Staatsschulden eurolanden lopen verder op
De staatsschulden van de eurolanden zijn in het eerste kwartaal van dit jaar verder opgelopen ten opzichte van het laatste kwartaal van 2023, meldt het Europese statistiekbureau Eurostat. De staatsschuld van het eurogebied blijft daarmee op een torenhoog niveau en is nog altijd veel hoger dan EU-lidstaten hebben afgesproken in hun stabiliteits- en groeipact uit 1997.
De schulden in de eurozone waren in de eerste drie maanden van 2024 even hoog als 88,7 procent van de omvang van de economie. In het vierde kwartaal van vorig jaar was dat nog 88,2 procent. Ten opzichte van het eerste kwartaal van 2023 was wel sprake van een daling, aldus Eurostat. Toen bedroegen de staatsschulden nog 90,1 procent van het bruto binnenlands product (bbp), de maatstaf voor de omvang van de totale economie, van de eurolanden. Over heel 2023 was dat 88,6 procent.
In 2020, 2021 en 2022 bedroegen de staatsschulden ruim 90 procent van het bbp. De schulden liepen in die jaren flink op doordat overheden veel geld moesten bijlenen om alle economische steunmaatregelen te bekostigen, na de uitbraak van de coronapandemie. Ook de energiecrisis en de oorlog in Oekraïne zorgden voor extra uitgaven. De begrotingsregels, die een staatsschuld van hoogstens 60 procent voorschrijven, werden opgeschort om deze grootscheepse overheidssteun mogelijk te maken.
Niet meer coulant
De Europese Commissie was de afgelopen jaren coulant voor lidstaten die zich niet aan de begrotingsregels hielden. In juni waarschuwde Brussel echter dat die tijd nu voorbij is. Zeven lidstaten, waaronder Frankrijk en Italië, kregen een berisping van de commissie om hun schulden te verlagen. Ook de Europese Centrale Bank maande de eurolanden snel hun schulden te verminderen.
Griekenland, Italië, Frankrijk, Spanje, België en Portugal hadden eind maart de hoogste staatsschulden, van meer dan 100 procent van het bbp. In Estland, Bulgarije, Luxemburg, Zweden en Denemarken was die het laagst. In Nederland nam de staatsschuld af tot 43,9 procent, van 45,1 procent eind 2023. Daarmee voldoet Nederland ruimschoots aan de norm van Brussel.
Het gemiddelde begrotingstekort van de eurolanden nam in het eerste kwartaal af tot 3,2 procent van het bbp, van een tekort van 4 procent eind 2023. Alleen Denemarken, Ierland, Litouwen en Portugal lieten een begrotingsoverschot zien. In Nederland bedroeg het begrotingstekort 0,4 procent, tegen nul procent eind 2023.
Bron: ANP/Eurostat
Gerelateerd
Aanbestedingen bij EU-agentschappen moeten beter
De Europese Rekenkamer (ERK) ziet nog steeds fouten bij openbare aanbestedingen door de 43 agentschappen van de Europese Unie. Vier agentschappen krijgen een gele...
Europese Rekenkamer: staatssteun voor herstel en industriebeleid strenger controleren
Sinds de coronacrisis en de Russische inval in Oekraïne heeft de Europese Commissie (EC) haar staatssteunregels snel versoepeld, zodat EU-landen bedrijven overeind...
EU-Rekenkamer waarschuwt voor dubbele EU-financiering projecten
Het risico dat dezelfde energie- of ontwikkelingsprojecten in de EU-landen onterecht twee keer worden gesubsidieerd met EU-geld is zo groot, dat de Europese Rekenkamer...
Europese Rekenkamer bezorgd over oplopende schulden van EU
De Europese Rekenkamer is bezorgd over de oplopende schulden van de Europese Unie. Dat staat in het verslag over de Europese begroting van 2023.
Grote economieën EU pleiten voor versoepelen regels bankensector
Duitsland, Frankrijk en Italië roepen de Europese Unie op terughoudend te zijn met financiële regelgeving en zich in plaats daarvan te richten op het versterken...