The decade of greed: tijd voor een nieuwe generatie?
Het was weer even smullen met een nieuw boek afgelopen week. Op 30 oktober 2008 werd het boek ABN AMRO: de prooi van Jeroen Smit gepresenteerd. Bij de presentatie hield staatssecretaris Heemskerk een toespraak. Heemskerk zei daar onder meer:
‘De belangrijkste [conclusie] is natuurlijk lees dit boek! Neem kennis van gebeurtenissen, verhalen en vorm een mening over het verleden van ABN AMRO en leer voor de toekomst.'
Het belangrijkste aspect voor mij uit het boek is de monocultuur van de huidige generatie bankbestuurders. Uit het boek blijkt dat het gaat om een klein kringetje van mensen die elkaar vertellen hoe de wereld in elkaar steekt. Mensen uit een andere branche, of zelfs uit het buitenland hebben nauwelijks toegang.
Het boek schetst een beeld waarin een oude - of verouderde, zo u wilt - sectorcultuur wordt vervangen door de waarden van een nieuwe generatie van bestuurders. Deze waarden hangen nauw samen met een cultuur waarin deze generatie van bestuurders is opgegroeid.
Zelf meen ik dat de fundering van die cultuur is gelegd in de jaren tachtig van de vorige eeuw, ook wel the decade of greed genoemd.
Cultuurdragers zijn onder meer de zakenman Donald Trump en de film Wall Street met de legendarische 'Greed is good'-scène. Zelfreflectie of relativering is niet de meest in het oog springende eigenschap van deze generatie.
Een voorbeeld van deze cultuur - voor mij - is bijvoorbeeld Boele Staal, de voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Banken. Recent heb ik hem horen beweren dat de discussie over bestuurdersbeloningen typisch Nederlands is. De journalist in kwestie nam het voor kennisgeving aan.
Dit is complete onzin. Wellicht is de wijze waarop de discussie wordt gevoerd Nederlands, de discussie zelf is dat zeker niet. Iedereen die wel eens in Amerika zijn oor te luisteren legt, weet dat deze discussie daar zeer inhoudelijk wordt gevoerd met verwijzingen naar diverse wetenschappelijke economische theorieën.
Nog een uitspraak van Heemskerk:
‘Ten slotte vind en hoop ik - wellicht tevergeefs - dat de overname van ABN AMRO en ook alles wat er daarna gebeurd is tot meer zelfkritiek en dan ook tot blijvende bescheidenheid bij bankiers leidt.'
Ik vind de somberheid die uit deze zin spreekt heel opvallend. Het gaat om hier om een uitspraak van een politiek bestuurder die ‘hoopt - wellicht tevergeefs - dat de gebeurtenissen bij bankiers zullen leiden tot zelfkritiek en bescheidenheid'.
Zelfkritiek en bescheidenheid, dat mag ik toch wel hopen!
De staat waarin het huidige accountantsberoep - geleid door dezelfde generatie van bestuurders - zich bevindt, is dus niet heel erg bijzonder. Ook bankiers hebben geleefd naar uitgangspunten die aan herijking toe zijn.
Tijd voor een nieuwe generatie?