Nieuws 27 mei 2024

Kamer loodst op valreep wetsvoorstel spaartaks richting Raad van State

Het lijkt erop dat het demissionaire kabinet nog net op tijd het conceptwetsvoorstel kan indienen waarmee de belasting in box 3 voortaan wordt geheven op werkelijke rendementen op vermogen, in plaats van fictieve rendementen.

De tijd voor het indienen van het wetsvoorstel dringt, want om de deadline van invoering in 2027 te halen, moet het voorstel uiterlijk eind juni 2024 naar de Raad van State voor advies. Een meerderheid in de Tweede Kamer, waaronder VVD, GroenLinks-PvdA, BBB en ChristenUnie, stemt als het goed is 28 mei voor een motie van NSC die dit mogelijk maakt.

Eigenlijk wilde demissionair staatssecretaris Marnix van Rij (CDA) de behandeling van de wet overlaten aan een nieuw kabinet, maar nu het erop begint te lijken dat er pas na het zomerreces een nieuwe regering is, kwam de invoering in 2027 in gevaar.

Het huidige wetsvoorstel kiest voor een zogenoemde vermogensaanwasbelasting, waarbij ook over papieren winst belasting wordt betaald. Minder liquide beleggingen, zoals vastgoed en start-ups, vallen onder een vermogenswinstbelasting. Aandelen in familiebedrijven zijn uitgesloten van deze regeling om staatssteunregels te vermijden. De formerende partijen hadden liever meer uitzonderingen gezien, maar dit zou volgens Van Rij miljarden aan belastinginkomsten kosten.

Arresten

Over de spaartaks wordt al jaren flink gesteggeld, sinds de Hoge Raad in 2021 oordeelde dat de belasting oneerlijk was zolang die gebaseerd was op "onrealistische" fictieve rendementen. Als gevolg van die uitspraak moet de overheid miljarden aan te veel geïnde belasting terugbetalen aan bezwaarmakers. Mogelijk komen daar nog enkele miljarden bij als de Raad ook besluit dat niet-bezwaarmakers moeten worden vergoed.

Alsnog vertraging

In september worden nieuwe arresten van de Hoge Raad over box 3 verwacht. Als deze in het nadeel van de staat uitvallen, is uitstel van het wetsvoorstel onvermijdelijk, en mogelijk zelfs afstel. Maar de vertraging zal dan in ieder geval niet aan het parlement liggen, zegt Van Rij tegen het FD.