Opinie

Bonus-malussysteem bij PE-registratie

Eindelijk hebben we een PE-systeem (permanente educatie) met registratietandjes. Ik ben het net voor eigen gebruik aan het bestuderen. Ik ben na ruim twintig jaar volgen van de evolutie in het PE-denken per saldo misschien niet echt blij, maar wel content met wat we nu hebben. Zolang we ook de onvermijdelijke beperkingen van ieder PE-systeem in gedachten blijven houden.

Jules Muis

Binnen het beroep werd vaak nogal schouderophalend over PE gedaan. Eigen belang, kantoordruk en persoonlijke marktwaarde zijn voor velen voldoende drijfveren (geweest) om zichzelf vaktechnisch scherp te houden. Maar vreemde ogen dwingen, en ik heb er het stukje bureaucratie dat het nieuwe PE-systeem oplevert graag voor over. Ook al kent ieder PE-systeem de onvermijdelijke beperkingen om de echte toegevoegde waarde van cursussen en andere PE-ijkpunten te meten.

Want let wel: vaktechnisch hogeschoolrijden geeft je niet automatisch toegang tot de topleague van het beroep. Te veel vaktechnische obsessie kan je zelfs lastig, drammerig of besluiteloos maken, en dat is niet altijd goed voor de carrière. De wet van de afnemende meeropbrengsten gaat aan de beroepsdeskundigheid niet voorbij. Dat wordt vooral voelbaar als je een paraplufabriek - ons beroep - bij voorkeur laat runnen door rainmakers, al dan niet gecamoufleerd met een professortitel. Rainmakers drukken ook in ons beroep een sterke stempel op het gebruik (lees: te gelde maken) van die deskundigheid. En het mes snijd aan twee kanten: je kunt in iedere professie deskundigheid exploiteren, gebruiken of misbruiken. En alles wat daar tussenin ligt.

Wat is het maatschappelijk nut van openbare accountants die agressieve verslaggevingsinterpretaties of aan specifiek belang gebonden deskundigheidsproducten en -constructies verkopen? Of anderszins optreden als handelaren in regulatory arbitration? Toch kan het, en moet dat kunnen, binnen een vrij marktsysteem.

Er is geen PE-systeem dat misbruik of oneigenlijk gebruik van deskundigheid kan voorkomen. Er is gelukkig wel ruimte om eens te spelen met de gedachte van een aanvullend, meer inhoudelijk PE-scoringsprogramma. Een die het echte continue leerproces van de beroepsuitoefening - weten of en wanneer je voet dwars moet zetten of je rug moet rechten - probeert te vangen. Mijn speels voorstel is een bonus-malussysteem in te voeren, met het bestaande PE-systeem als nuttige aftrap, dat de belangrijke imponderabilia die samengaan met een beroep dat deskundigheid exploiteert ook in kaart brengt. Bij falen gaat het zelden om een gebrek aan deskundigheid, maar meestal om misbruik daarvan, al dan niet in combinatie met een gebrek aan ruggengraat. Soms om heel menselijke, soms om puur commerciële redenen.
Zomaar een greep voor zo'n aanvullend PE-scoringsysteem:

  1. Heb wel/niet toegegeven aan druk een personeelsevaluatie aan te passen om eigen of bedrijfspolitieke redenen: +/- 30 PE-punten.
  2. Heb wel/niet mijn controlebevindingen aangepast onder onredelijke druk van mijn superieuren: +/- 50 PE-punten.
  3. Ben wel/niet ingegaan op een uiterst lucratieve uitnodiging een advies op te stellen met de conclusie als vooraf vaststaand dubieus (of erger) politiek gegeven: +/- 60 PE-punten.
  4. Heb wel/niet mijn kwetsbare medewerker onder druk gezet zijn belangrijke eind- conclusies aan te passen aan de mijne: +/- 1 PE-troostprijspunt.
  5. Heb wel/niet mijn openbare speech aangepast aan het politiek wenselijke, ten koste van het algemeen belang: +/- 30 PE-punten.
  6. Heb wel/niet mijn mond gehouden tegen beter weten in, toen het nog een verschil uit kon maken: +/- 80 PE-punten.
  7. Heb wel/niet mijn superieuren het onnodig moeilijk gemaakt een complexe zaak tot een goed einde te brengen, door exclusief te blijven staan op mijn wel erg religieus vaktechnisch standpunt: +/- 10 PE-punten.
  8. Etc. etc.

Dit lijstje verdient aanvulling en verbetering. Dit in het belang van PE, dat meer mag zijn dan een blijvende deskundigheidsverzekering.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jules Muis verliet in 1995 het openbare accountantsberoep en was vervolgens vice president en controller van de Wereldbank en directeur-generaal en chief internal auditor van de Europese Commissie. Van 2014 tot eind 2020 was hij lid van de Public Interest Oversight Board (PIOB). Muis was van oktober 2012 tot oktober 2015 ook lid van de Board of Auditors van het European Stability Mechanism (ESM). Jules Muis schrijft op persoonlijke titel.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.