Opinie

Accountants waarschuwen al langer voor risico's. Maar dat is niet genoeg

Met een bijdrage in het Financieele Dagblad mengde NIVRA-voorzitter Jan Helderman zich afgelopen zaterdag in het debat over 'accountants en de kredietcrisis'. Dat valt te prijzen. Als je 'geschoren' wordt kun je beter stil zitten, wil immers een oude - maar misschien niet altijd even verstandige - wijsheid.

Het ‘scheren' zagen we in een redactioneel commentaar in het FD, waarin de krant stelt dat het beroep zijn werk in de aanloop naar de kredietcrisis slecht heeft gedaan en dat ingrijpen in de accountantssector onvermijdelijk is. 

Maar bijvoorbeeld ook in een recent artikel van econoom Arjen van Witteloostuijn. Deze constateert onder meer dat bij Fortis in 2007 ruim 159 miljard euro aan kredietverplichtingen buiten de balans zijn gehouden en komt - ook al erkent hij dat accountants nu eenmaal te maken hebben met regelgeving - tot het advies om ‘accountancykantoren en credit rating agencies te nationaliseren, de jure door beide taken in handen van toezichthoudende autoriteiten te leggen of de facto door deze activiteiten uit publieke middelen te financieren'. 

Wat stelt het accountantsberoep er tegenover? Op dezelfde dag waarop het FD zijn stevige commentaar publiceerde, liet voormalig PwC-voorzitter Jos Nijhuis zich horen. De beleggers en credit raters kregen er van langs. En de accountants? Die hadden op de risico's gewezen, aldus Nijhuis. Jules Muis typeerde het als een 'primadonna reactie'. 

Deze week liet de nieuwe KPMG-voorzitter, Herman Dijkhuizen, van zich horen in 'de Accountant'. Hij stelt dat de kredietcrisis bij zijn kantoor al geruime tijd op de agenda staat. 'Het is juist dat wij deze discussie niet via het publieke debat voeren. Overigens mengen accountants zich wel degelijk in de discussie. Het gaat vooral over vraagstukken van verslaggeving en risicobeheersing.

In Accountancynieuws waarschuwt hij deze week voor te snelle regelgeving. 'Er zijn veel zaken gedaan met derivaten en credit default swaps en CDO's en al die mooie technische dingen. Allemaal gedaan conform de regeltjes. Ik denk dat die in veel gevallen keurig zijn gevolgd.

NIVRA-directeur Gert Smit wijst erop dat de internationale kantoren zich actief hebben gemengd in discussies over fair value, en stelt dat het debat niet via de voorpagina's van de kranten hoeft te verlopen. 'Sterker nog, op het moment van de brand kun je je energie beter steken in helpen met blussen dan in een evaluerend gesprek met de toeschouwers.

Terug naar Helderman. Terecht stelt hij dat de accountant die een jaarrekening controleert, toetst of er op een bepaald moment een getrouw beeld is; en dat dat kan leiden tot een goedkeurende verklaring. 

Terecht stelt hij dat de accountant naar risico's behoort te kijken en deze aan management en toezichthouders moet rapporteren; en dat die daar vervolgens iets mee moeten doen. 

Terecht wijst hij erop dat de beroepsorganisatie de afgelopen jaren en ook recent bij herhaling aandacht is gevraagd voor de risicobeheersing bij ondernemingen. 

En terecht dat hij erop wijst dat de hoorzittingen van het Amerikaanse congres over AIG aantonen dat de accountant op significante gebreken in de risicobeheersing heeft gewezen. 

Maar is het door accountants wijzen op die risico's, zoals Helderman en Nijhuis stellen, genoeg? Is het wijzen naar de grote hoeveelheid regels (Dijkhuizen) en het verwijzen naar de participatie in het debat over fair value (Smit) genoeg? 

Waarom werd trouwens het debat niet gevoerd toen Jules Muis een aantal jaren geleden tijdens de Accountantsdag op risico's en (een gebrek aan) regels in de derivatensfeer wees? Hij bleef een roepende in de woestijn ... 

