Nieuws 11 juni 2024

Voorlopig mogen alleen accountants zekerheid geven bij duurzaamheids-rapportages

De implementatie van de CSRD-richtlijn in de Nederlandse wet is een stap verder. Nederland kiest ervoor om vooralsnog alleen accountants toe te staan om duurzaamheidsrapportages op basis van de CSRD te beoordelen.

Dat staat in een algemene maatregel van bestuur van minister Weerwind voor Rechtsbescherming en een wetsvoorstel van minister Van Weyenberg van Financiën, waarmee de minsterraad recent heeft ingestemd.

Lidstaten kunnen op grond van de CSRD zelf bepalen of alleen accountants of ook andere assurance providers duurzaamheidscontroles mogen uitvoeren. Nederland kiest er voorlopig voor alleen accountants toe te staan om dat te doen. Met reden, stelt themaregisseur duurzaamheid Usha Ganga van de NBA tegenover het FD: "Accountantsorganisaties zijn gespecialiseerd in het geven van assurance en dat is wat de richtlijn vraagt."

Volgens Ganga kunnen andere disciplines op termijn ook in aanmerking komen voor het geven van assurance bij duurzaamheidsinformatie, maar die moeten dan wel aan dezelfde eisen voldoen. Accountants zullen aanvankelijk alleen een verklaring met limited assurance afgeven. Mogelijk wordt dat over enkele jaren aangescherpt naar een verklaring met een redelijke mate van zekerheid.

Invoering

De rapportageverplichting wordt stap voor stap ingevoerd. Grote beursgenoteerde ondernemingen, banken en verzekeraars met meer dan 500 medewerkers vallen vanaf boekjaar 2024 onder de CSRD. Andere grote ondernemingen en beursgenoteerde ondernemingen volgen in de jaren daarna. De Europese Commissie heeft daarnaast de ESRS-standaarden (European Sustainability Reporting Standards) uitgevaardigd, die de rapportageverplichtingen nader invullen.

De wet met regels voor accountants en accountantsorganisaties wordt nu ter advies voorgelegd aan de Raad van State en wordt later in de Tweede en Eerste Kamer behandeld. De algemene maatregel van bestuur met de rapportageverplichting gaat eerst naar de Tweede en Eerste Kamer en zal daarna aan de Raad van State worden voorgelegd voor advies.