Loonkloof tussen mannen en vrouwen nog altijd twaalf procent
Vrouwen verdienen gemiddeld twaalf procent minder per uur dan mannen. In de tien meest voorkomende beroepen waar overwegend mannen werken, is de loonkloof gemiddeld 11,6 procent. Dat blijkt uit onderzoek in het kader van Equal Pay Day.
Net als in 2023 is dit jaar 14 november benoemd tot Equal Pay Day. Vanaf deze dag werken vrouwen de rest van het jaar symbolisch voor niets, stelt vakbond FNV.
Volgens het CBS verdienden vrouwen in 2022 gemiddeld 29,70 euro per uur en mannen 31,30 euro per uur. In 2014 was dat respectievelijk 24,30 euro en 26,90 euro. De loonkloof wordt heel langzaam kleiner, maar in dit tempo duurt het nog tientallen jaren, aldus FNV. De vakbond opende vorige maand een meldpunt loonkloof.
Mannen- en vrouwenberoepen
Het gemiddelde salaris ligt bij 'mannenberoepen' hoger dan bij 'vrouwenberoepen'. Het gemiddelde salaris van de top tien vrouwenberoepen is 3.269 euro. Het gemiddelde salaris van de top tien mannenberoepen is 3.676 euro; een verschil van ruim twaalf procent. Het verschil in modaal salaris tussen mannen en vrouwen schommelt in de laatste jaren tussen de 11 en 14 procent.
In de top tien 'vrouwenberoepen' ziet de loonkloof er anders uit. Dit zijn de meest voorkomende beroepen waar overwegend vrouwen werken, zoals zorg, onderwijs enz. Hier verdienen vrouwen 0,9 procent meer dan hun mannelijke collega's, zo blijkt uit onderzoek van MKB Servicedesk en Van Spaendonck Groep, op basis van 1,2 miljoen geanonimiseerde loonstroken.
Per functie loopt de loonkloof ook sterk uiteen. Zo krijgen vrouwelijke monteurs 15,5 procent minder betaald dan hun mannelijke collega's. Voor chauffeurs is de loonkloof 5,8 procent. In het geval van doktersassistenten is sprake van een uitschieter naar de andere kant. Hier verdienen vrouwen 12,6 procent meer dan mannen.
Vrouwen veel vaker zonder betaalde baan
Vrouwen tussen de vijftien en 65 jaar hadden vorig jaar twee keer zo vaak als mannen geen betaald werk. Dat meldt het CBS in de Emancipatiemonitor 2024. De betrokken vrouwen volgden op dat moment geen onderwijs en waren ook niet actief op zoek naar een betaalde baan. Volgens het CBS gold dit vorig jaar in deze leeftijdscategorie voor 17 procent van de vrouwen, tegen acht procent van de mannen.
Het CBS meldt dat een derde van alle niet-werkende vrouwen onder bepaalde voorwaarden wel betaald zou willen werken. De meest genoemde voorwaarden zijn een baan met de gewenste uren (17 procent), het (beter) kunnen afstemmen van de werktijden op het privéleven (15 procent) en een baan dichter bij huis (13 procent).
Ziekte of arbeidsongeschiktheid is de voornaamste reden voor het niet-werken, bij zowel vrouwen als mannen. Dat was in 2023 bij 75 procent van de mannen en 55 procent van de vrouwen het geval. Van de werkende vrouwen werkte 65 procent in deeltijd: minder dan 35 uur per week. Bij mannen is dat 18 procent.
Gerelateerd
Tijdelijke subsidie om werknemers meer uren te laten werken
Werkgevers- en werknemersorganisaties, brancheorganisaties en O&O-fondsen kunnen van 13 januari tot en met 14 februari 2025 subsidie aanvragen voor projecten om...
Helft werknemers vindt salaris niet passen bij hun waarde
Meer dan de helft (53 procent) van de werknemers in Nederland vindt het huidige salaris niet passen bij de mate waarop zij verantwoordelijkheid dragen, ervaring...
Detacheringsbureaus merken dat vraag afneemt
Detacheerders zien dat de vraag naar hun diensten blijft afnemen. De branche merkt dat bedrijven door geopolitieke spanningen en het economische klimaat terughoudender...
Meer dan helft werkgevers verwacht personeelstekort
Meer dan de helft van de werkgevers verwacht personeelstekorten. Een kwart van de werkgevers kampt momenteel al met een gebrek aan personeel, nog eens een kwart...
KVK merkt sterke toename aantal zzp'ers in uitvaartzorg
Nederland telt steeds meer zzp'ers in de uitvaartverzorging. Het aantal vestigingen is in het Handelsregister in deze branche in tien jaar met 67 procent toegenomen...