Weer terug naar Helderman en zijn verwijzing naar de AIG-casus. Ik publiceerde daarover in een eerdere weblog. De accountant waarschuwde in eerste instantie - zoals het hoort - het management en het audit committee. Maar ook de buitenwereld, in de verklaring bij de gepubliceerde stukken van AIG over het jaar 2007 (pagina 129). Een positief oordeel over de cijfers ging vergezeld van de constatering dat 'a material weakness in internal control over financial reporting related to the AIGFP super senior credit default swap portfolio valuation process and oversight thereof existed'. Hij voegt er geruststellend aan toe dat dit echter geen invloed heeft op zijn opinie aangaande de jaarstukken. 

Als je niet beter zou weten leest het als een control letter bij een side letter, om het in termen van de Ahold-saga te beschrijven. En wellicht is de geruststelling gewoonweg terecht, omdat de accountant aanvullende controles heeft uitgevoerd. Dat moet te zijner tijd dan wel uit zijn dossier blijken. 

Maar dan nog kunnen er vragen resteren. De accountant heeft op de risico's gewezen. In algemene termen. Maar wees hij telkens op alles wat hij wist? Ik refereer aan drie punten in de AIG-casus die op zijn minst vragen oproepen (zie voor een uitgebreide behandeling de genoemde eerdere weblog). 

Ten eerste de verklaring van intern accountant Joseph Denis. Hij stapte op bij AIG omdat het werken hem onmogelijk werd gemaakt door de hoogste baas van AIG. Denis stelde het hoofd van de interne accountantsdienst daarvan op de hoogte, die begrip voor zijn ontslagname toonde. Tsja. 

Maar hij stelde ook de externe accountant in kennis. In oktober 2007, vóór het afgeven van de accountantsverklaring. Wat is de accountant verteld? En wat heeft hij daarmee gedaan? 

Een tweede punt betreft een meeting of directors op 8 mei 2008 in aanwezigheid van onder meer bankiers. De accountant stelt daar onder meer dat hij 'continues to be comfortable with the AIG process and results.' En 'continues to be comfortable with Management's judgements in both the December 31, 2007 and March 31, 2008 valuations'. In een reactie op mijn eerdere weblog schrijft Georg Kellersman daarop dat het opvallend is dat de accountant de enige keer dat er buitenstaanders aanwezig zijn, minder kritisch is. 

Het derde punt betreft het feit dat de accountant ruim voor zijn statement in laatstgenoemde bijeenkomst heeft gesproken met de toezichthouder. Deze schreef daarop een brief aan het management van AIG waarin zorgen worden geuit over het interne controleproces binnen AIG. De toezichthouder stelt dat onder meer uit discussies met de externe accountant bleek dat 'AIGFP was allowed to limit access of key control groups while material questions relating to valuation'. Enterprise Risk Management, de Corporate Comptroller en de CFO van de Financial Services Division, waren buitenspel gezet. 

Het buitenspel zetten van deze partijen is nogal wat. Het klinkt als het afreizen naar een malariagebied zonder het innemen van de vereiste pillen. 

Het is overigens 'grappig' om te zien hoe het management van AIG dit punt in de door de accountant goedgekeurde stukken heeft verzacht door te zeggen dat het proces 'did not operate effectively'. Dit soort frases van een directie zijn in het licht van de constateringen van de toezichthouder triest en verwerpelijk. Maar wellicht kunnen ze het uitleggen aan de belegger. Of aan de rechter ... 

Terecht stelt Gert Smit in zijn column dat het nog te vroeg is voor conclusies en dat we daartoe eerst moeten beschikken over de noodzakelijke feiten. De AIG-casus - maar er speelt natuurlijk veel meer casuïstiek - geeft ons veel feiten en laat zien dat het in elk geval te makkelijk is om te zeggen 'de accountant heeft op de risico's gewezen'. 

Laten we ons niet verschuilen achter de regels (‘die waren nu eenmaal zo en zijn goed toegepast') en het wijzen op risico's (‘we hebben het toch gezegd?'). Participeer als beroep actiever in de discussie over oplossingen. In het openbaar. En stel waar mogelijk het thans onrustige maatschappelijk verkeer gerust. 

Laat ons vaststellen dat de huidige crisis toont dat de accountant meer instrumentarium en verantwoordelijkheid dient te krijgen dan louter het management 'erop te wijzen' dat er risico's zijn. Die vaststelling mag dan van mij overigens best op de voorpagina van de krant. 

Het zou de kracht vanuit het beroep tonen. Dat is beter dan anderen de conclusie te laten trekken of wachten op de politieke Pavlov-reactie van stringentere regels voor accountants. Daar zit niemand echt op te wachten.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.