Onderwijs belangrijk voor groei arbeidsproductiviteit
De Nederlandse groei in arbeidsproductiviteit blijft achter bij die van andere lidstaten van de Europese Unie. Van de factoren om deze groei aan te jagen, heeft onderwijs het grootste effect.
Dat stellen Barbara Baarsma en Francisco d’Orey Neves van PwC, in een artikel op economenwebsite ESB. Volgens de auteurs moet het nieuwe kabinet vooral werk maken van de tanende onderwijskwaliteit, in plaats van de aangekondigde bezuinigingen uit het Hoofdlijnenakkoord.
Het niveau van de arbeidsproductiviteit in Nederland is internationaal gezien hoog. Per gewerkt uur behoort de toegevoegde waarde van een werknemer in ons land tot de hoogste in de wereld. Maar ondanks dat hoge niveau blijft de groei achter: volgens de OESO was die tussen 2012 en 2022 5,3 procent, terwijl het EU-gemiddelde op 9,6 procent lag.
De achterblijvende groei in arbeidsproductiviteit is problematisch voor Nederland, menen de auteurs: er zijn door de vergrijzing op termijn minder handen die het werk kunnen verrichten. Bovendien verslechtert het ondernemingsklimaat ten opzichte van andere landen, waar de arbeidsproductiviteit wel groeit. Bij elkaar betekent dit dat er meer uren gewerkt moeten worden om dezelfde productie te behalen en dat lonen waarschijnlijk onder druk komen te staan.
Onderwijs en innovatie
Over de periode 2015–2020 blijkt onderwijs de grootste variatie in productiviteitsgroei te verklaren, gevolgd door innovatie. Onderwijs en innovatie gaan ook hand in hand, omdat werknemers met betere digitale en andere vaardigheden zich beter kunnen aanpassen aan nieuwe technologieën.
De onderwijskwaliteit staat echter onder druk in ons land en dat kan ten koste gaan van de kwaliteit van de beroepsbevolking. "Dat heeft op zichzelf een productiviteitsverlagend effect, maar zou bovendien tot een exodus van bedrijven kunnen leiden", zo stellen de twee auteurs.
Uit recente cijfers van het CBS blijkt dat een deel van de bedrijven in Nederland al activiteiten verplaatst naar een ander land. Bij de machine-industrie is dat 7,7 procent, bij de reparatie en installatie van machines 16,6 procent en bij overige zakelijke dienstverlening gaat het zelfs om 25,6 procent.
Gerelateerd
Pheijffer: Kwestie rond onderwijscontroles Deloitte vraagt oordeel tuchtrechter
Dat accountants van Deloitte controledossiers van onderwijsinstellingen achteraf hebben aangepast in aanloop naar toetsing door de onderwijsinspectie, kan niet alleen...
FD: 'Deloitte-accountants overtraden beroepsregels bij onderwijscontroles'
Accountants van Deloitte overtraden hun beroepsregels door controledossiers van onderwijsinstellingen achteraf aan te passen, voorafgaand aan toetsing door de onderwijsinspectie....
Meer studenten krijgen stagevergoeding
Twee op de drie studenten van het middelbaar en hoger beroepsonderwijs krijgen een vergoeding wanneer ze stage lopen. De gemiddelde vergoeding is iets gestegen,...
Kabinet steekt tachtig miljoen in talent voor microchipsector
Verspreid over het land gaan mbo-instellingen, hogescholen en universiteiten aan de slag om meer technici op te leiden voor de microchipsector. Het kabinet investeert...
EY: Grote universiteiten worstelen met financiën
De grote universiteiten in Nederland lijden dit jaar flinke verliezen, voornamelijk vanwege gestegen personeels- en huisvestingskosten. De universiteiten verwachten...