisaties bij voorkeur lid zijn van IFAC, en accounting technicians, wier beroepsorganisaties dat niet zijn. Nederland kent een vergelijkbaar onderscheid: de academische accountants van IFAC-lid NIVRA, en de hbo-geschoolde technicians van niet-IFAC-lid NOvAA.
Het bizarre is echter dat NOvAA er al jaren alles aan doet om voor een soort tweede NIVRA door te gaan. Zonder dezelfde opleidingseisen te stellen en zonder lid te worden van IFAC, heeft men geëist dat haar leden zich accountant mochten noemen en zelfs dat ze voor de wet exact dezelfde rechten zouden krijgen.
Voor de markt zou het duidelijkheid geven als NIVRA en NOvAA daadwerkelijk zouden verschillen. De suggestie die nu ontstaat is dat AA en RA wel hetzelfde mogen, maar niet hetzelfde kunnen. Het NOvAA heeft zichzelf nu zowel overbodig gemaakt, als haar leden in een onverdiend onmogelijke positie gemanoeuvreerd.
De beide organisaties moeten hun verantwoordelijkheid nemen. Ofwel de NOvAA gaat zich richten op de wereld waarin haar leden allang een evident bestaansrecht hebben opgebouwd en stopt met imitatie-NIVRA spelen. Ofwel het NIVRA neemt de NOvAA volledig in zich op.
Het NIVRA kan niet langer dulden dat het Nederlandse accountantsberoep achterhoede-discussies voert, die niets anders zijn dan navelstaarderij van beroepsorganisaties die zich weigeren te richten naar de marktordening die de facto allang bestaat. De schade voor zowel de AA als RA is veel te groot.
Ten slotte
De commissie is met een doordacht advies gekomen. Wat ons betreft is dat advies geslaagd, voorzover het zonder compromis blijk geeft van de missie van het internationale accountantsberoep: to serve the public interest.
Wij verwachten echter dat de huidige voorstellen nog te veel open einden bevatten en geen einde zullen maken aan de onnodige discussies die zo kenmerkend zijn voor het beroep in de afgelopen periode.
Deze bijdrage is een beknopte weegave van een uitgebreider artikel van Wildschut over de positionering van het NIVRA in de 21ste eeuw. Lees hier het complete artikel.