Nieuws

AFM: 'Laag aantal wettelijke controles slecht voor kwaliteit'

Bij accountantsorganisaties die minder dan vijftien wettelijke controles per jaar verrichten, is de kans volgens de AFM significant groter dat de kwaliteit daarvan tekortschiet. Ook de hoogte van de omzet van de accountantsorganisatie en de vergoeding per controle zijn van invloed op de kwaliteit. De minister van Financiën is echter momenteel niet van plan een 'vliegurencriterium' in te voeren.

De kansberekening komt uit een data-analyse van de Autoriteit Financiële Markten (AFM), waarbij de toezichthouder heeft gekeken of er een verband is tussen organisatiekenmerken van niet-oob-accountantsorganisaties en de uitkomsten van kwaliteitstoetsingen van de NBA en SRA. Volgens de AFM zijn er drie kenmerken van accountantskantoren die onderscheidend blijken te zijn voor een kans op een negatieve toetsing door de NBA en de SRA:

  • Het uitvoeren van minder dan vijftien wettelijke controles per jaar
  • Een lagere jaaromzet hebben dan €1,5 miljoen
  • Een gemiddelde vergoeding per controle rekenen die lager is dan zestienduizend euro

Wanneer een accountantskantoor minder dan vijftien wettelijke controles per jaar uitvoert verdubbelt zelfs de kans op een negatieve toetsing. Ongeveer 4 procent van alle wettelijke controles wordt uitgevoerd door niet-oob-accountantsorganisaties die minder dan vijftien wettelijke controles per jaar uitvoeren. Zij halen daar 7 procent van hun omzet uit en vormen bij elkaar 42 procent van het totaal aantal kantoren dat wettelijke controles mag uitvoeren.

Geen vliegurencriterium

De AFM heeft de data-analyse op verzoek van minister Hoekstra (Financiën) uitgevoerd. Het gaat om een actualisering van eerder onderzoek uit 2019. In een brief aan de Tweede Kamer laat de minister weten vooralsnog geen minimumaantal wettelijke controles per jaar te willen instellen. "Een vliegurencriterium heeft grote gevolgen voor de markt. De MCA adviseerde om een aantal van tien wettelijke controles per jaar te eisen als voorwaarde voor het behoud van de vergunning. Dat zou betekenen dat tachtig accountantsorganisaties, oftewel circa 30 procent van de markt, hun vergunning zouden verliezen. Als we uit zouden gaan van de grens waar het verband tussen 'vlieguren' en de uitkomst van de kwaliteitstoetsing door NBA of SRA volgens de data-analyse van de AFM het sterkst is, zouden 111 accountantsorganisaties (41,9%) hun vergunning verliezen", aldus Hoekstra.

De minister wijst erop dat er op basis van onder meer de aanbevelingen uit het Cta-rapport een breed pakket aan maatregelen is aangekondigd, die de hele keten waarop de AFM toezicht houdt moet versterken. Daarnaast komt het toezicht op de ruim 250 niet-oob-kantoren vanaf 2022 geheel bij de AFM te liggen. De minister verwacht dat de genoemde set aan maatregelen om de kwaliteit van de wettelijke controles te vergroten én het verstevigde toezicht leidt tot een hoger niveau van kwaliteit van de sector.

Niet proportioneel

Hoekstra zegt daarom eerst de effecten van deze wijzigingen te willen beoordelen, alvorens stevig in te grijpen in de markt met een aanvullend instrument als het vliegurencriterium. "Ook wil ik de sector de gelegenheid geven om zich aan te passen aan de nieuwe situatie. Ik vind het, gelet op de stevige impact voor een groot aantal vergunningshouders, niet proportioneel om in dit stadium te kiezen voor de invoering van een vliegurencriterium waarmee tientallen accountantsorganisaties hun vergunning zouden verliezen." Mochten de maatregelen echter te weinig opleveren, dan kan dit volgens de minister worden heroverwogen en ligt het vliegurencriterium mogelijk weer als optie op tafel.

De AFM heeft aangekondigd de studie in de toekomst te herhalen en zegt in gesprek te gaan met de sector over de uitkomsten en de risico's die de toezichthouder signaleert.

Reactie NBA en SRA

De woordvoerder van de NBA zegt de brief van de minister te ondersteunen. "Het vliegurencriterium is inderdaad nu niet nodig, zeker niet wanneer het toezicht door de AFM intensiever wordt. De NBA heeft al het initiatief genomen om – samen met SRA – in gesprek met de kwetsbare kantoren te gaan om hun opties te bespreken. Dat initiatief maakt deel uit van het programma 2021-2023 dat de Stuurgroep Publiek Belang enkele weken geleden publiceerde."

SRA-vicevoorzitter Roland Ogink zegt "verheugd" te zijn dat de minister van Financiën besloten heeft om het vliegurencriterium nu niet in te voeren. "We betreuren en herkennen ons niet in het stigmatiserende beeld dat met dit rapport geschetst wordt van kleinere accountantsorganisaties. Het doet zeker geen recht aan kantoren die een positieve reviewscore hebben, en dag in dag uit kwaliteit leveren binnen de financiële keten. We herkennen wel het positieve beeld dat minister en kwartiermakers schetsen van een sector en stakeholders die gezamenlijk werken om de benodigde verbeterslagen in de sector te realiseren. In de keten en met de sector blijft SRA werken om (het beeld over) de kwaliteit van accountants duurzaam te verbeteren."

De SRA laat weten zelf een onafhankelijke statisticus in de arm te hebben genomen om de data eveneens te analyseren. Volgens de SRA is de belangrijkste bevinding uit die analyse dat de conclusies in het AFM-rapport "voorbarig" zijn, omdat er belangrijke basisinformatie over de data zou ontbreken. "Voor een goede statistische analyse hadden op belangrijke punten andere keuzes gemaakt moeten worden", aldus de SRA. 

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.