Kruising Verdiesen en Van de Luitgaarden wekt verwarring
Op 12 december 2007 staat in de Ledenvergadering van het NIVRA de discussie op de agenda over het advies van de redactiecommissie die zich heeft gebogen over de rapporten van de commissies Verdiesen en Van de Luitgaarden.
Joop Anemaet
De belangrijkste aanbeveling van Verdiesen was de introductie van het begrip 'derdenbelang'. De belangrijkste aanbeveling van Van de Luitgaarden was de overheveling van accountants met uitsluitend non-assurance-opdrachten naar categorie C van de VGC: 'accountants in business'.
En nu komt de redactiecommissie met de grootste gemene deler van deze twee, oftewel de introductie van het onderscheid 'besloten verkeer' versus 'niet-besloten verkeer' en de overheveling van accountants met uitsluitend opdrachten voor het besloten verkeer naar categorie C van de VGC. Geniaal in zijn eenvoud! Of niet?
Bij het voorstel van de redactiecommissie is een nieuwe set kantoorvoorschriften gevoegd, de 'nadere voorschriften accountantskantoren voor samenstellingsopdrachten voor het niet-besloten verkeer'.
Daarmee komt het totale aantal verschillende regimes waaronder een kantoor kan vallen, op vier: wettelijke controles, andere assurance, non-assurance voor het niet-besloten verkeer, en ten slotte opdrachten voor het besloten verkeer, waarvoor geen kantoorvoorschriften gelden.
Een kantoor kan vallen onder verschillende regimes van kantoorvoorschriften tegelijk: voor assurance-opdrachten onder het ene regime, voor samenstellen onder het andere enz. Dit blijkt uit artikel 2 van de voorschriften, waarin wordt bepaald dat de nadere voorschriften uitsluitend betrekking hebben op de interne beheersing ter zake van de door of namens het accountantskantoor uitgevoerde samenstellingsopdrachten niet besloten verkeer. Een overeenkomstige bepaling is opgenomen in de vigerende nadere voorschriften accountantskantoren voor assurance-opdrachten. Deze nadere voorschriften zijn dus zowel kantoorvoorschriften als ook opdrachtsgewijze regelgeving.
Wat lezen wij echter in Accountancynieuws, pagina 10: Hier stelt Barbara Majoor dat "er voor een accountantspraktijk een set met regels geldt die wordt bepaald op basis van het feit of één opdracht wordt uitgevoerd die zich kwalificeert als assurance-opdracht en/of samenstellingsopdracht niet-besloten verkeer. Is dat het geval, dan moet deze praktijk voor alle dienstverlening (..) voldoen aan de regelgeving (voor kantoren met assurance-opdrachten of samenstellingsopdrachten voor het niet besloten verkeer - JA)".
Twee pagina's verderop zetten Willem van Wijngaarden en Rob Bosman paginagroot uiteen dat het nu juist gaat over opdrachtsgewijze regelgeving, dat wil zeggen dat 'niet de aard van het kantoor, maar de aard van de opdracht' maatgevend is voor de geldende kantoorvoorschriften.
Dit laatste is naar mijn oordeel de juiste interpretatie op basis van de voorstellen. Maar het feit dat hierover reeds nu onenigheid ontstaat zou een reden tot heroverweging moeten zijn!
De voorgestelde regelgeving is ook niet consequent. Want de voorgestelde overheveling van de aan een kantoor verbonden accountants naar categorie C van de VGC wordt wel afhankelijk gemaakt van de vraag of het kantoor - al is het maar één - voor het niet-besloten verkeer uitvoert.
In hun aanbiedingsbrief vragen de beide voorzitters van onze beroepsorganisaties zich af of openbaar accountants in de praktijk baat zullen hebben bij deze voor het besloten verkeer geboden faciliteit, te weten dat kantoren voor hun non-assurance-opdrachten voor het besloten verkeer, aan geen enkel kantoorvoorschrift meer behoeven te voldoen. Zij vragen zich ook af, wat daarvan de gevolgen zijn voor de kwaliteit. Moeten wij ons niet afvragen, of we dit eigenlijk wel willen?
De regelgeving is al complex genoeg. Het in stand houden van meer stelsels van kwaliteitsbeheersing tegelijk binnen één kantoor is niet te doen. Laten we liever helder zijn: kantoorvoorschriften hebben betrekking op het kantoor als geheel. Voor de opdrachtsgewijze regelgeving hebben we de controle en overige standaarden (NV COS).
In dat geval is de introductie van het begrip 'besloten verkeer' voor accountantskantoren irrelevant. Er zijn immers nauwelijks accountantskantoren met uitsluitend non-assurance-opdrachten voor het besloten verkeer. Gelukkig maar. Accountantskantoren behoren kantoorvoorschriften te hanteren, altijd!