Uitspraak Ondernemingskamer in de zaak AFM/Spyker Cars
Op 28 december 2007 heeft de Ondernemingskamer uitspraak gedaan in de jaarrekeningprocedure die door de AFM tegen Spyker Cars was aangespannen.
De AFM had onder meer verzocht de vaststelling van de jaarrekening 2006 van Spyker te vernietigen en een nieuwe jaarrekening op en vast te stellen. Dit omdat de jaarrekening onvolkomenheden zou bevatten met betrekking tot de waardering van het Formule 1-team en de verwerking van een belastinglatentie.
De Ondernemingskamer heeft de verzoeken van de AFM alle afgewezen. Dat is vanuit de AFM bezien ongelukkig, omdat dit de eerste openbare testcase was in het kader van de per januari 2006 verkregen bevoegdheden in het kader van de Wet toezicht financiële verslaggeving.
De uitspraak - zestien pagina's - is verplichte kost voor studenten accountancy en voor accountants die ondernemingen controleren die onder de werkingssfeer van deze wet vallen. Ik ga er - optimistisch als ik ben - na deze aansporing dan ook vanuit dat de lezers van deze weblog de uitspraak ook daadwerkelijk gaan lezen.
Deze plaats leent zich niet voor een uitgebreide annotatie, zodat ik mij bij de bespreking van de uitspraak moet beperken. Toch wil ik drie punten duiden die ik zie als belangrijke piketpaaltjes ten aanzien van de vereiste toelichting op jaarrekeningposten:
- De Ondernemingskamer is mild over het ontbreken van een adequate toelichting bij een specifieke jaarrekeningpost, omdat de toelichting wel elders in het financieel verslag is weergegeven. Zie hiervoor met name rechtsoverweging 3.20: 'De enkele omstandigheid, dat de hier bedoelde toelichting op de hier bedoelde plaats ontbreekt, leidt er naar het oordeel van de Ondernemingskamer in dit geval echter niet toe dat geen verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen en resultaat van Spyker. Nu aldus niet kan worden gezegd dat de jaarrekening 2006 in haar geheel niet het vereiste inzicht verschaft, concludeert de Ondernemingskamer dat de hier geconstateerde tekortkoming niet als zodanig zwaar kan worden aangemerkt dat op die grond alleen aanpassing van de jaarrekening 2006 zou moeten worden bevolen.'
- De Ondernemingskamer geeft echter ook aan dat iets dat in het bestuursverslag is opgenomen 'niet rechtstreeks' van toepassing kan worden verklaard als toelichting. Zie rechtsoverweging 3.23: 'Een forward looking statement wordt opgenomen in, en heeft betrekking op, het bestuursverslag (Management Board's report) en kan derhalve, als zodanig, niet rechtstreeks van toepassing worden geacht op een specifieke post van de jaarrekening.'
- De Ondernemingskamer maakt, gelijk de accountant bij zijn oordeelsvorming, gebruik van het materialiteitscriterium. Dit speelt in deze kwestie bij de beoordeling van specifieke jaarrekeningposten, waaronder de belastinglatentie. Deze was door Spyker versnipperd weergegeven, maar met een beetje gepuzzel kon het complete plaatje worden verkregen.
Kort gezegd zou het volgens de AFM ook zonder dat gepuzzel duidelijk moeten zijn. In rechtsoverweging 3.43 stelt de Ondernemingskamer hierover: 'Spyker heeft tegelijkertijd echter, aldus de AFM, toegegeven dat het beter ware geweest indien de betreffende bedragen (separaat) zouden zijn toegelicht. De Ondernemingskamer overweegt dat het standpunt van de AFM in deze juist is. Gezien echter het feit dat, naar de Ondernemingskamer van oordeel is, de beginstand, de mutatie en de eindstand van de latente belastingvorderingen en - verplichtingen - zij het met enige moeite - uit de jaarrekening te achterhalen zijn, evenals de belangrijkste aard van de post, kan de afwijking van IAS 12.81 (g( (i) niet zodanig materieel geacht worden dat Spyker op dit punt de jaarrekening 2006 dient te herzien.'
De volledige uitspraak is te lezen op www.rechtspraak.nl, onder zoekcode LJN BC1057.